PAASCHEIEREN BESCHILDEREN gekleurd sitspapier geknipt en om den hals komt dan nog een kraagje, voorzien van een strook franje. De kraag van den Chinees is een gewoon cirkel vormig stukje sitspapier, met in het midden een opening. De cirkel wordt op gelijke afstanden ge vouwen. De hoed heeft eveneens een cirkelvorm, waar men een hoek uitknipt, om vervolgens de kanten weer op elkaar te plakken. Een draad zwarte wol is de vlecht van den Chinees. De hoed wordt op het ei vastgeplakt. De clown heeft een klein puntmutsje van sits papier met een franje-pluim. Langs den rand van het mutsje komt ook nog franje en het kraagje be staat eveneens uit een strook franje.. Het ganzekopje heeft twee groote geschilderde oogen, een snavel, die uit twee stukjes sitspapier bestaat, en 'n mutsje, dat van een strookje franje rondgedraaid en vastge plakt is. Een strikje rond- fom het standaardje dient ter afwerking. Het versieren van al die js* eieren is een leuk werkje, waarbij de kinderen ge rust mogen meehelpen. Hoe feestelijk staan al die gekleurde eieren op de Paaschtafel. Zij geven met een lentestemming, want natuurlijk wer ken we zooveel mogelijk met de kleuren geel, oranje, groen en blauw. We kunnen de eieren heel eenvoudig versieren door ze te l>eschilderen (of te beplakken met sitspapier) met kleine sterretjes, rondjes, driehoekjes of andere figuurtjes. Dat is dan meer de decoratieve versiering, en als we een paar dozijn eieren op deze manier bewerken en op een schaaltje leggen, zal dat op tafel 'n alleraardigst effect geven. Geheel anders zijn de eieren, waaraan we gezichten geven en die we voorzien van mutsjes, hoedjes en pruikjes. Dezeeieren staan leuk in 'n eierdopje of standaardje, dat we zelf heel eenvoudig kunnen maken. De benoodigdheden voor het bewerken van dergelijke eieren bestaan uit wat verf (men kan tegenwoordig speciale verf voor het beschilderen van Paascheieren koo- pen), wat groen, blauw en oranje sits papier, een stuk stevig teekenpapier en een paar kleuren van vloei- of crêpe- papier. Restjes kleurig lint en wat wol draadjes komen ook van pas. We zullen nu beginnen met een be spreking van de hier afgebeelde eieren. De dame bovenaan links heeft 'n mutsje van een strookje papier, dat tot franje geknipt is en in een kringetje op haar hoofd is geplakt. Haar kraag van sits papier is eveneens van een randje voor zien. Een strikje onder de kin dient tot afwerking. Dit versierde ei is geplaatst op een kokertje, gemaakt van teeken papier. Het negertje daarnaast is geheel bruin of zwart. De roode lippen, de tanden en de groote oogen vormen de heele garneering. Zijn hoed is iets bewerke lijker. Een cirkel uit wit teekenpapier is nl. de rand, een opstaand strookje teekenpapier en weer een kleinere cirkel vormen den bol, gegarneerd met een lintje. Dat lintje wordt geknipt van een stukje sitspapier. Het hoedje is gemakkelijker te maken, als men den bol aan den rand maar goed vastplakt en laat drogen. Om te voor komen, dat de hoed afvalt, kan men hem met lijm op het negerhoofd vastzetten. Het standaardje bestaat uit een groote en een kleinere strook rondgeknipt teekenpapier. Het haasje onderaan is ook gemakkelijk te ma ken. Het gezicht wordt eerst getee- kend, daarna worden twee ooren uit

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 44