GOUDBLOND MEISJE
Kraaglooze
Mantelpakjes
26
Vele mantelpakjes en mantels,
welke straks gedragen worden,
zullen kraagloos zijn en bij som
mige zijn ook de revers verdwe
nen. Andere vertoonen breede
ronde revers, op de schouders smal
toeloopend enin den hals opgeslagen.
Weer andere hebben een uiterst laag
kraagje en in plaats van revers een
grooten strik. Zoo zijn er tal van va
riaties kraagloos met scherpgepunte
revers welke boven de schouders
uitsteken, revers met ingezette en
geplooide stukjes, enz. enz. De af
beelding hiernaast toont U een kraag-
en reversloos mantelpakje. De be
scheiden kopmouwtjes, de breede
ceintuur, het lichte klokken van het
manteltje, maken het tot een
eenvoudig, doch cachet-vol geheel.
Dit en tal van andere modellen
zult U vinden in de nieuwe
„Zomerpracht", welke in de
eerste dagen van Maart ver
schijnt. uitgebreider dan ooit.
Vervolg van pag. 23
Zooals hierboven gezegd, zal de nieuwe
„Zomerpracht" in de eerste dagen van
Maart verschijnen. Het zou echter wel
verstandig zijn. het nu reeds te bestellen.
U bent dan één van de eersten die het
ontvangen en U kunt tijdig Uw keuze
maken. We hebben dit jaar een vroege
Paasch en wie zou er dan niet op z'n
best uit willen zien? „Zomerpracht" is
wéér uitgebreid. Het bevat nu 64 pagina's
met 335 modellen, waaronder ruim 100
voor kinderen. (Knippatronen binnen 24 uur
leverbaar.) Er staan weer vele uitstekende
artikelen met tal van nuttige wenken in.
Toch blijft de prijsOU ct.
PATRONENKANTOOR/PANORA
Nassauplein 1 - Haarlem - p/ostgiro 293631
Bestellingen kunnen als volgt geschieden: door bemiddeling van IJu'
ogent of bezorger: door girostorting op No. 29563/ door toezending i'ttn
het bedrog per postwissel of in postzegels (uitsluitend d 5 en 6 cent).
linLr
Into}, irrflt
slralts
tnoAe ztilirn z
Jack was de trap al op, nam drie
treden tegelijk.
„Zoek 't huis doorriep hij al
hollend.
Vóór hem stroomde licht uit een open
deur. Onwillekeurig hield hij zijn vaart
in. 't Was een kamer, die hij sinds zijn
jongensjaren kende. Door de deur van
de tweede kamer zag hij verspreide
papieren, een metalen kistje met open
deksel, en iets verder Sara Dalton,
zijn tante's secretaresse, op den vloer
knielend, met een stil, grijs hoofd tegen
haar borst. Zij hoorde hem en keek op.
„Zij zal hem hij zijn werk over
vallen hehben," zei ze zaelit. ,.'t Moet
vlug gebeurd zijn. Ze is. niet meer."
Er stond een groot medelijden in
Sara's gezicht. Het werd er bijna
knap door. In dit oogenblik vergat zij
de norschheid en onredelijkheid en de
scherpe terechtwijzingen, zag zij enkel
een hulpeloos grijs hoofd, wreed neerge
slagen. lleel voorzichtig maakte zij
plaats voor hem en wendde zich af.
,,'t Was die Parsons," zei ze. ,,'t Was
donker, maar hij was 't zeker."
De naam viel als een druppel zuur op
zijn bewustzijn en beet er in. Parsons,
de schurk, die haar bestolen hadHij
nam het tengere, oude lichaam op zijn
armen en droeg het naar het groote
bed. Hij had dat al meer gedaan, als
zij ziek was. Tegen ieder ander was zij
hooghartig en heersehzuchtig en eigen
zinnig geweest, maar hij had geen
scherp woord en geen onverdraagzaam
oordeel van haar gekregen. Zij hield
van hem, en had geleefd in haar trots
op hem. En hij was te laat gekomen, om
haar te redden.
„Ik ga hem achterna," zei hij. „Hoe
ziet hij er uit?"
„Groot, breed, donker...." Sara
zweeg eensklaps.
Uit de omringende stilte, ergens
achter het huis, gonsde een motor.
„Die. die rijdt weg!" riep Sara.
Hij Was haar voorbijde hal in. De
groep dienstboden stoof uiteen. Er
klonken snikken.
Het ronken van den motor werd al
zwakker door den afstand, maar was in
de zwarte eenzaamheid nog duidelijk te
hooren.
Jack rukte aan de garage-deuren.
Daar stond de two-seater, klaar om
morgen gebruikt te worden. Geen der
andere wagens ontbrak. Het was een
vreemde auto, die vertrok. Parsons was
door 't een of ander licht of kreten of
een onwilligen motor tot nu toe
opgehouden.
De two-seater kwam met een ruk
naar buiten. Glimmend en stampend
ging hij den weg op, achter Parsons aan.
De grijze wagen kon op den open
weg honderd mijl per uur halen was liij
eenmaal op gang, dan kon alleen een
race-wagen tegen hem op.
Hij had een langen rechten weg voor
zich, en hij kende, ook bij nacht, alle
bochten precies. Open veld en lage
heggen gaven hem vrij zicht, maar
voortschietend licht werd hij niet ge
waar. Hij draaide zijn eigen licht uit.
In de verte, onder 't licht van een
brug, meende hij een jagende vlek te
zien. Die ging naar New York of naar
de Westchester-heuveis.
Hij dacht aan een stil, grijs hoofd op
een kussen, een wild neergeslagen hoofd.
De two-seater raasde de brug over,
tachtig mijl makend. Hij draaide de
lichten weer aan, tunnels borend in den
nacht.
Gloria sliep niet gauw in dien avond.
Zij had Jack ingelicht, en de rest was
zijn zaak, maar toch was zij niet gerust.
Wie weet, hoe ver juffrouw Endicott al
gekomen was in haar verdwazing.
Zij ergerde zich ook om die storing,
waardoor Frances, zonder erg of opzet,
haar onderhoud met Jack had afge
broken. Zij had hem nog willen zeggen,
dat Parsons wist, waar de brandkast
stond, maar zoover had ze niet kunnen
komen. Misschien zou Sara 't hem ver
tellen.
Eindelijk kwam de slaap. Op den
achtergrond van haar geest bewogen
zich rusteloos schaduwgestalten. Sara
was er bij, en Jack. Daarna was Jack
er alleen nog maar hij keek haar
boos aan en vroeg, of ze hem soms
wou betalen, omdat hij haar getrouwd
had. Toen was ook hij verdwenen, zij
was alleen tusschen vreemde rotsen,
donker niet. liooge hoornen en doorn
struiken, waar ze doorheen moest, en
steeds riep in de verte, heel flauw, de
stem van Jack. Eindelijk zag ze zijn
gezicht, wit tegen een diepte van zwart
heid. 't Leek stil, donker water, en zij
stond op den rand, wou naar hem
grijpen, maar kon niet bij hem komen.
„Gloriariep hij dan gleed hij weg
„Gloria Gloria - zijn stem klonk
zwak en werd stil.
Zij schrok wakker in daglicht, in de
behaaglijkheid van haar kamer.
„Wat een afschuwelijke droom
Zij probeerde 't uit haar hoofd te
zetten, maar de verschrikking bleef. Ze
zag (lat witte gezicht nog, ze hoorde
hem nog flauw om hulp roepen. Als ze
wist, dat liij veilig was, ging't misschien
over. Zij had een goed voorwendsel om
op te bellen zij kon vragen, of hij nog
even aankwam, voor hij naar Berken
woud ging.
De stem, die antwoordde, klonk zeer
zacht. Nee, meneer Morelaml was er
niet. Onverwachts vertrokken, met den
trein van twaalf uur. Gloria keek op de
klok. Half zeven Geen wonder, dat het
meisje haar stem had ingehouden.
Die brief van Grantham en llyde had
hem zeker 't snelle besluit ingegeven,
dadelijk naar Berkenwoud te gaan. Zij
stond op, nog onrustig, en ging naar een
open raam. Op straat begon het verkeer
van den dag. De atmosfeer was helder,
zacht, versterkend. Het lokte haar.
Daar, achter de daken en de velden,
lag Berkenwoud, nog stil en slapend.
Zij had het niet gezien sinds dien
anderen vroegen ochtend, toen zij van
daar vertrokken was. 't. Kon wel aardig
zijn,dien kant eens op te gaan, 't deftige
hek te passeeren, dat haar slechts als
een tam secretaresje gekend had.
Er vormde zich een eigengereid plan
in haar geest, 't Was heerlijk weer en
haar auto stond in een garage dichtbij.
Wat was er tegen, op avontuur te
gaan, den frisschen morgen in, ergens
langs den weg te ontbijten misschien
Jack was nu op Berkenwond. Zij kon
hem ergens opbellen, hij kon bij haar
komen en de rest van haar verhaal
hooren. Als zij hem zag, zou zij 't visioen
van dat witte gezicht in de zwartheid
kwijt zijn. Onzinnig, dat zij 't zich zoo
aantrok, een droom
„Ik ga zei ze. „En ik ga alleen."
Zij belde om haar auto en kleedde
zich snel aan, zonder de hulp van
Cécile. Frances werd voorloopig niet
wakker misschien was ze tegen dien
tijd alweer terug.
Zij ging zacht naar beneden. Haar