M is het iuist®
u" =,ï:.r: agtiswisg
ss
OGENE
Cerebos Zout
gebreide damespantalon met pijpjes
Hoest, Koude,
Rheumatiek,
Griep en
Steken in de Zij
Droog als een kurk en
lock vloeikaar als water
komt ket uit de roestvrije
kus met patent strooier.
het volmaakte Tafelzout
WAT ZULLEN WE ETEN?
Znndug Groentesoep.
Varkensfricandeau.
Schorsèneeren.
Aardappelen.
Surinaamsche pudding
met schuimsaus.
Maandag
Zaterdag
Koud vleeseh.
Worteltjes.
Aardappelen.
Macaronischotel
Dinsdag Gebraden ribstuk.
Savoyekool.
Aardappelen.
Dikke rijstebrij.
Woensdag Bouillon.
Rookworst.
Stamppot van zuurkool.
Rijstkoekjes.
Donderdag Hackée (van soepvleescli).
Bruine boonen.
Aardappelen.
Maïzenapudding met bes
sensap.
Vrijdag Magere bruine-boonen-
soep.
Gekookte schelvisch.
Gestoofde bieten.
Aardappelen.
Mosterdsaus.
Runderlapjes.
Gestoofde prei.
Aardappelen.
Wentelteefjes.
VOOR HET AFWERKEN VAN
KLEEDJES EN ZAKDOEKJES
TWEE GEHAAKTE KANTJES
Er zijn tal van manieren denkbaar
om een zelf gemaakt kleedje of zakdoek
je langs de randen af te werken.
We kunnen het ajoureeren, zoowel
machinaa als met de hand ook kunnen
we er een kantje, dat kant en klaar ge
kocht wordt, omheen naaien dan kan
het nog met een recht of schuin ge
knipt biesje worden afgewerkt en tei
slotte kunnen we bet met een eigen ge
maakt kantje versieren.
Van dit laatste geven wij u hier eei
tweetal voorbeelden.
Het eerste kantje is al heel eenvoudig
van bewerking. In kleedje of zakdoekje
worden eerst langs alle randen smalle
zoompjes ingevouwen of, beter nog.
ingerold, waarna men de randen met 1
vastentoer, waarbij tusschen iedere
vaste 1 losse gehaakt wordt, omhaakt.
Dan volgt 1 toer bestaande uit af
wisselend 5 lossen, 1 vaste in de losse,
die telkens voor de 4e vaste van den len
toer wordt gehaakt.
Ten slotte haakt men om de lossen-
boogjes telkens 7 vasten.
Het tweede kantje wordt in één keer
gehaakt. Eerst maakt men weer een
smal zoompje langs alle kanten van
het kleedje of zakdoekje, daarna werkt
men als volgt7
vasten in de stof, 8
lossen, omkeeren, vast
haken in de laatste
vaste, omkeeren, om
het boogje 3 x afwis
selend 3 vasten en
3 lossen haken, dan
nog 3 vasten, den
laatsten steek van de
laatste vaste haakt j
men in den rand van
de stof en dan vanaf
het begin herhalen. I
dat DM t uit, voigei» - atoom m»
T _.„nkt de nuia
Trisena Creme geeormde roode
be
ds
ou
Deze
van
wanen ver
'n weldoen
kende
iden
be
rmte
en
de
wa
succes
met
strijde
Doozen a 35 en 55 cent. Bij Apothekers en Drogisten
HEUPWIJDTE 104 cm.
Materiaalongeveer 200 gram dunne
vierdraads wol, wit of gekleurd, en 5
stalen breinaalden nr. 2%.
Men begint bovenaan met een opzet-
rand van 348 steken en breit dan den
boord, 2 recht, 2 averecht, 32 toeren
(naalden in de rondte) hoog.
Vervolgens wordt het verdere ge
deelte geheel recht gebreid, waarbij
meteen na den boord met de verhooging
wordt begonnen.
Daartoe breit men eerst 260 steken,
keert het werk om en breit 18 steken
averecht op twee naalden. Vervolgens
weer omkeeren en op het einde van de
naald 5 steken erbij breien. Daarna weer
omkeeren en zoo telkens herhalen,
waarbij op het einde van de naald ook
telkens 5 steken meer gebreid worden.
De heengaande naalden recht en de
teruggaande naalden averecht breien.
Heeft men tenslotte weer allo steken op
de naald gebreid, dan wordt het werk
nog eens opnieuw omgekeerd en wordt
het breiwerk weer over de geheele
rondte verder voortgezet.
De steken worden op 4 naalden in
gelijke deelen verdeeld, zoodat men op
iedere naald 87 steken heeft staan. Het
begin van den toer komt zoodoende aan
den linkerkant te zitten. Men breit nog
124 toeren geheel recht, waarna begon
nen wordt met het kruis voor den ach
terkant. Daartoe breit men van de
dwarsliggende lusjes, die voor den
laatsten steek van de le naald en na
den eersten steek van de 2e naald liggen,
1 recht verdraaiden steek. Bij de vol
gende naalden worden deze meerderin
gen aan weerszijden van de beide eerste
meerderingen voortgezet, zoodat we de
juiste breedte en hoogte van het kruis
krijgen. Dit meerderen herhaalt men
24 x bij iederen 5en volgenden toer.
Bij den 145en toer wordt eveneens
begonnen met het kruis van den voor
kant. Daartoe breit men van de dwars
liggende lusjes, die voor den laatsten
steek van de 3e naald en na den eersten
steek van de 4e naald liggen, weer 1
recht verdraaid. De meerderingen wor
den telkens bij iederen 4en toer 24 x
herhaald.
Ten slotte de steken van het kruis
afkanten en de pijpjes verder ieder af
zonderlijk in de rondte afbreien.
Voor deze pijpjes mindert men telken
bij iederen 2en toer aan vóór- en achter
kant (binnenzijde bij het kruis) 1 steek
door de 2 laatste (of eerste) stekei
tezamen te breien. In 1 toer worden du-
telkens 2 steken weggeininderd.
Dit 12 x herhalen. Dan nog een
boordje breien 2 recht, 2 averecht, 24
toeren hoog. Ten slotte afkanten. Dt
boord van de pantalon wordt boven
aan dubbel genaaid ter breedte van
ongeveer l cm. Hierdoor trekt men een
elastiek.