MYSTERIES EN RAADSELS DE DROOM van den moordenaar Dit bericht aangaande de poging tot terechtstelling van John Lee, te Exeter, werd aan lord Halifax meegedeeld door lord Clinton, toen zij beiden lo geerden op kasteel Powderham, dat bewoond werd door lady Halifax' vader, den graaf van Devon. Lord Clinton verstrekte ook afschriften van den brief van den gevangenis-aalmoe- J_ zenier en de verklaringen der cipiers. _1 Den löen November 1884 werd miss KeyRe een bejaarde dame. vermoord gevonden in de brandende ruïne van haar huis te Batta- combe, Torquay. Haar butler, John Lee. stond wegens die misdaad terecht, en werd ter dood veroordeeld op 4 Januari 1885 te Exeter. I)en 23en Februari werd Lee in de gevangenis te Exeter naar de plaats der terechtstelling geleid. l)e stro]> werd hem omgelegd, de lijkdienst werd gelezen, en het teeken werd gegeven, maar het valluik werkte niet. Driemaal werd geprobeerd, den man op te hangen, met hetzelfde resultaat, en na verloop van een half uur werd besloten, de executie uit te stellen. Daarna werd Lee's vonnis veranderd in levenslangen dwangarbeid. De brief van den eerwaarden heer John Pitkin, aalmoezenier der gevangenis, met een afschrift van de verklaring der cipiers, werd lord Clinton gezonden op diens verzoek, toen hij begin April 1885 op Pow derham logeerde hij was toen president van de politie-rechtbank. Het valluik bestond uit twee vleugels, onderaan door een grendel vastgemaakt. De veroordeelde moest met één voet op iedere helft van 't luik staan als dan de grendel werd weggetrokken, vielen de luiken vanzelf open. Den Zaterdag vóór de executie was het luik vijfmaal geprobeerd (tweemaal in tegenwoordigheid van den beul. die niets aan te merken had), en het werkte iederen keer volmaakt goed. N'a de mislukte terechtstelling werd het valluik opnieuw beproefd, en hoewel er geen zwaarte op het schavot stond, werkte het normaal. Bij de executie zelf echter bleek het. hoe vaak men ook probeerde, onmogelijk, den grendel ook maar een millimeter uit de buis te krijgen. Brief van den Ew. Hr. John Pitkin, aalmoezenier, aan lord Clinton. Barer Majesteit*' Oevangenis, Exeter, 8 April 1885. Mylord. Ziehier de bijzonderheden omtrent den droom van John Lee. waarnaar uwe lordschap bij mij infor meerde. Na de poging tot executie van John Lee op 23 Februari 1885 ging ik naar zijn cel, en sprak ik met hem over de buitengewone gebeurtenis, die hij ervaren had. Hij antwoordde, dat hij den nacht vóór zijn executie een droom had gehad, waarin de gebeurtenis hem voorspeld werd. Op mijn verzoek vertelde hij mij dien droom. Hij had gedroomd, dat hij uit zijn cel, door de be nedenverdieping, naar het schavot werd gevoerd dat was even buiten de deur van de onderste ver dieping. Hij zag zichzelf op het schavot geplaatst en hij zag pogingen in 't werk stellen, om het valluik te doen opengaan, maar het wou niet werken. Toen zag hij zichzelf wegleiden van de plaats der executie, want er was besloten, dat er een nieuw schavot zou worden gebouwd, vóór het vonnis der wet. kon worden uitgevoerd. Toen hij wakker werd om zes uur 's morgens, op den dag, voor de executie vastgesteld, had hij deii twee beambten, die bij hem in de cel waren, zijn droom verteld. Deze beambten waren niet. aanwezig, toen hij mij dit vertelde, en sinds de poging tot executie waren zij niet bij hem geweest. Zij hadden den droom echter verder verteld aan den directeur der gevange nis. tegenover wien ik eveneens een verklaring aflegde. Ik moet hieraan toe voegen. mylord, dat John Lee in het geheel geen beteekenis aan den droom toekende. Tot op 'toogen- blik der executie was hij er ten volle van over tuigd geweest, dat hij zou worden opgehangen. De droom kwam hem niet weer in herinnering, ter wijl de pogingen gedaan werden dit geschiedde eerst, toen hij bij was ik heb een heel ongewonen en vreemden droom ge had. Ik daeht*dat hel tijd was en ik werd door de vesti bule naar het scha vot gebracht gekomen uit den staat van halve bewusteloosheid, waarin hij blijkbaar geraakt was. Van uwe lordschap de dienstwillige dienaar JOHN PITKIN, aalmoezenier. Verklaringen der beamb ten, die den nacht bij John Lee doorbrachten, vóór de poging tot exe cutie. Toen John Lee uit zijn bed kwam, 's mor gens om zes uur, zei hij „Meneer Ben nett, ik heb een heel ongewonen en vreemden droom gehad. Ik dacht,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 12