DE PRINSES VAN NEW YORK
door
Cosmo Hamilton
DERDE
VERVOLG
22
Op den terugweg naar 't hotel bleef Maria
staan voor een j uwelierswi nkelnam
Geoffrey mee naar binnen en kocbt een
diamanten speld voor mevrouw Raffan,
ter berinnering.
,.Groote hemel!" zei Geoffrey. „Spring je zóó
met je geld om
Maria lachte, ,,'t Is maar tweehonderdvijftig
dollar," zei ze.
Als Geoffrey de waarheid nog niet had ingezien
van Herring's opmerking, dat hij geen schijn van
kans had, zou hij overtuigd zijn geraakt doordat
hij Maria, kalinpjesweg, een bedrag op een toon
bank zag leggen, dat hij in drie maanden nog niet
uitgeven kon.
„Blijft u met ons lunchen, meneer Kingsward?"
vroeg mevrouw Raffan
„Ik geloof niet, dat ik
kan," zei Geoffrey. „Ik heb
een afspraak."
„Hè toe zei Maria.
„Graag," lachte Geoff.
„Ik heb absoluut niets om
handen."
Het was vol in de zalen van de Savoy. Het orkest
speelde. De lucht was vol bloemengeur.
Maar als Maria dien ochtend de Parijsche editie
van een New-Yorksche krant had gekocht, had zij
niet met zoo'n luchtigen stap en zoo hooggeheven
hoofd door de hall en de eetzaal geloopen. Er stond
een telegram uit New York in, het korte bericht, dat
Stanton, de staalkoning, een strijd op leven en dood
voerde, en dat de geldwereld het gevecht aanzag
met gemengde gevoelens
In het huurhuis in de Halvemaanstraat had den
heelen dag een zeer opgewekte stemming geheerscht.
Sir George en lady Merstham beschouwden 't als
vanzelfsprekend, dat Maria de vrouw van Allan zou
worden. Lady Merstham wist, hoe mevrouw Raffan
ook onder den indruk was geraakt van haar titel en
van de terloops maar handig aangeroerde feiten
betreffende voorgeslacht en relaties. En zoo had
Allan zelf, die niets liever wensclite dan een ver
bintenis met Maria, iets van het vertrouwen zijner
ouders overgenomen.
Hij ging een paar malen naar liet Savoy-hotel, en
eens zag hij Maria het parkeer-terrein oprijden. Toen
werd hij opeens zenuwachtig, en ging hij naar de
eenige club. die hem nog toeliet. Daar, in een kring
van mannen, waarvan de meesten op avontuur
leefden, gebruikte Allan neerslachtig zijn lunch.
Als Maria Stanton niets was geweest dan de doch
ter van een staalkoning, die een ton per jaar mee
bracht, zou hij zich onbarmhartig en listig aan 't
werk hebben gezet, om haar in 't huwelijk te drijven.
Helaas echter was Maria niet enkel de dochter van
een staalkoning, maar de eerste vrouw, die Allan
ooit had liefgehad. Daardoor werd de zaak zeer inge
wikkeld. Hij werd er haast een fatsoenlijk man door,
en dat bracht hem er bijna toe, van de onderneming
af te zien. Alles bij elkaar maakte Allan zenuwachtig.
De toestand van zijn vader en moeder was wan
hopig dat dreef hem er krachtig toe, het huwelijks
plan door te zetten. Maar er waren moeilijkheden.
Mevrouw Raffan en Maria logeerden in de Savoy,
waar iedereen kwam. Hoe konden hij en zijn moeder
zich daar vertoonen, in de schouwburgen en de opera,
zonder gevaarlijke aandacht te trekken Hij wist
het niet. Menige jongeman in Londen zou zich graag
op de Mersthams wreken. Er kon er ieder oogenblik
een opdagen, van links of van rechts, die hem met
Maria en mevrouw Raffan gezien had, en hemel en
aarde bewoog, om zijn plan in de war te sturen. Als
mevrouw Raffan van een der talrijke slachtoffers
de waarheid te hooren kreeg, was de pret uit.
Op het onwrikbare vertrouwen van lady Merst
ham, die maar volhield, dat Maria hem liefhad,
bouwde Allan zijn hoop. En toen hij eindelijk geen
weersta rul kon bieden aan de magnetische kracht
van het Savoy-hotel, begaf hij zich daarheen met al
het vuur van een minnaar en al den wanhopigen
moed van een struikroover. Hij liep, niet alleen uit
geldgebrek, maar ook omdat hij behoefte voelde aan
lichaamsbeweging.
Hij nam de drukste straten, en keek met wat
schamperen blik op naar de ramen der voorname
clubs, waaruit hij geweerd werd. Toen hij de Savoy
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE
„De prinses van New York1' is de bijnaam van
Maria Stanton, de dochter van den Amerikaanschen
staalkoningHutchinson Stanton. We maken met
haar kennisjuist op het oogenblik dat ze op het
punt staat New York te verlaten voor een bootreis
naar Europa. Ze wordt op dien tocht vergezeld door
mevrouw Raffan, daar haar moeder van de voorge
nomen reis afziet om. den staalkoningbij te staan
in zijn strijd tegen z'n concurrentenAan boord van
den oceaanstoomer bevindt zich ook Geoffrey Kings-
ward, die reeds op de kade danig onder den indruk
raakt [van Maria's schoonheid. Twee andere pas
sagiers zijn lady Merstham en haar zoon Allan
Merstham, een avontuurlijk tweetal, dat diep in de
schulden steekt. Met, het oog op zijn berooide financiën
neemt Allan zich voor Al aria Stanton, en daarmede
haar miUioenen, te veroveren Lady Merstham maakt
kennis met mevrouw Raffan en stelt haar zoon aan,
Maria Stanton voor. Geoffrey Kingsward -is tot over
z'n ooren op Maria verliefd en ziet in Allan een
ernstige rivaal. Ook Allan is veel van Maria gaan
houden. Ze zijn inmiddels allen in Londen aange
komen. Bij de Mersthams is de financieele toestand
kritiek. Er moet een uitweg gevonden worden en de
eenige hoop is gericht op het huwelijk van Allan met
Maria. Nu kunt u verder lezen.
bereikte, vroeg hij naar mevrouw Raffan. Hij kreeg
te hooren, dat zij uit was.
„Hm," dacht hij, „zeker naar een schouwburg."
Hij liep naar het plaatskaarten-bureau.
„Mevrouw Raffan is naar de Gaiety, is 't niet V'
vroeg hij.
„Nee, meneer," zei de man. „Mevrouw *Raffan
heeft een loge bij Daly genomen."
Allan keerde zich om. Zou hij naar Daly gaan,
naar de loge vragen en er binnenloopen Waarom
niet f 't Stuk zou hem vervelen, maar Maria zou er
zijn. Hij ging dus maar weer op stap, en zag nog
juist een man, dien hij kende, in een grooten wagen
stappen
Vincent Lester Hij lachte zacht, want Vincent
had een korte maar dure vriendschap met zijn familie
beleefd. Vincent had beloofd, Allan onkenbaar te
maken, als hij hem tegenkwam, had hij gehoord.
Gelukkig dus maar, dat hij den knaap gemist had.
In Daly volgde Allan den suppoost naar loge B.
Mevrouw Raffan en Maria waren alleen. Maria's ge
zicht klaarde op, toen zij Allan zag.
„U zei ze, haar hand uitstekend.
Ook mevrouw Raffan was merkbaar in haar schik.
„Hoe hebt u ons gevonden fluisterde Maria.
„Instinct," zei Allan. „De magneet heeft me ge
trokken."
Maria glimlachte. Allan had haar zoowaar een
complimentje gemaakt. Ernstig, bijna onwillig,
meende ze. Maar hij was knap, zoo slank en sterk.
Geen man in de zaal kon bij hem halen.
Allan nam den stoel tusschen Maria en mevrouw
Raffan. Hij kwam bij, begrijpend, dat hij echt wel
kom was geweest. Hij zag weinig van het stuk. Hij
had alleen oog voor Maria. Haar profiel en de lijn
van haar keel boeiden hem.
Toen hij eindelijk zijn oogen van Maria aftrok, was
het eerste, dat hij zag. het uilengezicht van Vincent
Lester, in de eerste rij stalles. Allan schoof onwille
keurig iets naar achter.
Hij verliet de loge niet tusschen het eerste en twee
de bedrijf, maar hield de dames bezig met zijn op
merkingen. Hij deed niet gereserveerd meer, maar
toonde Maria, dat hij haar bewonderde.
De verandering in zijn houding verraste Maria.
Zij was niet verliefd op Allan, maar besefte, dat er
nog maar weinig noodig was, om haar verliefd te
maken. Had Allan dit geweten, dan had de laatste
hoop der familie Merstham hem niet zoo wankel
geleken, als het geval was geweest.
Gelukkig vond Maria het tweede bedrijf vervelend,
dus was zij blij, dat mevrouw Raffan op haar zachten
wenk inging.
„U blijft natuurlijk met ons eten vroeg mevrouw
Raffan Allan aan het hotel.
„Heel graag," zei Allan.
't Was nog wat vroeg om te dineeren, maar 't was
tóch al druk in 't hotel. De dames gingen naar boven,
om haar mantels af te leggen, en Allan liep van de
lift naar de garderobe.
„Weet u ook, of meneer Vincent Lester hier
logeert vroeg hij den bediende.
De bediende glimlachte even. „Hij komt hier wel
vaak, meneer, maar hij logeert hier niet."
Allan redeneerde Vincent was hier pas geweest,
dus zou hij denkelijk Wel ergens anders dineeren. Hij
had het mis, want op dat moment stopte Vincent
Lester voor het hotel.
Allan wachtte bij de lift op de dames, en volgde
haar toen de eetzaal in. Mevrouw Raffan had een
gereserveerde tafel in de enkele rij. Zij en Maria
gingen zitten, en Allan wou hun voorbeeld volgen,
toen een opgewonden man hem aanhield, 't Was
Vincent Lester, die met een woedend gezicht zijn
vuist tegen Allan schudde, vóór de vriend, die bij
hem was, hem tegen kon houden.
„Ah zei liij. „Eindelijk Ik heb op je geloerd,
schurk
Allan trok, met volmaakt tooneeltalent, een gezicht
van ietwat vroolijke verbazing.
„Pardon," zei hij.
Die houding maakte den niet geheel nuchteren
Vincent razend. „Vervloekeling zei hij. „Ik heb
beloofd, dat ik je nek om zou draaien, als ik je
tegenkwam, meneer de valschspeler, en ik zal 't
doen ook
De vriend van Vincent trok Vincent bij zijn arm.
„Stel je niet aan zei hij.
Iedereen keek, want Vincent's stem was schril,
zijn houding vechtlustig. Maria en mevrouw Raffan,
die juist niets konden verstaan, keken verbaasd.
„U vergist u," zei Allan koel. „Ik heet geen Valsch
speler. Ik heet.
Hij wachtte, en kreeg een idee. Hij stak snel zijn
vingers in zijn borstzak en haalde er een kaartje
uit, dat hij daar vroeger in den middag gevoeld
had. Hij wist niet meer, wiens naam er op stond,
dus frisclite hij zijn geheugen op.
„Mijn naam is Aubrey Southgate," zei hij, „van
zijner majesteits Corunna, om u te dienen."
„Dat lieg jeantwoordde Lester. „Dacht je,
dat ik jou vergeten kon Je bent Merstham."
Allan lachte. „0," zei hij, „nu begrijp ik. 't.
Is me al meer gebeurd. Ik ken dien Merstham niet,
maar 't blijkt een onaangename dubbelganger te
zijn."
Lester keek hem loerend aan. „Wat f" zei hij.
„Ik ben éénmaal een ras-idioot geweest, maar als je
denkt, dat je er met zoo'n smoesje afkomt, heb jc
't mis
Hij kwam nader, maar de vriend trok hem terug.
„Laat dat, gek zei hij. „Je gaat den bak in
„Kan me niet schelen! Die kerel...."
Allan, kalmer dan ooit, stak Lester het kaartje
in de hand. „Ik kan niet anders doen," zei hij, „dan
u excuus vragen, dat ik de man niet ben, wien u
zoo graag een opstopper zou geven, maar feiten zijn
hard, en mijn naam is Southgate."
I .ester keek verbluft, op het kaartje, en toen in
Allan's gezicht, en hij zag twee oogen zoo open en
geamuseerd en onbevreesd, dat hij onwillig aan een
dubbelganger van Merstham gelooven moest.
Hij kalmeerde. „Neem me niet kwalijk," zei hij,
„maar. maar ik heb nog nooit zoo'n ongeloofe-
lijke gelijkenis gezien."
„Tot uw dienst," zei Allan. „Zooals ik zei, 't is
me al meer gebeurd." Hij liep door naar de tafel
der dames.
„Ik vraag excuus, mevrouw Raffan," zei hij.
„Wat was er toch vroeg mevrouw Raffan.
,,'t Leek wel, of hij u slaan wou," zei Maria.
„Dat leek inderdaad zijn vurigste begeerte,"
antwoordde Allan lachend.
„Maar waarom e-
„Ja er schijnt een zekere meneer Aubrey
Southgate te bestaan, die precies op me lijkt. Dat
zou niet zoo erg zijn iedereen heeft een dubbel
ganger, zegt men behalve u" hij boog naar
Maria. „Alleen heeft die Aubrey Southgate nogal
wat vijanden. Voorzoover ik uit dien dronken man