DE KEIZER VAN
DE SAHARA
Een avontuurlijke tra£i-comedie,
naar waarheid verhaald
door Curt Corrinth
12
De heele wereld heeft geschaterd, zooals zij daarvóór nog nooit gedaan had en zooals zij
daarna nooit meer deed, om den Parijschen miUionnairs-zoon Jacques Lebaudy
in 't jaar 1903 wierp hij zich plotseling, maar met veel drukte, tot keizer der Sahara
op en de beide halfronden bleven in spanning, bleven heerlijk aan lachen tot zijn
tragischen dood, nu vijftien jaar geleden. Nu is er haast niemand meer, die zich nog
iets herinnert van dien Jacques Lebaudy men kent amper zijn naam meeren toch
heeft hij onzen ouders dagelijks een portie vroolijkheid bezorgd. Wij weten niets meer
van den „roem" van keizer Jacques I er zijn sindsdien te veel roemruchte of
roemlooze dingen over onze hoofden gegaan. Maar het is best de moeite waard -
en wij kunnen den vijftienden verjaardag van 's mans dood tot aanleiding nemen
de dwaze tragi-comedie van dien Don Quichot, een der parels van de wereldgeschie
denis, nog eens langs onze oogen heen te laten gaan. Daarom gaan wij nu die avon
tuurlijke geschiedenis vertellen, en dat volkomen naar waarheid, aan de hand der
documenten uit dien tijd. Al klinkt het verhaal nu nog zoo onwaarschijnlijk, zoo
ongeloofeUjk, wij doen er geen woord fantasie bij
Het spel begint op een politie-bureau
De commissaris van politie in 't arrondissement
Parijs XIV zit zich leelijk te vervelen hij
zit verstrooid in een pakje papieren te bla
deren, hij zit peinzend zijn nagels te bekij
ken, hij wrijft en polijst er aan, hij zit landerig door
het raam van zijn bureau te starenMisschien
heeft hij óók gewoonmenschelijke zorgen, de strenge
heer misschien kan hij van zijn salaris den duren
hoed niet betalen, waar zijn vrouw naar smacht, of
het zijden kunstgewrocht van den mode-koning
Poiret. wat. kennen wij de zorgen van 'n Parij
schen commissaris van politie uit het jaar 1903 1
Het gezicht van den machthebber betrekt hoe langer
hoe meer, maar dan komt er plotseling werk aan
den winkeler wordt geklopt, er klinkt een knorrig
hevel, er komt een agent binnen, en daarachter 'n
zeer elegant jongmensch lichtgrijze gekleede jas,
hooge hoed, lakschoenen, witte slobkousen, monocle,
een keurig wandelstokje, waarmee hij zwaait en
zich de dijen beklopt.
„Wel V'
De agent begint zijn rapport de
vermiste wagen met paard van boer
Muller uit Saint-Leu is gevonden;
hij sjokte over den Boulevard St.
Germain, eri op den bok van die
mestehhooikar zat deze
persoon hier. op den wagen zes
kinderen tusschen de vijf en de
tien jaar oud.... bedoelde persoon
heeft blijkbaar niet alleen paard en
wagen van boer Muller uit Saint-
Leu gestolen, maar bovendien ook
de zes kinderen ontvoerd zijn
collega rechercheur is op 't oogen-
blik bezig, ze terug te voeren in -
de armen der snikkende ouders,
terwijl hij zelf op staanden voet den
schuldigen persoon heeft gearres
teerd en met uw permissie, com
missaris, hier brengt, om verhoord
te worden en wat meneer de com
missaris verder beveelt.
De commissaris strijkt met een
krachtige beweging over zijn baard
en bekijkt den schuldigen persoon.
Dan trekt hij 't stapeltje prooes-
Jacques Lebaudy, de erfgenaam
van 110 millioen frames, die zich
zelf in 1903 plotseling tot „keizer
van de Sahara" uitriep. De keizer
tijdens een wamdeling door de stra
ten van Parijs.
verbaal-formulieren naar zich toe,
stuurt den agent met een norsch
gebaar de kamer uit en begint, met
de pen in de hand, kort en bondig
„Fraaie geschiedenis Daar kunt u pleizier van
beleven, meneerDus laat u maar eens hooren
naam leeftijd beroep. komt er nog wat F'
De jongeman is inmiddels kalm gaan zitten hij
speelt doodbedaard met zijn wandelstok en ant
woordt, met onheilspellend-zachte stem
„O, ja zeker schrijf maar op, vrind Ik ben
Jacques Lebaudy, wettige zoon van Jacques Lebau
dy, fabrikant, overleden
De commissaris schrikt even op, maar snel lukt 't
hem, zich te beheerschen.
„Ah. meneer Lebaudymeneer.
Er is een kokend gewoel in het brein van den
ambtenaar zoo zoo zoo, dit is dus de veelbesproken
zoogenaamde „kleine suikerbakker", de held van
den dag in de salons en op de boulevards, die gekke
dolle klant, die ieder oogenhlik heel Parijs op zijn
kop zet met zijn streken de geluksvogel, de
sprookjesprins, die van zijn vader
zegge en schrijve 110 millioen
francs heeft geërfd.... allemachtig,
dié hoeft er niet over te piekeren,
waar hij 't geld vandaan moet halen
voor een zijden kunstgewrocht van
Poiret. 110 millioen francs
Maar 't is toch te gek, dat zoo
iemand zoo maar ineens een mest
wagen van een boer steelt. en
zes kleine kinderen ontvoert.
De jonge man schijnt te voelen,
hoe het stormt in de hersenen van
den commissarishij zit toe te
kijken en onbekommerd te fluiten.
En door die onverstoorbaarheid
ontsteekt de man der wet blijkbaar
opnieuw in woede. Vinnig roept
hij door 't wijsje en 't lachje heen:
„Zóó, meneer Lebaudy we
kennen u! LT bent al beru.
bekend genoeg. Maar daardoor
ontkomen we niet aan de feiten en
de aanklacht, meneer u hebt een
boer, die in de stad moest zijn,
paard en wagen ontstolen geeft
u dat maar meteen toe u bent
op heeterdaad
„....betrapt!" vult de jonge
man gelaten in. „Maar ontstólen....
Kom, kom Kijk eens, waarde
heer 't was maar zoo'n mal idee
ineens.,.. We hadden zitten pim
pelen, Pierre Melhaud en ik, en...
nah, doet er niet toe. Toen we uit
Continental kwamen, zagen we 't
A R A I C N
Dort
ps SA MAJ
uttsuot
Jaren lang was Jacques Lebaudy, de „keizer van
de Sahara", een dankbaar object voor de caricatu-
risten. De „keizer" als temmer vam spinnen.
malle vehikel staan. Nou, ik er op en weg.
de boer zat denkelijk in 't een of andere kitje
absinth te hijschen. Er werd aardig gelachen op
de boulevards, toen ze mij in die elegante koets za
gen, dat fiere ros besturend. hahaha.
Trots flikkert op in de heldere bruine oogen.
„Dus laten we dat vasthouden, commissaris
een aardigheid van een.... apart mensch...."
De commissaris knijpt zijn linkerhand dicht, alsof
hij daarmee die zelfvoldaanheid wil worgen.
„Dan kan iedereen wel van die aardigheden.
„Iedereen Zegmoppert de ander spottend,
gekrenkt. „Jacques Lebaudy is iedereen niet of de
eerste de beste niet, waarde heer Dat zult u gauw
genoeg merken, en u niet alleen, maar heel Parijs
heel Frankrijkwat zeg ik f heel Europa Blik
slagers nog aan toe de heele wereld Let maar
eens op en onthoud, wat ik gezegd heb
De „kleine suikerbakker" zoo noemden de
Parijzenaars hem, wijl zijn vader zijn millioenen met
't bakken van suikerwerk verdiend had windt
zich op maar ook de commissaris raakt, op dreef.
„Laten we alstublieft niet afdwalen 't Gaat
niet alleen om den wagen er zijn zes kinderen
ontvoerd.
„Ontvoerd Ontvoerd 't Is me watIk kwam met
mijn gala-koets in de buurt van 't Panthéon, en daar
waren die kinderen in de goot aan 't spelen. Een
mensch z'n hart is nu eenmaal geen steen Ik dacht
doe die peuters eens een pleizier, Jacques Dus ik
vroeg Willen jullie een eindje meerijden met oome f
Ja, ja, hoera, riepen de kinderen natuurlijkEn ik
laad ze in en rijd er 'n beetje mee rond. Reken maar,
dat de menschen op straat geschaterd hebben
Tot die rare luitjes van u kwamen die hielden
ons aan, enzoovoortDe eene ging de kinderen en
den wagen en 't paard wegbrengen goed, best.
ik had m'n pleiziertje gehad. En toen hebben ze mij
ook weggebracht, namelijk hierheen. Maar ik moet
eerlijk zeggen, dat ik er nu heelemaal geen aardig
heid meer aan vind ik kan by u namelijk absoluut
geen gevoel voor humor constateeren, commissaris."
De ambtenaar zit zich dik te maken en wil een
boetepreek afsteken over „nieuwe overtreding" en
„beleediging 'van ambtenaren" maar hij kan niet
aan 't woord komen. Monsieur Lebaudy is al opge
staan, en in zijn rechterhand Iaat. hy met 'n soort
ongeduldige verveling een groote portefeuille zien.
„Ik heb trouwens mijn bezigheden, meneer dat
zult u nu nog niet begrijpen maar u zult u dit
onderhoud binnenkort herinneren, als...."
Hij kijkt den ambtenaar zeer uit de hoogte,