DE VLISSINGSCHE ZEEVAARTSCHOOL Een les-uurtje, dat gespannen aandacht vergt kaart/pa. voor de derde stuurlieden. Veel komt er op voldoende oefening aan, eer een radio-telegram op gehoor met Practisch werk bij de radio-telegrafisten het samenstellen van een ontvanger. de koptelefoon kan worden opgenomen. kennis, examens en diploma's gingen eisclien. En de Ylissingsche, de Zeeuwsche jongens moesten toe zien, dat anderen de voorkeur gingen krijgen, die in het Noorden des lands gemakkelijker de gelegenheid hadden gezien, zich de noodige kennis te verwerven op de daar gevestigde zeevaartscholen. Dat was een liard gelag, en hoevelen gingen zich niet gevoelen als Michieltjen in de droeve jaren, toen hij „het groote wiel" moest draaien Maar Ylissingsche mannen begrepen dien nood en al wat er in Zeeland met de scheepvaart, den scheeps bouw en het loodswezen te maken had vereenigde zich, in het begin onzer eeuw al, om met hulp van stads- en provinciaal bestuur in Vlissingen het volgen van goed zeevaartkundig onderwijs mogelijk te maken, zoodat de Zeeuwsche jongens niet genood zaakt zouden zijn, den ingeboren trek naar de zee te weerstaan omdat de kosten van plaatsing op een verafgelegen zeevaartschool voor hun ouders te ondraaglijk waren. Begon in 1903 dit onderwijs met eene opleiding voor stuurlieden, die dat jaar al dadelijk door twee enveertig leerlingen werd bezocht,, al ras werd de noodzakelijkheid gevoeld om eene opleiding in te stellen voor machinisten, terwijl later ook de behoefte zich deed gevoelen aan een cursus voor radio-telegra fisten. Trouwens, de opleidingen waren gaandeweg verder uitgebreid, niet alleen naar boven metcursussen Neen, Michiel de Ruyter was de eerste Vlissing- sche, de eerste Zeeuwsche jongen niet, wien de trek naar zee in het bloed woelde Be wezen het ons een paar weken geleden niet de oudste vondsten uit 't Walchersche zand, die het Middelburgsche museum bewaart, dat de Zeeuwen al in de vroegste dagen van onze jaartelling de zeeën rondom hun eilandenrijkje bevochten en bevoe ren, dat Walcheren zeker in dien tijd al een der steunpunten was voor de vaart op Engeland Neen, onze nationale zeeheld was de eerste niet, maar hij zou ook de laatste niet zijn, die den roep van de zee zou hooren en verstaan. De veerdienst op Engeland, het verkeer over de Zeeuwsche wateren, de scheepsbouw in Vlissingen, de ontwikkeling der loodsdiensten, dat alles lokte de Zeeuwsche knapen, eeuw na eeuw. Tot de tijden veranderden. Tot de ontwikkeling van de techniek, de vlucht van liet zeeverkeer ook van den zeeman grooter ontwikkeling, steviger gefundeerde Peiling nemen, een werkje, dat leven en werk op volle zee al levendig suggereert.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 16