LENTEBODEN IN THIJSSE'S HOF A fl door Jac. CP. QThijsse hmimiHB grijsgroene bladeren met wit eind- puntje, de flinke, maar toch slanke bloeisehachten, de zuiver witte bloempjes en als die open gaan, dan komen nog de binnenste bloem blaadjes te zien met de geestige groene vlekjes en streepjes. IV lenteklokjes zijn ook wel heel mooi, maar eigenlijk toch tweederangs en als het sneeuwt, dan blijken hun bloemen geelachtig grijs te zijn, ter- wijl do sneeuwklok wit blijft. De eerste primula is ook al open. lederen dag komen er meer, en eer Maart ten einde is, hebben we ze den boelen Hof door, alweer bij honderden, alweer lenteweelde. Dat is niets bijzonders, want in de Jat. P. Thijsse en Je jeugd. Aanschouwelijk onderricht bij liet graajwerl, ran den groenen specht. Hechts de lage, dichte opslag ran sleedoorn. 1 dadelijk bij den ingang staan wij dik in de bloemen winteraconietjes, die al aan het uitbloeien zijn, en sneeuwklokjes en lenteklokjes nog in volle fleurigheid. De tuinman is bezig met paaltjes en prik keldraad, een kleine waar schuwing voor de onmaat- schappeÜjken, die hier zou den willen plukken, of de ongeduldigen, die den drang niet kunnen weerstaan, om een hoek af te steken. Intussehen zijn wij met die paaltjes en dat prikkel draad zoo spaarzaam moge lijk wij houden van ..de vrije natuur". De sneeuwklokjes staan hier bij duizenden en door den heelen Hof heen, want wij houden ook van over vloed en van verscheiden heid. Crocussen, wolbal, sterhyacintjes geven hier ook kleur en vóór den gedenksteen van Catharina Cool beginnen zoowaar ook reeds de Maartsche viooltjes te bloeien. In de vroegte lagen de sneeuwklokjes en de lente klokjes vlak tegen den Dezer dagen bracht een onzer reporters een bezoek aan 't bekende Thijsse's Hoj te Bloem-endaal, waarde populaire natuur- vorscher dr. J. P. Thijsse hem onder deskundig en vriendelijk geleide volop ge legenheid gaf, rem vast te, leggen wat er ondanks het ongunstige en gure jaarge tijde reeds begon te ontluiken aan veel belovende jonge lenteboden Jonge, bloem pjes opduikend wit de bloei scheed en, eerste primula's en teere anemonen, witte elzen en zooveel andere jeugdige lentespruiten, die door de uitstekende zorgen van dr. J .F. Thijsse, door 't laatste wit van den winter heen, den bezoeker de blijde mare brengen van een lente die nabij is. grond, door de nachtvorst, maar ze richten zich weer op naarmate liet warmer wordt. Straks staan ze kaarsrecht en dan spreiden zich de buitenste bloem blaadjes! van het sneeuw klokje wijd uit, zoodoende het. vlugste en zwierigste bloemenfiguurtje makend onder alles wat hier liet heele jaar bloeien mag. Er wordt nog al eens ge kermd over de kortstondig heid en de vergankelijk heid van de lente en van het leven. Dat is wel heel dom en ondankbaar, /ie maar eens de sneeuwklok jes. Op beschutte plaatsen komen die reeds in bloei in het begin van Januari en houden het. dan persoonlijk wel zes weken uit of zelfs langer. Op de koelere plek ken komen ze later in bloei en die duren dan wel tot in April. Zoo kunnen we op onze wandeling in Maart hier een pol vinden in vollen bloei en een klein eindje verder een partijtje waar de bloempjes nog pas uit de bloeischeeden te voor. schijn komen. Iloe mooi is dat alles de gave frissehe Espen oj ratelpopulieren in bloei. E dichte wortelopslag. onder zit de Hazelaars bloeiend langs den bosehrand Bloéitak van vrije natuur groeien de planten op de voor hen ge schikte plaatsen toch ook altijd in grooten overvloed. Denk maar aan de boterbloemen in het hooiland, de waterlelies op do plassen. In onze parken en plantsoenen wordt niet altijd in dien zin gewerkt en onze onnatuurlijke dennen- bosschen zijn '11 toonbeeld van schraalheid en schriel heid, doch het echte loofbosch is in liet voorjaar één en ai bloem. Daarom hebben wij ook in Thijsse's Hof do heele parade gebracht van lenteweelde en zomerpraoht. Misschien mag ik u daar later nog wel iets van vet- toonen, oj) het oogenhlik komen wij niet verder dan de primula's en misschien de eerste anemoontjes, doch die behooren al tot de tweede lente. De eerste lente eindigt ongeveer wanneer de kalenderlente be- gint. Tegelijk met de sneeuwklokjes kwamen in Januari reeds de witte elzen in bloei. Dit zijn eigenlijk geen inlandsche hoornen, maar de moderne boschbouvr heeft hun burgerrecht gegeven om hun uitmuntende kwaliteiten. Het zijn tevreden snelgroeiers en toen uw weldra twaalf jaar geleden deze Hof gesticht werd op een kale vlakte, omgeven door schraal eiken-kreupelhout, hebben wij bij den vijver een paar van die witte elzen geplant, en beleven daar nog altijd plezier van. Ze schieten niet alleen snel en rijk vertakt, omhoog, maar maken ook nog dichten Wortelopslag, zoodat die paar telgen zich nu ont wikkeld hebben tot ware boschjes, thans rijk be hangen met katjesbloei. De vruchten van 't vorig jaar zitten nog aan de takken als zwarte proppen, waar de sijsjes en groen vinken de oranje-nootjes uit komen pikken. Een menigte van die oranje vruchtjes zijn ook in den itten els. vijver terecht gekomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 2