i
Met volle manden naar huis toevaar het lof grondig wordt gereinigd. Op 'n witloofkweekerij. Van 'n juiste verwarming hangt 't welslagen van den oogst af
begint men eind November, begin December.
Men legt op de velden lange greppels aan, waarin
de verwarmingsbuizen worden ondergebracht. De
wortels, zoo dicht mogelijk naast elkaar gerijd,
komen in deze greppels te liggen, waarna men ze
bedekt met hooi en aarde, opdat het daglicht den
groei ervan niet nadeelig zou beïnvloeden, daar het
lof dan groen in plaats van wit zou worden.
De greppels zelf beschut men tegen de koude door
er schuinstaande beschotten overheen te bouwen van
riet of sti oo ofwel van gebogen golfplaten, welke
laatste methode meer en meer veld wint.
Hebt u
Het laf is geoogst.
De witloofvelden bieden*nu een eigenaardig en
zeer typisch beeld. Overal op de velden ziet men de
kweekers over de ronkende kacheltjes gebogen, uit
wier korte pijpen blauw grijze rook opkringelt, die
in het avonduur zich in lange, ijle. slierten over de
velden neerlegt.
IY verwarming moet steeds op temperatuur ge
houden worden, zoodat de kleine kweekers in 't
holle van den nacht hun veld opstappen 0111 hun
kacheltjes bij te stoken. De kleine, doffe vuurhaarden
leveren op de donkere velden 'n romantisch gezicht
op. Op de groote kweekerijen is het verwarmings
systeem natuurlijk tot 't. uiterste geperfectionneerd.
Van een juiste verwarming hangt het welslagen
van den oogst af. De verwarming mag niet te matig,
maar ook niet te fel zijn stookt men te hard. dan
slaat het witloof zwart uit en is de verwarming niet
voldoende geweest, dan neemt 't witloof een groene
kleur aan.
Het ligt voor de hand, dat men het stoken niet in
een-twee-drie leert. Gewooidijk moet men jaren in 't
vak zitten, alvorens te weten hoe hard men in de ver
schillende weersomstandigheden moet stoken.
I11 't midden van Januari begint men met den
eersten oogst.
Het heele kweekersgezin helpt hieraan mede.
De wortels worden bloot gelegd en voorzichtig van
het lof ontdaan. Men laadt het lof in manden, die
naar huis worden gebracht en de vrouwen en meisjes
beginnen't lof nu tewasschen en te reinigen. Daarna
wordt de groente gesorteerd en in kistjes of doozen
verpakt, ieder vijf kilo
gram inhoudend. De streek
wordt in die dagen over
stroomd door opkoopers,
die voor den verderen ex
port zorg dragen. In 1935
werden 47.594.000 kilo's
witloof geëxporteerd en
dit cijfer toont wel aan
van hoeveel belang de wit
loofcultuur voor Zuid-
Brabant is.
Het is de roem van de
streek
Het gaat van vader op
zoon en steeds zijn de
kweekers er op uit hun
producten te veredelen. Zij
staan in hun vak aan de
spits en zij zullen zich niet
gemakkelijk van die hoogte
laten verdringen
De wortels van 't. witloof
verwerkt men tot stroop-
koffieer gaat dus wer
kelijk niets verloren
Het wassehen en reinigen van het witloof geschiedt
door vrouwen en meisjes.
In Nederland kweekt men witloof in de onder-
aardsche gangen van den St. Pietersberg te Maas
tricht'. Overigens is de witloofcultuur in Nederland
van nagenoeg geen beteekenis vergeleken met die in
Zuid-Brabant.
Het rijpe loj wordt voorzichtig van z'n wortel ontdaan