VOORJAARSHOEDEN V- Een jeugdig dopje met vér teruggeslagen rand ran doorgestikte zijde. Een breedgerande hoed met uiterst platten boldie met behulp van een fluiveelen keelbandje op liet hoofd gehouden wordt. Op het gpbied van hoeden is er thans een keuze als nooit tevoren. Voor welhaast geen enkel type, voor vrijwel geen enkele beurs, bestaat er nu een steekhoudend argument om met een niet- geschikten hoed door de lente te gaan. Naast torenhooge suikerbrooden zien we groote platgeboomde gevaarten, waarbij de bol nauwelijks enkele centimeters boven den rand uitsteekt. Zake lijke matelots met heel onlogisch midden op den bol een eoquet toefje lentebloemen. Smalle, bolle en breede randen. Kapjes, die liet hoofd nauw omsluiten en niet alleen het voorhoofd, maar zelfs een deel van het kapsel vrijlaten. Daar naast van die dopjes, die vèr naar voren gedragen worden en bijna op één oog vallen. Tenslotte hoeden, die schuil gaan onder een vracht bloemen, veeren, lint en vruchten. Garneeringen, die niet meer uitsluitend boven op den hoed aangebracht worden, maar ook veelal onder tegen den rand bevestigd zijn, als het ware in het kapsel schuil gaan. Tenslotte als topic of the day de terugkeer vanhet keelbandje Ook ontmoeten we modellen, geïnspireerd op de folklore van verschillende landen. Spaansche som brero's, kleine ronde hoedjes, zooals de torero's ze dragen, Schotsche mutsjes, en vooral ook van die kleine petjes, die uit Dalmatië stammen. Op het gebied van voiles vertoont zich de zoo flatteuze ragfijne sluier, die het vrouwengelaat een bijzondere charme ver leent, in welhaast even veel variatie als bij de hoeden. Prachtige, rond of vierkant ge weven, lang-afhaugen- de sluiers, die een flinke bres in 't kleed geld schieten, maar daarnaast ook voiles van meer bescheiden omvang, en langs de randjes van meer simpele hoofd-deksels soms zelfs een enkel randje tule. De hoed vormt de omlijsting van het ge laat en is het dus waard, dat de vrouw aan het kiezen ervan eenige zorg besteedt. Verschillende hoedjes vormen elk op zich een sierlijke omlijsting van het hoofd der draagster. Dat zulke uitheemsche modelletjes hooge eisclien aan het kapsel stellen behoeft wel geen betoog. Toefjes bloemen in lentekleuren worden op de meest origineele plaatsen aangebracht. De voile, lang of kort, is uitermate geschikt om het vrouwengelaat zachter te doen schijnen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 46