/m
ONDER DEN DRUK VAN
DERTIGDUIZEND
WETTEN
E
%CWiah
Casaque-
mantels
patronenkantoor/panora
18
SVU I
Dat de casaques weer in de
mode waren hebben we dezen
winter reeds kunnen merken,
maar deze vorm, de casaque-
mantel, is iets geheel nieuws.
Makkelijk om op reis mee te
nemen, zal dit complet spoedig
vele aanhangsters vinden. Zooals
U ziet is de korte mouw met
plooitjes in het armsgat gezet, het
geen 'n geestigen ballonvorm geeft.
De schoot is uitgeknipt en klokt
vanachter. Het is trouwens bijna
alles klokkend wat de klok slaat
dezen zomer; klokkende rokken,
klokkende schootjes, klokkende
casaques en zelfs in de kleeding
van onze kinderen is dit symptoom
terug te vinden. Hieronder staan
een paar voorbeelden, welke even
als het model hiernaast ontleend
zijn aan de nieuwe „Zomer-
pracht", het bekende modeboek,
dat in de eerste dagen van Maart
belangrijk uitgebreid zal ver
schijnen.
en zekere mijnheer Richard
j Carran, gemeente-advocaat
Wilt U in de eerste lentedagen en
vooral met Paschen passend gekleed
gaan en wie wil dat niet? dan
moet U zich de nieuwe „Zomerpracht"
aanschaffen. En als wij U een goeden
raad mogen influisteren„Bestelt het
nu reedsU bent dan één van de
eersten die het begin Maart ontvangt.
64 pag. in fraai omslag, 335 modellen,
waaronder ruim 100 voor kinderen, vele
artikelen vol nuttige wenken en van ieder
model knippatronen in alle gebruikelijke
maten onmiddellijk leverbaar.
De prijs van „Zomerpracht" bedraagt 60 ct.
Nassauplein 1 - Haarlem - o s t g i r o 293631
liestellingen kunnen als volgt geschiedendoor bemiddeling van Uw
agent of bezorgerdoor girostorting op No. 29365/ door toezending van
bet bedrag per postwissel of in postzegels (uitsluitend a 5 en 6 cent).
van een stad ergens in den
Amerikaanschen staat Kentucky,
heeft zich de moeite getroost om
na te gaan aan hoeveel wetten
de bewoners dienden te gehoor
zamen. Hij kwam hierbij tot het
ontstellende aantal van dertig
duizend, waaruit hij afleidde, dat
zelfs de meest vreedzame burger
in den loop van een dag een
aantal overtredingen begaat, die
hem, zoo hij hiervoor werd ver
volgt, in een minimum van tijd
tot den bedelstaf zouden voeren.
Met het doel om aan te toonen
hoe moeilijk het is volgens de
letter van de wet te handelen, vermeldde
hij één dag in het leven van een slechts
in zijn verbeelding bestaanden mijnheer
John Doe, een respectabel en volkomen
eerlijk man. Om te beginnen vloog een
van mijnheer Doe's kippen over de lieg in
den tuin van zijn buurman, Waarvoor
hij een boete kreeg van twee dollars.
Eenige minuten laten voelde hij innig
medelijden niet een hongerigen straat
hond. Hij liet het dier binnen om het
te eten te geven en werd voor zijn lief
devolle daad beloond met een boete
van honderd dollars „wegen.- het onder
dak verleenen aan een hond zonder
penning".
Het ontbreken van zoo'n zelfden
hondenpenning maakte mijnheer Doe
nog eens honderd dollars lichter. Dien
dag moesten de 'lieren-eigenaars name
lijk juist voor het eerst hun bescherme
lingen tooien met den penning van 't
nieuwe belastingjaar. En aangezien
dit den heer Doe was ontschoten en
zijn eigen herder rustig met den ouden
penning om rondwandelde, moest hij
betalen. In een weinig opgewekte stem
ming begaf het slachtoffer zich in zijn
Ford je naar zijn werk. Hij had het
ongeluk achteridt tegen het trottoir
op te rijden en dokte vijf dollars. Bij
de poging om den wagen weer op gang
te brengen, liet de uitlaat een langge
rekte jammerklacht liooren, waarvoor
mze vriend Doe een boete opliep van
ien dollars wegens het veroorzaken van
mnoodig lawaai.
De eerlijkheid gebiedt om toe te
geven, dat mijnheer Doe blijk gaf van
een groote vergeetachtigheid. Dien dag
behoorden de auto's eveneens van een
nieuwe nummerplaat te zijn voorzien en
aangezien deze op het Fordje ontbrak,
fourneerde mr. Doe de bagatel van
honderd dollars. Hevig terneergeslagen
vervolgde hij in diep gepeins zijn weg,
reed door een stopsignaal en betaalde
vijf dollars. En toen hij bovendien
nog een anderen wagen aan den ver
keerden kant passeerde en zonder zijn
richtingaanwijzer uit te steken een zij
straat, inzwenkte, werd het bedrag
van de boeten nog met tweehonderd
dollars verhoogd.
Maar hij stond nog slechts aan het
begin van den lijdensweg. In de groote
hal van het gebouw, waar mijnheer
Doe werkte, zag een belastingambte
naar hem een pakje sigaretten open
maken., zonder dat hij het zegel ver
brak. Dm als voorbeeld te Worden ge
steld, liep hij daarvoor vijftig dollars
boete en een gevangenisstraf van
zes maanden.
Mr. Doe kreeg een boete van duizend
dollars plus een jaar gevangenisstraf
Een uurtje later bracht de bediende
van een sigarenmagazijn hem een stuk
pruimtabak, dat mijnheer Doe had
gevraagd voor een vriend van hem, een
ouden zeerob. Die bediende mocht dat
stuk tabak gerust weggeven, maar
mijnheer Doe beging de onvergefe
lijke fout om hem een fooi te geven.
Dit werd beschouwd als het koopen van
ongebanderolleerde tabak en wederom
kostte het vijftig dollars met een ge
vangenisstraf van zes maanden.
Het begon te regenen en iemand be
taalde mijnheer Doe vijfentwintig cents
voor een oude parapluie, die door een
ontslagen bediende was achtergelaten.
„Wegens het beschikken over eens
andermans eigendom" werd een ader
lating toegepast van vijfhonderd dollars.
Tijdens de lunch verwedde hij een vijf
centssigaar op den uitslag van een
bokswedstrijd. Het werd noodzakelijk
geacht om den onverlaat met honderd
dollars te beboeten wegens dobbelen.
Mijnheer Doe was door al deze onaan
gename wederwaardigheden tot op den
rand der vertwijfeling gebracht en
achtte liet gewenscht eenige ontspan
ning te zoeken. Hij wandelde een boek
winkel binnen en kocht een werk over
beroemde misdadigers. Helaas wilde
het ongeluk, dat een detective den titel
las van het boek, dat ons slachtoffer
heel onschuldig onder zijn arm droeg.
Hij was er gloeiend bij en kreeg een
boete van duizend dollars plus een jaar
gevangenisstraf „wegens het in bezit
hebben van een boek of pamflet,
dat steunt op politie-rapporten of ver
slagen van misdadige handelingen".
De heer Carran heeft hiermede willen
wijzen op het onrustbarend aantal
wetten, dat in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika wordt uitgevaar
digd. Mr. Carran maakt dan ook de
volgende behartigenswaardige opmer
king „Onder het Amerikaansche volk
zit als het ware de gedachte er in ge
heid, dat iedere misstand kan worden
voorkomen, door een wet in te dienen.
Een heel leger van ambtenaren is ner
gens anders mee bezig dan met het
opstellen der teksten van nieuwe wet
ten, die in een ononderbroken stroom
worden ingediend." Mr. Carran heeft
uitgerekend, dat er reeds tien millioen
Wetten en verordeningen officieel staan
ingeschreven, die stuk voor stuk voor
lieel het land, voor een afzonderlijken
staat of voor een gemeente van kracht
zijn. En hun aantal neemt jaarlijks
toe met tweehonderdduizend