HET MYSTERIE VAN DE OPIUM- SMOKKELAARSTER I 'V Maria Wendt, de dochter van een Ghmeeschen gouverneur, werd te Los Angeles gear resteerdtoen ze een partij opium ter waarde van 400.000 gulden Amerika wilde binnen smokkelen. Ze overtuigde de autoriteiten van haar onschuld, doch slaagde erin uit een hotel te vluchten, waar ze onder bewaking der politie haar intrek genomen had. Toen ze te New York zich naar Europa wilde inschepen, viel ze opnieuw in handen der politie. Na de terechtzitting werd se het land uitgewezen, omdat ze aan een doodelijke ziekte leed waartegen de wetenschap machteloos stond. Twee leden der opium-organisatie waren intusschen op zeer geheimzinnige wijze gestorven, waarvan een door het slikken van den duivelschcn bamboe-draad. Een knap meisje van 23 jaar, (loelitev van een Cliineeselien gouverneur-generaal van Tibet, is door de rechtbank te Los Angeles tot twin tig jaar gevangenisstraf veroordeeld zij had voor een waarde van 8 200.000 aan bedwelmende middelen de Vereenigde Staten binnengesmokkeld. In een ziekenwagentje verscheen Maria Wendt in de rechtszaal: zij leed aan een geheimzinnige, sloopende. ziekte, waar de geneeskunde geen wijs uit kon worden. Werd zij vergiftigd door haar chefs in Be nauwgezette douane-ambtenaar vindt het opium in een geheimen wand van den hutkoffer, doch het meisje weet de autoriteiten van haar onsehuid te overtuigen. de smokkei-organisatie Hiéld zij zich kwijnend, om het medelijden van jnrv en rechter op te wekken Niemand weet het maar wél toont het verhaal van haar lotgevallen, wat een gewetenlooze schurken- troep zoo'n smokkelbende is. Heel de opiumhandel, de opiumsmokkelarij is een gruwel. Dit geval speciaal is vol oostersche ge heimzinnigheid. Verleden jaar herfst kwam er een Japanscli schip te San Pedro (Californië) aan, en aan den steiger stond de douane-beambte Tom Wallace. Hij merkte met zijn krijtje een koffer, en keek naar den volgen den passagier, om te zien, of die hem aanleiding gaf tot nauwgezetter bagage-inspectie. Zijn blik zei hem, dat hij den nationalen tijd verkwisten zou, als hij de onderhavige bagagè ook maar éven inkeek. Wallace aanschouwde een bescheiden, maar duur gekleed meisje, met een satijnig huidje, een fijnen mond en groote zwarte oogen, een tikje schuin, die met eerlijke, ietwat bedeesde onschuld, in de zijne keken. Toen zij hem aan sprak met een beschaafde stem, in on berispelijk Engelsch, dacht Wallace: „Knap, deftig, halfbloed-Chineesch meis je, onschuldig als een duif en erg ge voelig. We mogen wel oppassen, dat ze geen kwaden indruk hier van 't land krijgt." Met die gedachte in zijn hoofd begon liij het wreedste onrecht te begaan, dat iemand haar had kunnen aandoen. Dat zedige Aziatische kind zou nog geen honbónnetje smokkelen, meende hij maar toch deed hij haar koffer open, om heel even te doen, alsof hij zocht. Nu trof het echter slecht (of goed) dat Wallace een méér dan scherp tim mermansoog hadzoo'n oog, dat op den centimeter af kan zeggen, hoe lang een tafel of een plank is. Nu zei dat oog hem, dat de buitenkant van den koffer te groot was voor den binnenkant mis schien rondom een goeden centimeter te wijd. Nog had hij geen argwaan, maar hij wou zien, of zijn blik hem niet fopte hij een zakmes open en stak liet lemmet op goed geluk af naar binnenDat had hij honderdmaal kunnen doen, zonder dat 't hem iets hielp, maar nu kwam de mespunt juist in een zijden zakje terecht, zoodat daar een half theelepeltje wit poeder uit lekte. „Hé, wat is dat Wallace keek in de groote verbaasde oogen van de spreekster, en dacht weer: „Zij is O.K Maar de koffer was dat niet hij liet zijn chef roepen. Die koffer, en nog een tweede, bevatten 102 pondszakken heroine, waarde ongeveer een kwart millioen dollars. Men moest de onnoozele Marie nog uitleggen, dat het een gevaarlijk goedje was, door Amerikaansche gangsters gebruikt, om den moed te krijgen tot moord of kinderroof. New-Yorksche douane ambtenaren openen twee lcisten opiumter waarde van 4.000.000 gulden, die bij een raid op 'n waren huis in beslag waren ge nomen. dus deed Maria Wendt, de 23-jarige dochter van 'n Cliineeschen gouverneur-generaal, die wegens het smokkelen van opium ter u-aarde van 400.000 gulden door de rechtbank te Los Angeles tot 20 jaar gevangenisstraf werd ver oordeeld. Ze verkreeg 20 dagen uitstel, waardoor de mogelijkheid geschapen werd, haar als ongeu-enschte vreemdelinge uit het land te zetten. Het meisje, dat vijf talen vloeiend spreekt, leed namelijk aan een geheimzinnige en ongeneeslijke ziekte, waartegen de blanke wetenschap machteloos staat. Vermoedelijk is ze door de opium-s mokkelaars vergiftigd. Ze ontsnapt door een list uit het hotel, waar ze haai intrek genomen had om de smokkelaarsbende in handen der politie te spelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 6