u KALZAN Indanthren -M H/rM '^T;' nrJL z cT^r GlCUaK 'nStojhxLje... maar zij kon 't niet helpen. "m Het slot van een geschiedenis PUROL<$» 43 Jk EET JE BORD LEEG. EMMY' „IK LUST NIET MEER ^.LJE GAAT NIET] ALS JE ZOO/A U STOUT BENT" 33 JAMMER, DAT JE EMM ^ZOO STOUT MOET ZIEN. IK BEGRIJP A NIET WAT HAAR -\ TEGENWOOR^. DIG BEZIELT^' .WEET JE ZEKER, DATHETSTOUT HEID IS? MISSCHIEN, DAT ZE TE WEINIG MINERA LEN HEEFT NU ZE IN DEN GROEI IS. JE/j* MOET HAAR KALZAN GEVEN DAT IS GOED „WAAROM, ZE ZIET ER TOCH GOED UIT? CkALZAN HEEFT MAG IK J£\IHAAR REUSACHTIG ^1 NOG WAT (^EHOLPEN. XBEN fifl hebben ?ratm'eKe r BEGON NEN MOEDER? Buien van prikkelbaarheid en geen zin in eten worden vaak aan onwil of stoutheid geweten. Maar in vele ge vallen is een tekort aan mineralen de werkelijke oor zaak. Vooral groeiende kin deren hebben veel mineralen noodig. Geef ze daarom Kal- zan en gij zult er zeker van zijn, dat zij ook in plotselinge groeiperioden sterke beende ren en tanden zullen hebben en een reserve aan kracht, welke ziekten tegenhoudt. Haal vandaag nog een doosje Kalzan om Uw kinderen ge zond te laten opgroeien. HET CALCIUM NATRIUM VOEDSEL VERKRIJGBAAR BIJ ALLE APOTH. EN DROG. IN TABLET- OF POEDERVORM door Ked Piiiock Het was in den tijd der Cubaansche troebelen, dat kapitein Carenas deze geschiedenis overkwam. Hij had op een dag koffie geladen in Havana en zijn bark „De Goede Ver wachting" lag gereed, om den volgenden morgen uit te zeilen naar Manzanillo. Na het invallen van de duisternis zat hij in de kajuit zijn administratie bij te werken, toen een matroos hem kwam melden, dat er iemand was om hem te spreken. Een oogenblik later zag hij 'n langen, mageren man in de kajuit verschijnen. Hij was sjofel gekleed en had een baard van een paar weken. Zijn gedragingen waren nogal onrustig en nadat hij de deur stevig gesloten had, nam hij zijn hoed af en dempte zijn stem tot een geheimzinnig gefluister. „Kapitein, vaart u naar Mexico „Jawel, morgenvroeg. Wat zou dat vroeg Carenas. „Ik ben Amerikaan," hernam de ander. „Vier weken geleden kwam ik van Mexico hierheen om zaken te doen en ongelukkig waren toen juist de troe belen uitgebroken. Ze kwamen er toe vallig achter dat ik 'n pistool bij me had en dat schenen ze niet te vertrouwen, want, ik werd gevangen genomen en naar het gevangenkamp van Nuove Leone gebracht. Gisternacht ben ik ontvlucht en het is me gelukt zonder kleerscheuren tot hier te komen. Zou u me mee willen nemen naar Mexico Kapitein Carenas nam den man eens op. „Kun je de reis betalen vroeg hij. De man schudde zijn hoofd. „Ik had tweehonderd dollar bij me, maar ze hebben me geplunderd tot den laatsten cent. Ik wil echter graag werken voor mijn overtocht." „Niet noodig, ik heb volk genoeg," zei Carenas barsch. „Maak maar dat je weg komt." „Kapitein, ik ben in levensgevaar," hernam de bezoeker dringend. „Als ze me vinden, zullen ze me voor m'n kop schieten, nu ik ontvlucht ben. N-eem me toch mee, u zult er geen nadeel van hebben. Later zal ik u alles betalen." Toen werd Carenas ongeduldig. Hij was een Mexicaan, opvliegend en kort aangebonden „D....nder op!" bulderde hij. „Ik ken die praatjes, 'k Heb liever één vogel in de hand dan tien in de lucht. Het laatste dat hij van zijn sjofelen bezoeker zag was zijn gebogen rug. En het laatste dat hij van hem hoorde een gemompelde verwensching. „Ik hoop dat u er nog eens spijt van zult hebben." „Nooit I" schreeuwde Carenas hem achterna. Dat was de korte, onbeteekenende geschiedenis, die kapitein Carenas van „De Goede Verwachting" dien avond in Havana beleefde. Het zou vier jaren duren voor hij te weten kwam, dat die geschiedenis ook nog een vervolg en een slot liad. Elke zeeman, die wel eens in Galveston aan den wal is geweest, kent het kroegje „De Veilige Haven". Het wordt zoowel bezocht door gezagvoer ders en stuurlui als door gewone ma trozen en er worden evenveel zaken afgehandeld als grogjes geschonken en moppen getapt. Op een dag zat kapitein Carenas hier te onderhandelen over het vervoer van een lading tonkaboonen, toen er een bezoeker binnentrad, dien hij in geen maanden had gezien. „Hallo, Hamilton," kwam hij luid ruchtig overeind. „Wat heb ik nu gehoord heb je je schuit verkocht „Ja," meesmuilde Hamilton, terwijl hij ging zitten. „Ik kreeg een onver wachte erfenis en toen had ik genoeg van het varen. Het was 'n meevallertje, want de zaken gingen slecht. Er is een vreemde geschiedenis aan verbonden, Carenas. Weet je nog van die troebelen in Havana van 'n paar jaar terug Nu, daar maakte ik dat grapje mee, waaraan ik nu een erfenis te danken heb. Op een dag liep ik er binnen met de „Zwaluw" en toen liet donker gewor den was kreeg ik bezoek van een zwer ver, wien de honger uit zijn oogen sprak „Kapitein," vraagt ie, „neem me alsje blief mee hier vandaan, 'k Ben een Amerikaan en vier weken geleden heb ben ze me gevangen genomen, omdat ze dachten dat ik dat feest hier kwam helpen opluisteren. Eergisternaclit ben ik gevlucht en als ze me vinden schieten ze me voor m'n kop. Geld om te betalen heb ik niet, maar je zal er geen nadeel van hebben." Nou, die man zag eruit om er mede lijden mee te krijgen en ik zei dus, dat ie aan boord kon blijven tot Galveston. Enfin, in Galveston nam hij afscheid en toen zei hij nog eens, dat ik er geen nadeel van zou hebben. Hij was nu wel arm, maar hij hoopte (lat hij er nog eens beter voor zou komen te staan. En toen hing hij nog een heel verhaal op van een claim in Oóahuila, waar hij vast en zeker goud dacht te zullen vinden, en van 'n zekeren Jim Hose, die zijn com pagnon was. Veel geloofde ik er niet van en het ging dus het eene oor in en het andere uit. Maar nu komt het slot van de ge schiedenis," ging hij na een korte pauze voort. „Een paar maanden geleden kwam ik hier en toen lag er een briei voor me. Ik kan slecht lezen zonde; bril, Carenas, kijk zelf maar eens wal erin staat." Zonder een woord te spreken nam Carenas den brief op. „Kapitein Hamilton, Ik voldoe hier mee aan den laatsten wil van mijn com pagnon Abel Grun. wiens leven u hebt gered door hem mee te nemen van Cuba naar Galveston. De arme kerel had gehoopt u zelf zijn dankbaarheid te kunnen bewijzen, maar dat heeft niet zoo mogen zijn. De claim in Coaliuila. die wij jarenlang hebben bewerkt, be vatte zelfs geen speldepunt goud en ik geloof niet te overdrijven als ik zeg. dat Abel van teleurstelling ziek gewor den en gestorven is. Vóór zijn dood heb ik hem echter moeten beloven, dat ik, als er soms nog eens iets van de claim terecht zou ko men, een kwart deel van de opbrengst aan u zou zenden. Gevonden heb ik er niets, maar de grond is dezer dagen aangekocht door een syndicaat, dat een boraxmijn in die buurt gaat exploi- teeren. Dat goedje schijnt ook onder onze claim door te loopen. De prijs dien ik maken kon was vijftigduizend dollar uw aandeel kunt u in ontvangst nemen aan de National Bank in Galveston. Jim Rose." Toen Carenas den brief uit zijn han den liet vallen, keek kapitein Hamilton hem grinnikend aan. „En dat is het plezierige slot van de geschiedenis, Carenas. Als de kapitein van die andere schuit er nog eens iets van te weten komt, vrees ik, dat hij grijze haren zal krijgen van spijt en chagrijn. Rond twaalfduizend dollar met de on kosten eraf. Drink eens leeg. het kan er nu wel eentje lijden...." Is dit natuurkind V". 'Aa<' bang voor de zon Neen, evenmin I-/* cds de Indan- t h r e n - kleuren "üjliJ Indanthren ge verfde stoffen zijn bestand te gen de zon.Maar ook regen trot- seeren ze 1 Geen wonder, want ze zijn onovertroffen waschecht, lichtecht en weerecht. Alle moderne stoffen in bonte veelkleurigheid kunt U Indanthren geverfd krijgen. Let op het merk INDANTHREN Bescherm Handen en Gelaat met Purol. Dit verzachtende, geneeskrach tige, huidversterkende middel verleent U een jeugdige, natuur lijke, frissche teint, houdt Uw huid gezond, gaaf en soepel en brengt verzachting en genezing indien ze schraal, ruw of rood is. Naast goudgele is thans ook witte Purol verkrijgbaar. Deze wrijft onzichtbaar uit en is daar om voor Dames en Meisjes zoo aangenaam bij de verzorging van handen en gelaat. zuivert - verzacht - geneest Proefdoosje Purol Wit 10 ct. Proeftube Purol Witl5ct.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 43