DE KEIZER VAN DE SAHARA Een avontuurlijke tragi-comedie, naar waarheid verhaald door Curt Corrinth VERVOLG „Uitstekend, vriend. Geef MA! EST ES ^LTESSES „Zoo wint men een keizerrijk Nadat Lebaudy z'n proclamatie heeft voorge lezen, klikt hij tevreden met de tong en geeft het papier terug. „Zoo wint men een keizerrijk. mom pelt hij. Zijn vriend geeft hem een paar andere papieren. ..Tweede stapel de proclamaties voor Frankrijk. Derde stapel kennisgevingen aan buitenlandsehe vorstenhuizen en regeeringen.... Hier hebt u de. proef van de eerste Saharasche Staats-courant. I)e troonrede. De krijgs-artikelen Het eene stuk na het andere gaat van hand tot j r- r D C T C hand. Lebaudy toont zich fcfcKolt. zeer tevreden. j 5 nog even liet koopcontract je w'eet wel. Ja, Vastal weet het heel goed. Hij haalt het ge wichtige document te voorschijn, dat het volgende inhoudt Jacques Lebaudy heeft van een zwart stamhoofd aan den rand der Sahara een stuk woestijn gekocht, vijftig vierkante kilometers groot.... De twee bestudeeren het koop-contract nog eens goed. Conclusie alles in orde Lebaudy legt zijn lieer- schersvuist op het belangrijke staatspapier „Van hieruit moet ik mijn wereldrijk veroveren Ik wil het en zdl het In zijn oogen gloeit een vreemd vuur. Een bran dende eerzucht schijnt dien jongen man te verteren bah, hij is het beu, dat leventje te leiden van rijken erfzooii, die niets uitvoert, voor grappenmaker en tegelijk voor grooten heer der boulevards te spelen hij besluit meteen maar - Assiette AL' Belrr H. JACQIES r Zijne Majesteit Jacques I, een prachtige earieatvur, die 20 Sept. 1903 verscheen als titelplaat van het Fransehe spotblad ,,L' Assiette an Beurre" (De Botervloot). „Nu ga ik mijn. onsterfelijk heid in de sterren schrijven Het kan beginnen t Hij houdt 't niet meer uit op den troon, die slechts een stoel is. Met energieke schreden loopt hij de kamer door. Van nu af spreekt hij met een stem als een Napo leon. van nu af wordt de be roemde lok niet meer weggestre ken van zijn voorhoofd. „Wat is er verder nog af te doen V' „Er zitten menschen te wach ten.... De kroon.... de kronings mantel. de. „Goed. Laat binnenkomen Vastal doet de deur open en geeft een wenk. Weldra komen er eenige bedienden van een kleer maker binnen, met tal van doozen. Die worden geopend, en een bonte pracht wordt uitgespreid op stoe len en tafels een prachtige, fan tastische uniform met kolossale epauletten schitterende versier sels en wat het meest frappeert een verrukkelijke koningsmantel, met gouden bijen bestiktver volgens een standaard drie gou den bijen op een wit veld. Bijna ontroerd verdiept. Jacques Lebaudy zich in die sprookjesachtige pracht. Het duurt een poosje, eer hij zich los kan rukken en de goedgunstige woorden spreken „'t Is goed. Wij danken De bedienden verlaten buigend het vertrek. Opnieuw geeft Vastal een wenk naar buiten nu treden er twee juweliersbedienden binnen, eveneens kistjes en doozen torsend, die aanstonds geopend worden. Dan wordt er allereerst een kostbaar product van goudsmidskunst zichtbaar een schitterende gouden kroon, fijn gedreven, met een grooten robijn in den top. De eene bediende balanceert het prachtstuk op de handen, maar reeds komt er een zacht geluid van Lebaudy's lippen met onstuimigen greep neemt hij den man de kroon uit handen, en hij zet zichzelf het waardigheidsteeken op het hoofd. Hij kan zich niet bedwingen hij gaat naar den spiegel en bekijkt zichzelf, terwijl de trouwe Vastal hem van achter af den mantel van purper en hermelijn om de schouders schikt.... Als geboeid staat Lebaudy zijn majesteitelijk spiegelbeeld aan te staren Inmiddels heeft ook de tweede bediende zich ge weerd hij heeft scherp den toestand aangevoeld, hij heeft een andere doos geopend dan komt hij op den jongen millionnair toe, en maakt een beweging, die op een kniebuiging lijkt, terwijl er geen spier in zijn kwajongensachtige gezicht vertrekt, en hij reikt hem een gouden sehepter, met edelsteenen versierd Lebaudy huivert, als hij zich het koude metaal in de hand voelt drukken dan beheerscht hij zich de sehepter maakt, een voorname, afgemeten beweging ,,'t Is goed. Wij danken Ook deze twee bedienden vertrekken. Er is nog een kistje blijven staan, ongeopend. Vastal buigt, er zich overheen een bont geglinster. „Ah, de ridderorden Lebaudy treedt nader, en laat stuk voor stuk door zijn vingers gaan. „Hm.... jade Orde van de Gouden Bij eerste klassehm, die blijft gereserveerd voor vorsten Hij hangt zich het pronkstuk om den hals. Hij denkt na, treedt op Vastal toe „Beste vriend, wij grijpen de eerste gelegenheid aan, om u te beloonen.hiermede benoemen wij u tot minister van binnenlandsche en buitenlandsehe zaken, en wij kennen u tevens. Hij reikt zijn vriend de Saharasche Huisorde eer ste klasse, Vastal echter schijnt te schrikken. Lachen durft liij niet. Aarzelend vraagt hij „Wil dat zeggen.... dat ik mee moet.... de woestijn in V' Lebaudy kijkt hem gestreng aan. „Wij zullen een hoofdstad uit den grond stampen, beste vriendOverigens zullen wij meest te Las Palmas verblijven en van daaruit regeeren Vastal haalt verlicht adem. „O, dan Hij kan niet verder spreken. Vastberaden vali zijn vriend hem in de rede „Order doorgeven naar Marseille, waarde minister. Binnen vijf dagen moet mijn jacht „Frasquita" onder stoom liggen, moet mijn. vloot zich gereed hou den, om uit te varen dan wensch ik mij met de keizerin in te schepen naar mijn rijk Vastal staat met open mond, want dit is zelfs voor hem een sensationeel nieuwtje. „Met de. keizerin Bedoelt u. Marguerite Pellière i" Dreigend antwoordt de moderne Napoleon „Ja, met hare majesteit keizerin Marguerite. En mag ik om een beetje meer ernst verzoeken Het gaat hier niet om een vastenavondgrap, voor den drommel, maar om de stichting en verovering van een nieuw wereldrijk dat zal ik iedereen toonen, ondanks al die stomme twijfelzucht van tegenwoor dig, ondanks die heele dooie twintigste eeuw, die geen greintje romantiek en geest van avontuur meer in zich heeft Verbluft keert Vastal zich naar het raam. Zijn schouders schokken. Onhoorbaar staat hij te mom pelen „Blikslagers dat kan dan de gekste streek

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 12