VERBAZINGWEKKENDE DADEN
VAN ENGELANDS RIJKSTE
VROUW
De schatrijke lady Houston hulde zich
in lompen, ging aan het zwerven, sloot
zich aan bij 'n troep bedelaars en land-
loopers en leerde aldus onderscheid
kennen tusschen schijn en werkelijkheid.
Engeiands „lady Goedhart" is dood. Arme
drommels, die de ópenbare parken afzwier
ven, waren gewoon hun moeilijkheden te be
spreken met een slordige oude heks, zonder
hierbij ooit te vermoeden, dat zij niemand anders
was dan lady Fanny Lucy Houston, wier portret ze
zoo dikwijls, in de krant zagen te rniddr i van een
overvloed van bont en juweelen, jachten en alles wat
een vrouw kan begeeren en
aan Wie haar derde echt
genoot een fortuin had na
gelaten van zeventig mil-
lioen gulden.
Lady Houston Was even
slim als zo excentriek was
en rijk. V oortdur end bereik
ten haar dringende verzoe
ken om hulp, wier aantal
soms de duizend per dag
overschreed. In 't begin
zond zij er haar secretaris
sen en andere speurders op
uit om de dringendste geval
len te onderzoeken. Maar,
gewend als zij Was alles zelf
te doen, schonk die methode
om het kaf van het koren
te schiften, haar weldra
niet voldoende bevrediging
meer. Zij had er het land
aan om den tuin geleid te
worden en terzelf dertij d
wilde zij ook geen enkel
ernstig verzoek om hulp
over het hoofd zien.
Daarom nam zij het be
sluit persoonlijk uit tc vis-
schen wat er zoo allemaal
achter dat wereldje van
schooiers, aan lager wal ge-
ra aktenberoepsbedelaars
en liefdadigheidsjagers in
't groot en klein, schuilging.
Dit bracht haar op het idee
een tot op den draad ver
sleten costuum aan te trek
ken,een afschuwelijke pruik
op te zetten, bekroond met
een hoofddeksel dat er uit
zag alsof er tien jaar gele
den iemand in was begra
ven een paar schoenen
waar de teenen doorstaken
en een bundeltje Waaruit
de armoede ten hemel
schreide voltooiden het ge
waad. In die vermomming
slenterde zij langs de ban
ken der parken en mengde
zij zich onder de uitge-
stootenen en ellendigen.
Dit bracht haar op het
spoor van de trucs en me
thodes der beroepszwer
vers en in tal van gevallen
die haar grootste sympa
thie wakker riepen, was zij
in staat gegevens te verza
melen die de best betaalde
speurders nooit zouden hel)-
ben kunnen vinden. Eenmaal in 't bezit van die
gegevens, was het haar vrij gemakkelijk om elk
beroep dat op haar liefdadigheidsgevoel werd ge
daan, met kennis van zaken te beoordeelen. In tal
van brieven ontdekte zij onmiddellijk, dank zij haar
vele gesprekken in de parken, wat er oneerlijks in
stak, terwijl andere schriftelijke verzoeken om hulp
haar overtuigden van de noodzakelijkheid om steun
te verleenen.
Jarenlang volgde zij die methode en haar ver
momming was zoo volmaakt, tot
op het vuile gelaat en de handen -i
toe, dat niemand van hen die zij
aansprak, ooit op het flauwste vermoeden kwam, dat
zij een fortuin vertegenwoordigde van honderd mil-
lioen gulden.
Driemaal verkreeg zij door haar huwelijk den titel
van „lady", maarden titel van „Dame Commander",
die gelijk stond met de ridderorde voor de mannen,
verwierf zij door eigen kracht en handigheid.
Zij wist dertig millioen gulden toe te voegen aan liet
fortuin, dat haar derde echtgenoot haar naliet.
Xa haar eerste huwelijk met sir Theodore Brinck-
man trouwde zij met den negenden lord Byron, van
denzelfden tak als de dichter Byron die de zesde was.
Na den dood van haar man huwde ladv Byron met
sir Robert Patterson Houston, scheepsmagnaat en
bekend als „Piraat-koning". Het was diens dood, een
tien jaar geleden, die haar door het heele land de
bekendheid bezorgde, die haar nimmer meer verliet.
Sir Robert hield zooveel
van haar dat hij zich, reeds
op zijn sterfbed, van Lon
den liet overbrengen naar
een speciaal gecharterde
boot die, dwars door een
feilen storm, naar het ei
land Jersey stevende, opdat
toekomstige weduwe
geen successierechten zou
Lady Houston, de rijk
ste vrouu- van Engeland
ze bezat honderd
millioen gulden was
gewoon zich als 'n oude
heks te vermommen om
zoodoende in contact te
komen mei bedelaars
en armoedzaaiers, die
langs de kaden en in de
parken rondzwierven.
Dan luisterde ze naar
hun verhalen e)t erva
ringen en oordeelde per
soonlijk of ze voor steun
in aa nmerking k wansen