OUDE PLAATJES VAN - SURINAME Boschnegers als vrachtrijders. verlieten, ontnuchterd en teleurgesteld in hun ver wachtingen. Suriname vormde aanvankelijk een Spaansche bezitting. Later vestigden zich er een aantal Engelsche kolonisten, op wie het in den Tweeden Engelschen oorlog door 'n Zeeuwsche vloot onder Krijnssen veroverd werd. Bij den vrede van Breda werd Suriname door Enge land aan Nederland afge staan in ruil voor het door de Engelschen veroverde Nieuw-Amsterdam (het te genwoordige New York). Erg veel baat heeft Suri name nooit gebracht. Na allerlei getob kwam het in eigendom van de West-Indische Compagnie, die op haar beurt het weer verkocht, te weteneen-derde deel aan de stad Amsterdam, een derde deel aan Cornelis van Aerssen, heer van Sommelsdijk, terwijl de Compagnie 't overige in eigen bezit hield. IIet eerste tijdperk van bloei kwam na de invoe- ring van de koffiecultuur (1719), nadat zich er een aantal Fransche réfugié's gevestigd hadden. Deze réfugié's, die het schrikbewind der revolutie ont snapt waren, wisten de duizenden moeilijkheden langen tijd het hoofd te bieden, totdat de steeds bloediger plundertochten der boschnegers de cul tures nagenoeg lam legden. Engeland toonde zich nog steeds erop belust Suriname te bezitten. In 1799 maakten de Engelschen zich er van meester, moesten het bij den vrede van Een tweeëntwintig voet lange boa inlandsch: abonta) wordt gestroopt. Amiens weer afstaan, om het in 1803 opnieuw te veroveren In 1814 echter kwam het voorgoed aan Nederland terug. Suriname beleefde toen een korte periode van welvaart, die echter na de vrijmaking der slaven bij gebrek aan voldoende arbeidskrachten ophield. De kolonie raakte in diep verval, steeds opnieuw moest Nederland bijspringen om het in nood ver- keerende land te helpen, hetgeen zoo tot op heden het geval is gebleven. Thans zijn er enkele licht punten te bespeuren, waaraan de door de K.L.M. opgerichte luchtlijnen, die Suriname met Amerika verbinden, hun deel schijnen bij te dragen. Niettemin kost Suriname ons dit jaar weer 'n kleine drie millioen gulden De Saramecastraat te Paramaribo. Jieede van Paramaribo met op den achtergrond de stad. Suriname, ook wel Neder- landsch-Gnyana ge noemd, ter onderschei ding van Britsch- en Fransch-Guyana, is weldra tweehonderdzeventig jaren in Nederlands bezit. Het is 't belangrijkste deel van Nederlandsch West-Indië en vormt 't poovere over blijfsel van 't rijke, uitge strekte gebied, dat Neder land eenmaal in Amerika heeft bezeten. De oudste bewoners zijn Indianen geweest. Dezen hebben zich echter na de komst .der boschnegers en Europeanen in het berg land teruggetrokken. Deze boschnegers waren de na komelingen der negers, die als slaven uit Afrika waren ingevoerd om op de plan tages der Europeanen te werken. Velen van hen wisten te ontsnappen en vereenigden zich in de bosschen tot benden, die de plantages overvielen, brandstichtend, plunderend en moordend. Dit duurde bijna twee volle eeuwen lang, zonder dat de Nederlandsche regeering af doende maatregelen wist te treffen. Eerst in 1863, na de vrijverklaring van de slaven, keerde de rust voorgoed terug en vestigden zich de boschnegers in vaste woonplaatsen. Men neemt aan, dat de naam „Suriname" van Indiaanschen oorsprong is en betrekking heeft op den Indiaanschen stam der Surinen, die eenmaal de alleenbezitters van 't. land geweest zijn. De geschiedenis van Suriname als koloniale bezit ting is niet bjjster glorieus. Het land is in den loop der eeuwen keer op keer door gelukzoekers over stroomd geweest, die het echter meestal weer spoedig rr*"* "eger-wonderdokter (toovenaarj Indianen in hun boschhut. Begrafenis van een voornamen burger. De kist wordt gedragen door zijn slaven, terwijl andere slaven de treurende familieleden met een zonnescherm tegen de zonnestralen beschutten

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 30