RUMOER OP HET PRIVÉKANTOOR door William CAtcock 4 ernstig te vreezen bad, was John Laters. De hoop, dat alles weer in orde zou komen, begon te herleven. Jerry offerde een heelen nacht aan zijn becijfe ringen op. Toen Mabel Johnson s morgens het privókantoor betrad, vond zij hem bleek achter zijn schrijftafel zitten. „We zullen terstond die inschrijving even in orde maken, juffrouw Johnson," zei hij vriendelijk. Tegenover hem gezeten schreef zij zorgvuldig op, wat hij haar dicteerde namen, aantallen en prijzen van allerlei linnen goederen. „Ziezoo," zei hij met een zucht van verlichting, toen hij aan het eind was. „Tikt u de offerte even over Dan kan zij van middag nog in zee." Hij had vier dagen den tijd met het inzenden, maar zijn ongeduld liet niet toe er langer mee te wachten dan noodzakelijk was. In den loop van den morgen las hij de getypte offerte nog eens zorgvuldig door. Alles was in orde. Fouten maakte Mabel maar zelden. Hij teekende den brief en zag dat Mabel Johnson den doorslag ervan in de daarvoor bestemde map opborg. Toen liet hij de zaken voor de rest van den dag rusten en bracht den middag bij zijn moeder door. Dienzelfden avond begaf Jerry zich na het sluiten van het kantoor naar het postkantoor in de buurt. Tot zijn groote verrassing trof hij er twee goede bekenden aan. De een was John Laters, de ander niemand minder dan Mabel Johnson. Zij stonden eenigszins afgezonderd in de hal en schenen in een druk gesprek gewikkeld. „Wel, kennen die twee elkaar mompelde hij verbaasd. Hij zag Mabel Johnson lachen en eensklaps hinderde hem die vertrouwelijkheid, hoewel hij niet begreep waarom. Zonder door hen te zijn opge merkt, keerde hij naar huis terug. Hij zei niets van de ontmoeting tegen zijn moeder. Dien nacht sliep hij erg onrustig. Hij werd ge plaagd door een vraag, die hem in den loop van den avond een hevige belangstelling was gaan inboeze men. In welke verhouding stonden die twee tot elkaar Was die ontmoeting toevallig, of hadden zij een afspraak gemaakt elkander daar te treffen i Hij dacht er geen kwaad van en nog minder aan iets, dat in verband kon staan met zijn eigen zaken. Hij was alleen maar nieuwsgierig, maar hij wilde niet weten waarom. Vóór alle anderen was hij 's morgens alweer op kantoor. Mabel Johnson kwam binnen en ving zooals gewoonlijk ijverig haar werk aan. Jerry deed niets en zat haar stil van terzijde aan te staren. Eensklaps Waarom de keus van Jerry Hornbv nu juist op Mabel Johnson viel, toen hij een secretaresse noodig had, valt moeilijk te gissen. Hijzelf wist het ook niet. Een zekere heer Spears had hem tien sollicitanten gestuurd en al die anderen bezaten meer ervaring dan zij. En ontegenzeglijk waren ze ook knappere en meer elegante verschijningen. Schoonheid, bekwaamheid en aantrekkelijkheid waren het dus niet, die zijn voorkeur hadden be paald. Waarschijnlijk echter was zijn keus op haar gevallen, omdat zij iets bezat, dat de anderen misten. Dat iets waren een versleten jurk en een paar honge rige oogen. En zulke uiterlijkheden bij een jong meisje doen soms wonderen van stomme overreding. „Ik denk, dat het een gevoelskwestie is," zei Jerry aan de lunchtafel, terwijl hij zijn moeder peinzend aankeek „Een gevoelskwestie, wat bedoel je vroeg mrs. Hornby verbaasd, omdat zij zich met den bes ten wil niet herinneren kon, dat zij haar zoon de laatste minuten iets had gevraagd.. Jerrv begon te lachen. „Neem me niet kwalijk, moeder. Ik dacht hardop. John Laters kwam een half uur geleden bij me oploopen en toen hij de nieuwe secretaresse had gezien vroeg hij, waarom ik zoo'n onbeduidend meisje gekozen had." „John Laters is nogal intiem met je, als hij het kan wagen zich met je personeel te bemoeien,' merkte zijn moeder op. „Intiem is liet goede woord niet," zei Jerry met gefronste wenkbrauwen. „Hij is mijn felste con current en ik doe mijn best hem op een afstand te houden. Maar hij is verbazend onbescheiden. Enfin, ik dacht over zijn vraag na en ik wist er geen ant woord op. Zooeven viel me de verklaring echter te binnen. Ik denk, dat het een gevoelskwestie is. Dat meisje wekte mijn medelijden op, zoodra zij binnen kwam. Mabel Johnson heet ze. U kunt haar zien zitten zeg eens, hoe u haar vindt." Zijn moeder liep glimlachend naar het venster. Vanuit de eetkamer kón men juist een blik werpen in Jerry's privókantoor, dat van liet woonhuis ge scheiden was door een donker binnenplaatsje. Daarachter lag de textielfabriek met het algemeene kantoor. Mabel Johnson zat dicht bij het raam. Men kon haar mooi noch leelijk noemen. Zij had een smal, bleek gezicht met kinderlijk zachte trekken en blauwe oogen met een zorgelijke uitdrukking. Over het geheel zag zij er nogal onderkomen uit. En als een meisje, dat niet veel zorg aan haar uiterlijk besteedt. „Armoedig," dacht mrs. Hornbv. „Alledaagscli, zooals de meeste menschen," zei ze hardop. „Ik begrijp echter niet, wat dat John Laters aangaat. Neemt hij misschien uitsluitend gratiën aan als typiste „Ik weet het niet," lachte Jerry. „Ik ben slechts eenmaal bij hem op kantoor geweest en ik heb het nooit op die meisjes. Die Mabel Johnson ziet er anders wel naar uit, dat zij een zetje noodig' had, vindt u niet Zijn moeder knikte. „Je hebt er heel goed aan gedaan je door die gedachte te laten leiden bij je keus," zei ze goedkeurend. „Ik prijs het in een man, als hij niet in de eerste plaats kijkt naar een mooi gezicht. Ik hoop, dat zij je voorkeur waard is." Mabel Johnson was zich zooveel belangstelling niet bewust. Dat was maar goed ook. Zij was wat verlegen van aard en het zou haar maar verontrust hebben, te weten, dat zij werd gadegeslagen en be oordeeld. Zij deed haar werk naar behooren en viel door niets op. Alleen werd na verloop van eenige weken haar gezicht wat gevulder en kwam er meer kleur op haar wangen. Ook verdween de zorgelijke uitdrukking uit haar oogen. En het versleten ja ponnetje werd verwisseld voor een nieuw iets bescheidens en degelijks. En deze langzame ver andering, die in haar uiterlijk had plaatsgegrepen, viel Jerry op zekeren dag wèl op. Als hij aan zijn schrijftafel zat en opkeek, dwaalde zijn blik altijd naar liet venster. Dat was een ge woonte van jaren her. Voor dat venster zat Mabel Johnson, zooals daar vroeger anderen gezeten had den. Maar op die anderen had hij nooit gelet. Hij staarde over hen heen, als hij in gedachten zat. Op Mabel Johnson lette hij echter wel. Hij zag slechts de rechterhelft van haar gezichteen bebloste wang, den lichtgeslot-en mond, een rose oorschelp en wat warrige lokken daar omheen. Niets bijzonders, en toch kon hij er minutenlang op staren, alsof liet wel iets bijzonders was. Op een dag, toen er een glimp zonlicht op het donkere binnenplaatsje viel, merkte hij dat kinder lijk zachte in liaar gelaatstrekken pas op. „Iloe oud bent u eigenlijk, juffrouw Johnson vroeg hij plotseling. „Tweeëntwintig jaar, meneer," zei Mabel Johnson, zonder eenig blijk van verwondering. Zij had een rustige, prettige stem, waarnaar hij graag luisterde. „Zoo," mompelde hij, als in gedachten. En tegen zijn moeder zei hij 's middags „Die juffrouw John son is erg in haar voordeel veranderd, vindt u niet „Dat is me al eerder opgevallen," zei mrs. Hornby. „Ze schijnt een harden tijd te hebben doorgemaakt, voor zij hier kwam. Voldoet zij goed „Uitstekend," zei Jerry en daarbij bleef het voor- loopig. Er brak een tijd aan, dat Jerry's onbewuste be langstelling voor Mabel Johnson sterk begon te verflauwen. De zaken gingen verre van schitterend. De magazijnen lagen boordevol textielgoederen van allerlei soort en de orders kwamen slechts druppels gewijze binnen. Dat lag niet zoozeer aan de crisis en aan de Japansche concurrentie, maar aan de dum pingsmethoden van John Laters. John Laters wierp zijn productie op de markt tegen prijzen, waar van Jerry zijn personeel niet eens betalen kon. Hoe hij dat uithield was iedereen een raadsel, tenzij men aannam, dat hij uitsluitend speculeerde op den ondergang van anderen met het doel de markt geheel van hem afhankelijk te maken. In ieder geval echter baarde de toestand Jerry ernstige zorgen. „Ik zal me nog gedwongen zien minstens de helft van het personeel te ontslaan," deelde hij zijn moeder op een middag mee. „De duivel zal dien John Laters halen. Hij heeft met zijn schandalige prijzen een order van vijftigduizend dol lar onder mijn handen vandaan gehaald, waarop ik reeds vast gerekend had." „Personeel ontslaan t" vroeg mrs. Hornby verschrikt. „Is het al zóó erg t" Jerry knikte haar somber toe. „Het wachten is nog slechts op de inschrijving voor de Spoorwegen. Ontgaat die order me, dan moeten we sluiten tot de voorraden gesleten zijn." Dit onheilspellend vooruitzicht drukte hem dagenlang terneer. Doch toen ontving hij de inschrij ving ten behoeve van de Spoor wegen. Het ging om een order van bijna vierhonderdduizend dollar en de eenige concurrent, dien hij Nee, dit ei is voor moeder!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 4