BRUSSELSCH LOF
D
Hoe en waar het gezaaid,
gekweekt en ge-
oogst wordt
liet oogsten van het witloof.
Ilei stolen der typische kacheltjes vereischt veel routine
en vakkennis.
ke Nederlandsche keu
ken stelt den bitteren
smaak van 't witloof
zeer op prijs Men heeft er
zelfs een eigen benaming
aan gegeven, die alom po
pulair is, n.l. „Brusselseli
lof", daarmede doelende op
de streek van herkomst,
daar de omgeving van
Brussel 't land bij uitstek
is der witloofkweekers.
De fijne groente wordt
niet alleen in Nederland
hoog gewaardeerdOok
Frankrijk, Duitschland,
Zwitserland, ja zelfs Ame
rika zijn geregelde koopers.
Hoewel Frankrijk over
een eigen witloofcultuur
beschikt, moet het toch
de betere kwaliteit van
het Belgische product er
kennen.
Het kweeken van wit
loof is niet zoo eenvoudig.
Het wil geleerd zijn en 't
eisclit veel inzicht, maar
vooral veel geduld.
Men begint reeds in Mei het witloof op het veld
uit te zaaien. Is dit eenmaal geschied, dan vangt het
nauwlettend bewaken van de zaaivelden aan, daar
De verwarmingshuizen worden metaarde bedekt.
Het Brusselseli lof is gerijpt, het hoogseizoen
der oogsters zet in.
van het zaaien zeer veel af
hangt. Het zaad ontkiemt
en ontwikkelt zich tijdens
de zomermaanden tot een
flinken wortel. Deze wor
tels worden in October
gerooid.
De kweekers ontdoen ze
van de overtollige blade
ren, hetgeen veel vakken
nis vereischt, want men
moet juist weten hoever
men hiermede kan gaan.
Daarna legt men de wortels
op hoopen. De overtollige
bladeren blijven op 't veld
liggen, daar ze 'n goede
bemesting vormen.
Het rooien zelf geschiedt
op twee manieren. De
kleine kweekers doen het
met een spade, een riek of
zelfs wel met een vork.
Op de groote witloofkwee-
kerijen geschiedt 't rooien
machinaal. Een machine
rijdt er overheen en snijdt
de wortels alle op gelijke
hoogte af.
Na het rooien worden de wortels met stroo en
aarde bedekt om ze tegen de vorst te beschutten.
Dan begint de periode van het forceeren. Men
moet namelijk den groei en het rijpen der groente
door middel van verwarming afdwingen. Hiermede