KING PEPERMUNT KING Een schooiertje van Pal ÜL 37 door Vittorio Benito Neen, signorita, ik heb heusch geen honger. U is heel goed voor een armen jongen van Palermo, maar die tranen kwamen zoo maar in mijn oogen. Honger heb ik niet en mijn mar motje ook niet. Ziet u dat schip daar liggen, de „Brooklyn" 1 Met dat schip zijn we van Palermo naar New York komen varen en capitano Brack is als een vader geweest voor Luigi Strasso. En voor mijn marmotje eveneens, signorita. We zijn pas aangekomen en ik kan mij keelemaal niet voorstellen, dat ik nu gauw mijn eigen vader en moeder terug zal zien. Het is alweer zes maanden geleden,dat ze naar Amerika vertrokken, signorita. We huilden alle drie en mijn moeder het hardst. En mijn vader lei z'n hand op m'n schouder en zei „Je moet een flinke jongen zijn. Je bent nu tien jaar en bijna een man. Vader en moeder kunnen hier geen eten meer ver dienen, maar in dat groote Amerika komt weer werk genoeg. We zullen heel zuinig zijn en zoodra we genoeg voor de reis verdiend hebben, komen oom Luigi en jij ons achterna." En toen ging hij met moeder op de boot en voeren zij weg. Dat is een half jaar geleden, signorita, en ik was heel treurig na dien dag. Toen kwam oom Luigi opeens ziek te liggen. De dokter zei, dat het niet erg was, maar dat kon liij onmogelijk weten, want toen hij kwam, stak hij alleen zijn neus maar even binnen de deur. En op een morgen, toen ik oom Luigi ging roepen, was hij dood. Toen heb ik erg gehuild, signorita, want ik voelde me net, of ik heelemaa! alleen was op de wereld. Nou, na een paar dagen ging het weer wat beter. Ik had mijn marmot je nog om tegen te praten en dat deed ik dan maar. Nou, signorita, en zoo gingen er weer een paar treurige weken voor Luigi Strasso voorbij. Ik zat den heelen dag naar de schepen te kijken en op een goeden dag prakkizeerde ik, dat een van die schepen me misschien wel voor niets mee zou willen nemen. Ik vroeg het aan capitano Brack van de „Brook lyn", maar deze zei, dat het beslist niet ging. Ik moest een hoop dollars hebben en papieren en hoe zou een arme jongen als ik aan dollars komen, signorita 1 Dien nacht sliep ik in een havenpak huis, signorita. Ik droomde en het was net of m'n moeder voor me stond. Ze zei „Luigi, er houdt maar één man de wacht op de brug van de „Brooklyn". Misschien is hij wel ingedut en de nacht is pikdonker. Ga gauw aan boord en verberg je goed. Heb je in den hoek van het pakhuis dat opveegsel zien liggen Dat is graan en copra en maïs van alles door elkaar. Je mag het gerust nemen, het wordt toch weggegooid. Stop er al je zakken en je kiel mee vol en vul een blik met water en sluip gauw aan boord. Kom niet te voorschijn onder de reis, maar wacht in New York den nacht af en probeer aan wal te komen. Als je voorzichtig en slim bent, zal het je wel lukken. Het was een vreemde droom,signorita. Mijn moeder kuste me nog en toen werd ik wakker. Ik dacht dat ik maar precies moest doen, zooals moeder gezegd had. Dat opveegsel had ik zien liggen en ik bond een touw om mijn kiel en stopte me zóó vol, dat ik wel op een ton leek. Toen nam ik twee leege benziueblikken en pompte ze vol water. Zóó sloop ik aan boord eii niemand zag me, signorita. Niemand Ik zag een luik openstaan van een ruim, dat bijna heelemaa] met zwavel gevuld was. Er hing een ijzeren ladder omlaag en in een wip had ik me m een donkeren hoek verborgen. En dóór bleef ik doodstil zitten, met mijn marmotje bij me. En natuurlijk erg angstig, dat ze me zouden vinden Maar alles ging goed, signorita. Dat ruim ging den anderen dag dicht en den volgenden nacht vertrok de „Brooklyn". Ik was op weg naar Amerika en toen heb ik daar een deuntje gezongen, dat u eens had moeten hooren. Zóó blij was ik. Toen viel die geschiedenis voor met mijn marmotje, signorita. Dat was, toen we allang op den Oceaan zaten. Ik had vier dagen geteld en vier nachten dat het dag was kon ik hooren aan het geloop boven mijn hoofd. Daar beneden was het natuurlijk erg donkerzóó donker, dat ik mijn marmotje nog niet zien kon, al bracht ik het vlak voor mijn oogen. Maar we hadden geen licht noodig, eten en drinken gaat heel goed in het donker. In den morgen van den vijfden dag wou mijn marmotje niet wakker worden. Het lag verstijfd in mijn hand, maar in zijn lijfje was nog leven. Want het was warm en nu en dan voelde ik een stuip trekking door hem heen gaan. Ik was verschrikkelijk bang dat het dood zou gaan, want het was een verjaardags geschenk van mijn moeder, weet u. Ik stormde tegen de ijzeren ladder op en bonsde met mijn vuist op het luik boven mijn hoofd. Hoe lang ik dat deed weet ik niet, maar ik dacht dat ik nóóit meer verlost zou worden. Ik wou me al laten vallen, keelemaal van boven af, want ik voelde me plotseling erg naar worden. Maar eindelijk hoorden ze me dan. Ei werd wat heen en weer geloopen boven mijn hoofd en eensklaps werd er een luik weggehaald. Ze trokken me op en riepen, dat er een „stow-away" aan boord zat. En allemaal kwamen ze om me heen staan en capitano Brack kwam er ook bij. En tegelijk riep er iemand, dat. er zwaveldamp in het ruim stond en dat mijn marmot daarvan van de sokken was gegaan. Dat riepen ze dat ie van de sokken was gegaan. En ze waren erg van streek Nou, en toen lette niemand meer op me. Ze liepen allemaal naar het ruim en drie mannen gingen naar beneden met een ding voor hun gezicht. Toen ze weer boven kwamen schreeuwden ze, (lat de zwavel broeide en dat de balken en de watertanks al heet waren. Capitano Brack commandeerde dat het heele ruim onder water gezet moest worden en toen keek hij eens schuin naar mij. Ze werkten als paarden, al die man nen ik geloof dat ze bijna van plan waren, van het schip af te gaan. Maar na een paar uur riepen ze, dat nu het gevaar geweken was en ééntje zei, dat de duivel er vandaag precies naast gegrepen had. En ze waren allemaal blij en dansten met me in het rond en toen ik alles precies verteld had, zei capitano Brack, dat m'n moeder een bescherm engel was, die me in m'n droom ver schenen was. Hij zei het heel ernstig en mij noemde hij den beschermengel van de „Brooklyn" en 't marmotje een mas cotte. En toen drukte hij me zóó vast tegen zich aan, dat mijn marmotje van pijn begon te piepen. En ook beloofde hij, dat hij zelf voor de dollars en voor de papieren zou zorgen, die ik noodig had en óók voor werk voor vader. En zóó kwam ik hier in New York, signorita. Er is al een boodschap weg naar m'n moeder en ze zullen dadelijk wel komen. Daarom ben ik zoo blij en steken mijn oogen zoo, begrijpt uMaar honger nee, honger hebben we niet, hè Pepi f We zijn alleen maar zoo blij, zoo ver schrikkelijk blij, dat een arme jongen van Palermo zijn eigen vader en moeder teruggevonden heeft." Een natuurlijke verkwikking! Verdrijft het onaangename door het aangename. Neemt i onder minder prettige omstandigheden King. King ver- aangenaamt Uw stemming. King houdt U fris en monter. Aan het edele natuurproduct ontleent King de weerga- loos verkwikkende eigenschappen. De heerlijke smaak en geur zijn het bewijs van de originele samenstelling, i De natuur is niet te verbeteren. TONNEMA CIE FABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT SNEEK

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 37