EEN ZOETE INVAL IN BRESKENS In groote mengt roggen worden boter, suiker en meel gemengd lot de specie, waar de, biscuits van gebakken worden. En de groote biskwie-bandoven zorgt er voor, dat, als het deeg eenmaal gemengd is, de vormpjes er netjes worden uitgestoken en dan juist lang genoeg door den langen oven worden voortbewogen. om kant en klaar gebakken daaruit te voorschijn te komen en door rappe handen dadelijk te worden verpakt. In de groote ketels gesmolten, gemengd en gekookt, wordt het zoete mate riaal weer afgekoeld en opgestijfd, in groote lappen gerold, en ge kneed, om ten slotte, tot dunne staven uitgerold, in de machines te ver dwijnen Er waren tijden, toen er van Breskens niet veel meer te vertellen viel dan dat de stoere, so bere bevolking liet er hebben moest van de vischvangst, die 't eene seizoen aardig mee kon vallen, en 't volgend jaar soms weer alle winst van het vorige opteerde. Er kwam een tijd, toen er hier ongemerkt een van de omvangrijkste Zeeuwsehe industrieën aan 't. groeien was, terwijl de buitenwereld nogniet anders scheen te weten, dan dat er in Breskens een aardig babbelaarsbakkerijt.je" stond. Maar nu hoeft u den naam van Breskens in 't heele land maar te noemen om meteen te liooren reageeren,.0, met de fabrieken van van Melle Dat heeft, in zevenendertig jaren tijds, een enkel geslacht van van Melles, onder aanvoering van den stichter der fabriek, den lieer I. van Melle, klaarge speeld. Want al bezat reeds in 1840 een van Melle te Breskens een broodbakkerij, die, door de aanwe- Daar zullen we heel wat kilo's bonbons van kunnen draaien verzekert het bakkertje van van Melle, dat. in dertigjarigen dienst tijd zelf ook flinke afmetingen heeft aan genomen. zigbeid van twee forten, goede zaken deed, en al begon diens zoon in 1875 ter plaatse tevens de suikerbakkerij te beoefenen het waren drie van diens dertien kinderen, die pas sinds het jaar 1900 de suikerbak kerskunst, in het buitenland Duitsokland, Zwitserland, En geland, Amerika, enz. geleerd, op modernen grondslag gingen toepassen. In die zevenender tig jaren is 't bedrijf gestaag gegroeid, en van drie man in 1900 steeg liet aantal daarin tewerkgestelden tot ongeveer driehonderdvijftig in onzen tijd. Afgezien dan nog van het talrijke personeel, dat indi rect, in den buitendienst, voor van Melle werkzaam is. Dat beteekent wat voor den stoeren, onvermoeiden stichter dezer industrie en voor zijn familie. Maar dat beteekent ook wat voor Breskens. En voor een groot deel van Zeeuwsch-Vlaanderen. Want financieel en economisch zouden de gemeente Bres kens en haar bevolking zeker niet meer bet. hoofd

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 16