THEODORUS NIEMEIJER N.V. LUCIFAX is gemakkelijk te hanteren, dus LUCIFAX is absoluut reukeloos, dus geschikt LUCIFAX is goedkoop en Lucifax doet het 31 aan mep, om Thompson in een onge nietbare stemming te brengen. Tegen vier uur begon liet te regenen en om zeven uur woei en plaste het zóó hevig, dat men geen hond over de straat zou jagen. Mokkend maakte hij zich gereed voor den rit naar „Het Witte Paard". Hij nam een rechercheur mee en klok slag acht uur stalde hij zijn auto in de garage van de herberg. In de gelagkamer vond hij niemand dan den eigenaar. „Bent u allang alleen informeerde hij. „Sinds een uur, meneer," antwoordde de oude man. „Er is geen volk langs den weg. Thompson dronk een warmen grog en intusRohen verstreek er een kwartier. Ongeduldig liep hij op en neer en plaatste zich eindelijk voor het behuilde venster. Het was aartsdonker buiten. Flauw en vochtig boorden zich de lichten van de spoorbaan en van de kanaalbruggen door de natte duisternis heen. „Slecht weer voor den Weg, commis saris," zei de rechercheur. I)e man be greep niet waarop het Wachten was. Thompson was niet gewend zonder nood - zaak over zijn plannen te spreken. Thompson bromde iets onverstaan baars. Hij stond te overleggen. Natuur lijk kwam Dick Bull niet opdagen. Wat zou hij doen": doorrijden 'naar Bloms- field en den kerel uit zijn huis halen, of terugkeeren naar Frisco Zijn boosheid spoorde hem tot het eerste aan, maar de gedachte aan zijn zoon trok hem naar huis. Ergens in de verte klonk een vreemd gerommel. „I)e sneltrein," zei de her bergier. „Hij is een kwartier over tijd vanavond. Het gedender van den trein zwol aan in de avondlijke stilte. Eensklaps klonk het snerpend geluid van remmen, die worden aangezet, daar hoog bovenuit. „Trein 859 stopt," zei de herbergier verwonderd. „Dat doet hij anders nooit. Thompson luisterde er niet naar. Een regenvlaag striemde de vensters en maakte een eind aan zijn tweestrijd. ,,'t Is hondenweer, Browne. We gaan naar huis. Den man, dien, ik zoek, zal ik morgen wel vinden." Hij nam zich grimmig voor, vriend Buil dien vergeefschen tocht op de een of andere manier terdege in te peperen. Dat had je ervan, als je consideratie betrachtte tegenover een boef. Maar ééns was genoeg geweest, het zou hem niet meer gebeuren. Woedend reed hij terug. Toen commissaris Thompson zijn woning betrad, waren zijn vrouw en zijn zoon nog niet thuis. Het bevreemdde hem, de trein had allang aan moeten zijn. Hij nam de telefoon en belde het station op. „Er is toch niets aan de hand met trein 859 vroeg hij ongerust. „Niets, meneer," kreeg hij van een juffrouw te hooren. Hij vond dat haar stem wat vreemd klonk weifelend, dacht hij. „De trein had toch allang binnen moeten zijn hield hij aan. ertraging onderweg, meneer. Maar hij is nu op komst, over tien minuten zal hij hier zijn." Thompson was gerust. Hij besloot toch naar het station te gaan, in zeven minuten kon hij er zijn. Hij haalde den auto uit de garage en reed weg. Aan het station stond een agent, die hem her kende en voor hem salueerde. „Ik geloof dat er iets aan de hand ge weest is met trein 859, commissaris," zei hij met gedempte stem. „Wat dan vroeg Thompson ver schrikt. Hij dacht aan Ernie. De agent haalde z'n schouders op. „Het rechte weet ik er niet van. Het perso neel zwijgt, om de Wachtende menschen niet te verontrusten. Maar ik hoorde mompelen, dat de brug over het kanaal openstond Thompson baande zich haastig een weg door de menigte, llij keek rond naar den stationschef, doch op hetzelfde oogenblik donderde de trein binnen. Er viel een ongewone beweging op te merken onder de uitstappende reizigers. Zij schenen zenuwachtig en begonnen een opgewonden gesprek met de wach tenden op het perron. Dicht in Thomp son's nabijheid stond zoo'n groepje. „De brug stond open," hoorde hij een zenuwachtige vrouwenstem zeggen. „Het sein stond door een nog niet opge helderde oorzaak op veilig en de brug wachter zat dood voor den handle, waar mee de brug ondaag gelaten wordt. Het schijnt dat hij getroffen is door een hartverlamming. Bijna vierhonderd menschen hadden in het diepe kanaal om het leven kunnen komen." „En hoe....?" vroeg een andere stem. „Een toevallige, omstandigheid. Een man passeerde het viaduct en zag de brug open staan. Hij vond het erg vreemd en ging eens in liet seinhuis van den brugwachter kijken. Toen vond hij een doode in het huisje. Hij had de tegenwoordigheid van geest een roode lantaarn te grijpen en den trein tege moet te loopen. Dank zij hem is er geen vreeselijk ongeluk gebeurd. Toevallig dat die man juist passeerdein dat slechte weer bevindt zich in zoo'n afge legen buurt gewoonlijk geen sterveling op den weg. Toen hoorde Thompson eensklaps een andere stem in zijn nabijheid. „Hier heen, moeder. Jammer dat vader er nu niet is. Hij zou met één oogopslag kun nen zeggen, of mijn vermoeden juist is. Commissaris Thompson wendde zich haastig om. „Hier is vader," zei hij met een vreemden glimlach, terwijl hij de hand van zijn zoon greep. „Wat zou ik met één oogopslag kunnen zeggen „Kom mee," trok Ernie hem haastig voort. „Ik dacht dat ik in den man, die den trein tegemoet geloopen is, een ou den bekende van de justitie herkende. Kijkt vi eens, of het die Dick Bull niet is, die nog wat op zijn kerfstok heeft. Hij beweerde Johnson te heeten. 't Zou wel toevallig zijn en niet erg plezierig voor den man, tot dank voor zijn mensch- lievend hulpbetoon gearresteerd te Worden. Maar krachtens ambt en principe zijn we er toe verplicht, niet waar Zij drongen door een groep menschen heen, die om Dick Buil en den stations chef stonden geschaard. Dick Bull kreeg hen in het oog en maakte onwil lekeurig een beweging met de handen, alsof hij zich over wilde geven. Com missaris Thompson zag het en sloot er zijn oogen voor. Hij dacht aan de af spraak en aan de wonderlijke gevolgen er van. Toen keek hij zijn zoon aan. En slechts verstaanbaar voor hem en voor Dick Bull zei hij glimlachend „Neen, je vergist je, Ernie. Dit is Dick Bull niet. Den man, dien je bedoelt, zou ik uit duizenden herkennen." En in den auto zei hij ,,'t Is erg toevallig, dat ik nog in de gelegenheid was je af te halen. Ik had een afspraak met een ouden bekende, dien ik vanmorgen liet loopen. 't Is lijnrecht in strijd met mijn principes het met een misdadiger op een accoordje te gooien, maar ik kan er on mogelijk spijt van hebben „Dick Buil," zei Ernie glimlachend. „Neen, daar kunt u geen spijt van heb ben. LUCIF^XX wordt onder het branden niet korter, dus geschikt voor de rokers geschikt voor de huisvrouw, voor de damestas, LUCIFiAiX heeft een klein handig formaat, dus geschikt voor de vestzak, gloeit niet na, dus absoluut ge vaarloos, steeds IIICIFAY DE AAN^EKER S\ VOOR IEDEREEN Verkri/gbaar in iedere goede sigarenwinkel Hel vuurmaken met behulp van kogeltjes - een vraagstuk, dat de uitvinders sedert lange tijd bezig hield - is thans opgelost l a 400 LUCIFAX-KOCELTJES kosten slechts 10 He» apparaatie hiervoor eenmaal - aan te schaffen 3 O

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 31