VIA NIJMEGEN NAAR
4 DE OOST 4
m
Trommels gelijk, geweren gelijk, heulden gelijk zoo staan de militairen der Koloniale Reserve meUiet vaandel
aangetreden.
Na de reportage, welke wij een/gen lijd geleden brachten over de opleiding van
Janmaat te Den Helder, publiceeren wij thans een artikel over de Koloniale Reserve
te Nijmegen, vanwaar, na strenge selectie, de jonge mannen worden uitgezonden, die
een dienstverband bij het Koninklijk Nederlandsch-lndisch Leger willen aangaan.
De vriendelijke medewerking der autoriteiten, waarvoor wij hun dank weten, stelde
ons in staat deze reportage te geven van een instelling, waarover in den lande
nog vele onjuiste denkbeelden bestaan.
Met dat „Jan Fuselier" en dat „koloniaal" is het
niet heelemaal in orde. Men kan er tegen inbrengen,
dat de bekende blauW-geüniformde jongeman offi
cieel niet „koloniaal" heet, maar „Indisch militair",
doch dat is de voornaamste moeilijkheid niet en daar
mede is ook een zeker hardnekkig misverstand niet
opgehelderd. Onder „koloniaal" kan men iedereen
verstaan die naar de koloniën gaat en Jan Fuselier
is iemand die een geweer draagt, maar het ongeluk
kige wil, dat beide namen gegeven worden aan de
militairen van ons leger in Ned.-Indië, en dat ze,
vooral het „koloniaal", een tamelijk ongunstigen
klank hebben gekregen. Het is niet aan ons en het is
ook de bedoeling niet van dit artikeltje om na te
gaan, in hoeverre de „kolonialen" vroeger uit minder
gewenschte elementen gerecruteerd werden
niemand zal er de gopensionneerde militairen, bijv.
de oudgedienden van Bronbeek bij Arnhem, toe
rekenen - doch in ieder geval moet erkend worden,
dat de ongunstig klinkende naam voor de Indische
militairen tegenwoordig een absoluut onverdiende
geringschatting is. Het leger van Insulinde is geen
toevluchtsoord voor landloopers, bedelaars en jongens
van de vlakte, Wien het op deze vlakte een beetje te
De Schele, de Blauwe en Dolle Dries zijn bekende
namen en bekende figuren in het land waar
de Nederlandsche taal wordt gesproken. Het
was voor Bouber en de anderen, die het op hun
artistieke geweten hebben, een gelukkige dag waarop
de eerste plannen ontstonden om het volksstuk „De
Jantjes" te schrijven het werd een succes zooals de
vaderlandsche tooneelplanken er Weinig gedragen
hebben, later verhuisde het naar de studio en zag
men de Amsterdamsche Jordaanhelden de Jordaan-
liederen galmen en toen
men, niet lang geleden,
zooiets als de Nederland
sche sprekende film ging
ondernemen, wist men
niets beters, dan den Schele
en Dries Weer te laten op
treden, nu hoorbaar vech
tend en zingend over de
bekoorlijkheden van de
Jordaan en over de lieden
die „hun poot op papier
hebben gezet en aldus Jan
Fuselier werden". De een
had geen werk, de ander
had geen aangename wan
deling op het pad der lief
de gemaakt zij werden
maar „koloniaal".
De mndidaat neemt op het
bureau van dienstneming
kennis van de voorwaarden
omtrent een verbintenis bij
t Koninklijk Nederlandseh-
Indisch Leger.
De medische keuring is streng en wordt meermalen
herhaald.