LUX TOILET ZEEP Het lijk, dat verrees begrijpen, dat hij best aan kon nemen, dat miss Wallis rn ij op die plek gezien had, nadat ik er geweest was, maar heel moeilijk, dat ik haar gezien kon hebben vóór zij er was. Ik kan niet meer doen dan ver klaren, dat het niet meer dan de stipte waarheid is, wat ik geschreven heb. Miss Wallis was een dergenen, aan wie ik wel het laatste gedacht zou hebben, als ik haar niet gezien had, en ik zag haar zoo duidelijk, en zij herkende mij zoo klaarblijkelijk, dat ik voor mij het geval onmogelijk weg kan rede neeren als een vergissing. Ik word er niet van verdacht, een zgn. tweede gezicht te hebben en ik pleeg geen visioenen te zien. Heteenige soortgelijke geval, dat ik ervaren heb, viel in mijn schooljaren. Ik was toen zeventien of daaromtrent en ik liep ge armd met een schoolkameraad, toen we onzen directeur tegenkwamen (den Z.Ew. Heer 0. Pritchard, later hoog leeraar in de sterrenkunde aan de universiteit van Oxford), die snel in tegenovergestelde richting liep. Wij namen onze hoeden voor hem af, en zonder omkijken beantwoordde hij on zen groet. Hij liep door, en twee of drie minuten later gebeurde precies hetzelfde nog eens. Verbaasd lieten wij eikaars armen los en tegelijk riepen wij uit „Waar komt hij vandaan I" Wij waren er beiden zeker van, dat hij ons niet ge fopt kon hebben door langs eén an deren weg om te loopen en 't was ook niet waarschijnlijk, dat hij dit gedaan zou hebben, al moet ik erkennen dat wij, als schooljongens, best in staat waren, hem van zooiets te verdenken. Deze ontmoetingen hadden plaats in een stille buurt van het dorp of stadje Clapham, in het jaar 1850 of 1851. Wij liepen langzaam, en praatten, waar schijnlijk over niets bijzonders, en beide keeren zagen wij hem alle twee. De naam van mijn kameraad was Henry Stone. Hij leeft nog en woont op Merle Lodge, St. John's Ryde, eiland Wight. Wij hebben onzen directeur nooit iets ge vraagd over dat geval, en hij heeft er met ons niet over gesproken, wat hij wel gedaan zou hebben, dacht ik, als hij ons gezien had. Mr. Spencer Nairne voegt hier eenige bijzonderheden over zichzelf aan toe. Hij kwam van Emmanuel College, Cambridge, was rector van Hunsdon, Hertfordshire, later predikant te High Wych, Hertfordshire, daarna predikant te Latton, Essex, en einde lijk te Latton, Totland Bay, eiland Wight. De Ew. Heer R. A. Kent, aan wien lord Halifax dit verhaal dankte, was een kleinzoon van den elders genoemden schilder mr. Reginald Easton. jyjijn grootvader, Reginald Easton, lo geerde bij ons op Dinham Hall, on geveer veertig jaar geleden, d.w.z. om streeks 1890, en hij sliep in een kamer naast de mijne. Beide kamers waren met een deur verbonden. Op een och tend vroeg werd ik gewekt door een stem, die op wanhopigen toon riep -Arthur Arthur Ik ging dadelijk de aangrenzende kamer binnen en vond mijn grootvader overeind zitten in bed, zeer van streek. Hij zei, dat hij een ontzetten den droom had gehad, dien hij mij op mijn verzoek vertelde. Hij had gedroomd, dat hij bij een ouden vriend op Breede Hall, in Staf fordshire, logeerde. Op een mooien dag wandelde hij door het park hij was op weg naar de oude dorpskerk. Hij ging het hekje door en het pad op, tus- schen zerken en grafmonumenten, en kwam bij de oude portiek. Toen hij binnenging luidde de klok voor een be grafenis. Hij ging toen de kerk niet in, maar liep weer naar het paadje, met het voornemen te wachten, tot de be grafenis voorbij was, en tot zoolang eenige zerken en gedenkteekenen op het kerkhof te bekijken. Toen zag hij den begrafenisstoet het pad opkomen naar de oude portiek. Hij vroeg naar den naam van den overledene, en kreeg tot zijn verbazing te liooren, dat het een van zijn oudste vrienden was, mr. Monckton, van Summerford Hall, een paar mijlen ver hij vormde dus een ander plan en ging de kerk in, om den dienst bij te Wonen. Hij bleef achterin zitten. Nauwelijks was de lijkkist in het koor op de baar gezet, of er kwam een oud kostertje met een afstootelijk uiter lijk naar hem toe, en zei „Ik heb ge hoord, dat u een der oudste vrienden van mr. Monckton bent. Als dat zoo is, wilt u dan na den dienst voorloopen naar het graf V' „De dienst werd door den predikant, die een gezicht had als een ver schrompelde appel, afgeraffeld," zei mijn grootvader, „en toen namen vier mannen de kist op hun schouders, om haar naar den grafkelder te dragen. Het oude kostertje kwam weer naar me toe en wees me den weg. Ik daalde een aan tal treden af en moest me bukken, om het oude poortje naar den grafkelder binnen te gaan. Er was daar een ver hooging in, waar de kist op moest ko men. Rondom stonden er dertig of veertig kisten van leden der familie sommige hingen van ouderdom uit elkaar en de geraamten staken er ge deeltelijk uit. Zoodra de lijkkist op de verhooging was geplaatst, gingen de anderen weer naar buiten, en toen sloeg het kostertje, dat vlak bij me was ge slopen, de fakkel, die ik mee had ge kregen, uit mijn hand op den glibbe- rigen grond. Een seconde later hoorde ik de deur dichtdoen en het slot klikken. Ik was moederziel alleen in die afschu welijke ruimte achtergelaten. Ik liep rond, en schreeuwde, dat ze me er uit moesten laten, maar ik kreeg geen ant woord. Zoo bleef ik een half uur lang, en toen hoorde ik opeens een sterk ge kraak. Toen ik dat hoorde zei ik bij mezelf „Goddank, ze komen me er eindelijk uit laten," maar tot mijn onbe schrijfelijke ontzetting zag ik, dat ik me vergist had het geluid, dat ik gehoord had, werd veroorzaakt door het lichaam van den ouden Monckton, dat zich uit de doodkist wrong. In een oogen- blik was het lijk, dat al in staat van ontbinding verkeerde, de kist uit en kwam het op mij toe. Ik ontweek het, om de kist heen, en de oude Monckton vervolgde mij, tot ik eindelijk uitgeput op den grond viel, met het verwordende lichaam boven op me. Hij zette zijn nagels diep in mijn wang en reet mijn gezicht open. Ik worstelde en worstelde om het lijk van me af te werpen, maar zonder succes. Toen werd ik wakker, en tot mijn ontzaglijke verlichting zag ik het licht door het raam schijnen." Den volgenden dag kreeg mijn groot vader bericht, dat de oude heer Monck ton dienzelfden nacht gestorven was. 9D „Lord Halifax's Ghost bo ok" Uitgave George Bless Londr U gevoelt zich fit wanneer Uw lichaam met Vasenol-Toiletpoeder verzorgd wordt. Uw huid wordt gezond en droog gehouden. Onaangename gevolgen van de huid uitwaseming worden voorkomen. LUX TOILET ZEEP IS HEERLUK GEURIG EN UITERST ZUINIG IN HET GEBRUIK. MAAR VOORAL HOUDT ZIJ DE HUID SOEPEL EN JEUGDIG. SINDS IK LUX TOILET KEN, GEBRUIK IK NIETS ANDERS MEER. AL MIJN KENNISSEN RAAD IK LUX TOILET ZEEP AAN. Alweer een bewijs uit duizenden, dat wij Lux Toilet Zeep nooit on verdiende of overdreven lof hebben toegezwaaidGeen woord teveel hebben wij gezegd over de heilzame en verfrissende invloed van Lux Toilet Zeep op de huid. Lux Toilet Zeep biedt U inderdaad de doelmatigste hulp om Uw huid stralend jeugdig en gezond te houden en is thans binnen ieders bereik. Besteed da gelijks enkele minuten om Uw ge laat te verzorgen met Lux Toilet Zeep. Bovenstaande ongevraagde beoordeling is authentiek, en ligt voor een ieder ter inzage op ons kantoor Museumpark I, Rotterdam Generoalvertegenwoordiging: J Winkel Jzn., Den Haag, Merwedestraat 47 Tel. 772595

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 13