E ver 1
a
Natuurlijk lukt liet even goed.
Eéiii^wordl
hel, zeg'!
VAN ENGELEN EN EVERS - HEEZE N. BR.
7
Maar de veranda lag verlaten. Ongerust nam zij
naast hem plaats. Hij bestelde chocolade en eenige
oogenblikken later waren zij alleen.
„Elly," begon hij met een vreemden glimlach. Hij
nam haar hand en tegen haar wil liet zij hem begaan.
„Je hebt dat andere een paar weken geleden een
dwaasheid genoemd weet je nog En sindsdien
heb ik me afgevraagd, of het eigenlijk Wel zoo'n
dwaasheid Was
De ernstige klank van zijn stem en misschien
meer nog de Woorden, die hij sprak, wekten 'n storm
in haar binnenste. Met een bleek gelaat hoorde zij
hem aan tot het einde toe. Zij was ontroerd, en
welk meisje zou dat niet zijn, als zij 'n man zoo ern
stig hoorde pleiten voor de vervulling van zijn
wenschen
Maar al wat hij sprak kon haar niet doen wan
kelen. Hij eischte 'n offer, waartoe zij zich niet sterk
genoeg gevoelde, 't Was ellendig, dat zij hèm nu
juist teleur moest stellen. Maar om een goeden vriend
een verdrietige teleurstelling te besparen kon zij
haar eigen toekomst, Indië, haar werk en haar vrij
heid toch niet prijs geven t Wat kreeg zij ervoor
terug 1 Zij rilde, toen zij aan de winters en aan het
bekrompen leven op zoo'n dorp dacht.
Zij Werd het zich bewust, dat haar bot zwijgen
hem pijnlijk moest worden. En tegelijk voelde zij
dat zij nooit den moed zou hebben hem ronduit het
antwoord te geven, dat zij op de lippen had.
Zij wilde hem niet verslagen, teleurgesteld zien
en een onaangename herinnering meesleepen aan
dit laatste samenzijn, dat een afscheid was. Zij zou
hem morgen schrijven en Maandag in de vroegte
vertrekken
Zij dwong zich tot een glimlach, toen zij hem aan
zag. „Je overvalt me werkelijk, Rolf," zei ze zoo
rustig mogelijk. „Ik was zoo weinig op die vraag
voorbereid, dat ik werkelijk niet weet wat ik er op
moet antwoorden. Misschien begrijp je me. Acht of
negen jaar lang heb ik in de overtuiging geleefd,
dat mijn toekomst in Indië lag. En wat jij Wenscht,
zou een soort revolutie in mijn leven teweegbrengen.
Ik moet erover nadenken, me wennen aan die ge
dachte. Mag ik je morgen antwoorden t"
Na de vrees, die hij gekoesterd had, scheen het
antwoord hem mee te vallen. Hij lachte en omvatte
haar hand met een sterken druk. „Als het dan maar
ja is," zei hij hoopvol.
Met een zucht van verlichting stond zij op.
„Na regen komt zonneschijn," wil een Hollandsch
gezegde. Elly was die laatste weken wel eens gaan
twijfelen, of die belofte wel waarheid bevatte. Doch
na de weeën, die de natuur wekenlang had doorge
maakt, liet de lente eindelijk prachtig haar rechten
gelden. Toen zij 's Zondagsmorgens opstond de
laatste Zondag in Holland, dacht ze scheen er een
vroolijk zonnetje aan den wolkenloozen hemel, dat de
velden, de bosschen en de heuvels in het verschiet
overgoot met een warmen, koesterenden schijn. En
door het open venster drongen prikkelende geuren
haar kamer binnen.
„Het begint er eenigszins op te lijken," zei ze half
spottend, half geërgerd, terwijl zij voor het venster
over het vertrouwde landschap uitzag. Ze kwam
even in een weemoedige stemming bij de gedachte,
dat 't minstens acht jaar zou duren, voor zij dit alles
Weer terug zag. Als zij tenminste haar volgend verlof
in Europa zou doorbrengen. Er viel aan te twijfelen
zij wilde wel eens iets meer van de wereld zien.
Terwijl zij ontbeet, stelde zij haar plannen voor dien
dag vast. Eerst ging ze een wandeling maken om af
scheid te nemen van de omgeving, dan haar brief aan
Rolf schrijven en daarna inpakken. Den middag en
den avond zou ze in de stad doorbrengen om Rolf te
ontloopen en morgenvroeg vertrok zij voor dag en
voor dauw.
Een uur later beklom zij 'n heuvel, vanwaar ze de
heele omgeving kon overzien. De bosschen, waarover
een teer, groen waas lag van de aarzelend bottende
twijgen, de geploegde velden en de verjongde weiden,
waarin een paar lammeren dartelden. Het was een
Warm karwei, zoo'n klimpartij haar wangen gloei
den en haar adem ging snel.
Peinzend liet zij haar blik over den omtrek dwalen.
Er lag een Zondagsche verlatenheid over de streek. In
het struikgewas beneden haar kwetterde een vogeltje,
een paar zwaluwen lieten zich roerloos drijven op
den zachten ademtocht van den wind.
Toen, terwijl zij daar stond heelemaal alleen,
naar zij dacht, temidden van een zich verjongende
natuur overviel haar eensklaps een vreemde ge
dachte. Zoo verlaten als zij hier stond, zou altijd haar
leven zijn
Zij glimlachte spottend om die melancholieke ge
dachte, maar het beeld liet haar niet los.
Zij zag de jaren vlieden naar den eenzamen top van
den ouderdom. Daar zou zij staan alleen, lang
vergeten door allen, die haar thans kenden. En naast
dit beeld doemde nog een ander op. Een sterk con
trast. Een jonge, levenslustige vrouw als kameraad
van een man en als middelpunt van een gezin. Ge
diend en bemind. Zelf dienend en liefhebbend. En
nooit vergeten.
„Een kinderachtige gedachte," hield zij zichzelf
voor. Wèg die sentimentaliteit ze wilde aan iets
anders denken.
De wind droeg sterke geuren naar den heuveltop
op. Geuren van de pas geploegde aarde, van de wase
mende bosschen en het ontluikende leven. Lente
geuren. Zij prikkelden haar longen, doorstroomden
haar bloed met een vurigen gloed en beroerden haar
hart met een vreemden honger. Honger naar liefde
een sterke levensdrang, lang onderdrukt en ge
negeerd.
Lentegeuren. Ze bedwelmden en verrukten haar.
Zij dacht aan den eenigen man, die iets beteekend
had in haar leven. En eensklaps voelde zij zich weer
als in haar meisjesjaren héél jong, dartel en ver
vuld van teere, onvermoede geheimen.
Zij wierp haar armen in de hoogte met een gebaar,
alsof zij de heele wereld wilde omvatten. „Rolf
schalde haar sterke stem langs de heuvelhelling.
Een stem achter haar gaf lachend antwoord. „Hier
ben ik ik zag je van verre al staan. Ik ben er maar
uitgegaan thuis was het niet uit te houden.
Zij keerde zich vlug om en het verbaasde haar in
het geheel niet, dat hij er was. Zij gaf hem een hand
en trok hem naast zich.
„Hoe vind je 't 1" vroeg zij juichend, met haar neus
in den wind en terwijl zij met een weidsch gebaar den
heelen omtrek omvatte.
Hij knikte haar lachend .toe en haalde diep de
krachtige lucht op. „Lentegeuren nu is de winter
pas voorbij."
„Ja, de winter is voorbij," beaamde zij droomend.
En heel zacht, zoodat hij het niet hooren kon, liet
zij er op volgen „Lentegeuren ook in mijn leven."
De werkbeschrijvingen in „Praten en Breien" zijn
z66 duidelijk, dat het altijd prachtig uitkomt, als
je maar Everlasting gebruikt. Zoo'n gezellige jum
per als het breistertje draagt, kunt U ook maken.
Die staat in het njeuwe nummer. Zoudt U het
niet dadelijk aanvragen? Als U 5 Everlasting omsla
gen hebt, krijgt U het gratis 1 Kijk vooral ook eens
naar het mantelpakje. In de krant komt het niet
zoo tot zijn recht, maar als U 't in „Praten en
Breien" ziet, zult D verrukt zijn 1 U wilt het be
slist óók breien.
Zeker weer een model
uit „Praten en Breien".
Als het net zoo wordt
als mijn mantelpakje, kun
je tevreden zijn.
IFol 50 gram, yJfoteri)
Krimperij Kleurecht.
Katoen 100 gram, Krimpen],
Kleurecht, Trotaooi geverfd.
Knotlengte 559 Meter.