HET MANTELPAKJE
EN WAT ES ZOOAL BIJKOMT
men natuurlijk't liefst een shirt van doffe zijde, een
mooie wollen cachemire of 'n jersey.
Bij een donker of lichtgrijs geheel doet het aller
aardigst de finishing touch van groene of roode hand
schoenen. Deze moeten op hun beurt echter passen
hij hoed en schoeisel, eventueel ook hij de haast on
ontbeerlijke shawl.
Handschoenen, die een iets minder lange kap ver-
toonen, hlijv^a. toch nog stfeeds de troetelkinderen
van Vrouw Mode. Als garneering komen veel stik
sels voor, plooitjes en perforatie, terwijl er ook een
groote voorliefde bestaat om twee verschillende soor
ten materiaal te bezigen suède bovenop, leer van
binnen. Ook combineert men graag twee verschil
lende kleuren Wit van boven met 'n palm van zwart;
groen met bruin grijs met donkerblauw.
Bij het niet-gekleede mantelpakje moet men vooral
geen schoenen met al te hooge hakken dragen, hoe
wel de niet-lange vrouw over het algemeen toch
beter doet zich niet te buiten te gaan aan de
vierkante platte hak, die vooral Engeland voor
meer sportieve doeleinden propageert.
Laat ten slotte ook de hoed in overeenstemming
zijn met het geheel. Neem vooral geen coquet, klein
dopje met 'n lang-afhangende voile bij 'n tailleur of
sportief tweed-pakje, maar daarnaast zéér zeker óók
niet het jolige hoedje van ons plaatje bij een gekleed
middag-costuuin.
Wie de harmonie in de verschillende onderdeelen
van haar toilet vindt, kent nog altijd de oplossing
van het groote geheim om goed gekleed te gaan.
TJet mantelpakje, de groote
mode van voorjaar
1937Grappige fantasiepak
jes, sportieve eostuums en
vooral ook de klassieke tail
leurs. Voor de eerste soort,
de fantasiepakjes, zien we
graag de combinatie van een
effen rok met een gewerkt
manteltje voor het tweede
genre, de sportieve uitrusting,
verlangen wij bij voorkeur
een mooie tweed, die momen
teel ook in flatteuze kleuren
gebracht wordt, of een mooi
flanel en ten slotte begeeren
wij voor de strenge tailleurs
over het algemeen kam-
garen.
Flatteus en aardig zijn de
pakjes die bestaan uit 'n
effen koker-rokje met 'n
fleurig geruit jasje. Een
typisch onderscheid tusschen
de Fransche en Duitsche modellen is,
dat de Fran<jaise radicaal gebroken heeft
met den verbreeden schouder, terwijl Ber
lijn de mouwen nog steeds met een kopje
inzet. De rokken zijn niet alleen nauw
maar worden ook enkele centimeters
korter dan zij in de vorige jaren waren.
Op de effen fantasiepakjes brengt men
veel garneering van soutache aan. Van
daar dat er prachtige stoffen in den han
del gebracht worden, die reeds geheel ge-
soutaelieerd zijn. Het mooiste is dus als
men bij een rokje van effen stof een
bijpassend gesoutacheerd manteltje kiest.
Het vlotte kwieke mantelpakje vraagt
heel wat zorg. Allereerst is er de
blouse, die weer een geduchte con
current van de zoo geliefde jumper
dreigt te worden. Vooral glanzend
satijn maakt goede kansen, hoewel ook
andere zijdesoorten en kant op het lijstje
voorkomen. Bij een sportief geheel kiest