Een bezoek aan een Chineesch kerkhof DE STAD DER DOODEN In China gelooft men, dat in de laatste afbeelding, die van den afgestorvene gemaakt werd, zijn ziel woont. Daar boven ziet men de beeltenis van de „godin van het lange leven". ieder een omhuld korfje dragen, Iaat zij zich in een rikscha buiten de stad brengen, waar weelderige villa's naast bamboehutten zijn gelegen, tennis velden naast rijstakkers, autobanen naast moerassen, kazernes naast rijk gebeeldhouwde tempels. Een smal voetpad voert door 'n effen dal naar een heuvel, die over de volle lengte door een hoogen muur omgeven is. Zij begeven zich naar een breede toegangspoortde dienaar klopt aan en terzelfdertijd worden de zware deuren van bin nenuit geopend. De grijze poort wachter begroet lien met een vrien- delijkèn glimlach. Mevrouw Ling laat de groote rouwhal, wier stemmige ruimte ver vuld is van het gekwetter dei- honderden vogels, rechts liggen en wandelt statig door de breede hoofdstraat, dwars door de dooden- stad. Ovale kuipjes met sluier staai tvisschen er in, hooge waaier- palmen, lotusbloemen en Plioenix - oogen staan langs den weg. Olean ders en hibiscusstruiken zijn over dekt met rose en vlammend-roode bloemen. Een kleine jongen, belast met 't toezicht op den tuin, jaagt op bloote voeten achter dansende kleurige vlinders. Er hangt een beweginglooze stilte, een klare, verzonken rust. Ver weg, als tot een andere wereld behoorend, blikkeren de daken van Kanton in de stoffige, trillende hitte. Aan den noordkant der derde dwarsstraat ligt doodenkamer nr. 8. De hooge, verblindend-wit ge kalkte kamer staat langs de straatzijde wijd open. Voor de overleden moe der staat in de Chi- neesche doodenkamer steeds de tafel gedekt. De geur van de thee is haar drank, de geur der bloemen haar voed sel. De trouwe dochter draagt er zorg voor, dat het de afgestorvene aan deze dingen niet ont breekt. Op den rug van den stoel ziet 'men de naamplaat voor de ziel. De weduwe van den rijken Kantoneeschen mat- tenfabrikant Ling heeft over haar kost bare, purper-damasten japon 'n ongezoomd, ongebleekt gewaad van neteldoek geworpen, ten teeken van diepsten rouw. Het is vandaag vier jaar geleden, dat haar man is gestorven. In gezelschap van haar dienaar en dienares, die In elke doodenkamer van 'n Chineesch kerk hof staat 't altaar met de „zielenplaat". Op het altaarkleed prijken de „vijf kostbaarhe den", bestaande uit twee kandelaars, twee bloemvazen en een wierookvat. Terzijde staan twee uit zijde papier vervaardigde af beeldingen van hemel- sche geesten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 6