EEN WORSTELWEDSTRIJD MET KROKODILLEN "mm - WBB 29 Tommy Carter, uit Miami in Florida, behoort tot een heel ander genre worstelaars dan de mannen, die men gewoonlijk binnen de tou wen ontmoet. Hij is een jongeman zonder zenuwen en specialist, in een soort worsteling zon der weerga. Zijn tegenstander is altijd een krokodil of een alligator, een van die levende, valsche en blazende kruipdieren, wier gewicht dat van Tommy Carter met enkele honderden ponden overtreft. Tommy Carter begon met deze liefhebberij een veertien jaar geleden, toen hij elf jaar oud was. Op zekeren dag ging hij naar de moerassteppe van Zuid-Florida, in gezelschap van een lid van den stam der Seminolen, dat met allerlei verhaaltjes over het vangen van krokodillen de nieuwsgierigheid van Tommy had geprikkeld. De jongen was net twee weken te voren uit Dallas, in Texas, gekomen en had nog nooit een krokodil gezien, behalve in zijn prentenboeken. In de ondiepe modder van een riviertje vonden ze wat ze zochten. De Seminole zag dat het ondier geen al te sterke tegenpartij was voor zijn vriend en gaf Tommy snel eenige instructies. De jonge blanke dook over den rand, kwam precies boven op zijn vijand terecht, greep hem achter in zijn nek en hield zijn muil dicht. Het scheelde geen haartje of zijn duim had tusschen de tanden van het roofdier gezeten. Het gevecht in het modderige water was spoedig afge- loopen, ofschoon Tommy den indruk kreeg, dat het uren duurde, voordat hij met zijn drie voet lange prooi aan land kwam. Ze bonden muil en pooten stevig vast en Tommy bracht hem, tot groote ont steltenis van zijn ouders, naar huis. Sindsdien heeft deze pezige, gespierde jongeman meer dan honderd alligators en krokodillen gevangen in de moerassen van Zuid-Florida. Zijn mooiste vangst was er een van tien voet (drie meter) en een gewicht van 500 pond. Hij heeft met duizenden andere ge worsteld, tot genoegen van een op sensatie belust publiek, dat in hoogste spanning toekijkt als Carter in een zwembassin duikt en den strijd aanbindt met een alligator, die reeds in 't water is losgelaten. Carter zwemt onder water op zijn tegenstander toe. De controle over de zenuwen, reflexen en het kiezen van het juiste oogenblik alles moet kloppen tot in de puntjes, of anders. Hij ontwijkt den gevaar lijken muil, doet bliksemsnel een greep naar de voor- pooten, grijpt ze vast, slin gert zich op den rug van het ondier en rijdt ermee rond het bassin. Zijn greep sluit zich als 'n schroef op de kaken van den alligator en hij zwemt met zijn gevangene naar 't platform. Indien beenen of handen een oogenblik hun greep moesten lossen, dan zou het snel en onver mijdelijk met hem gedaan zijn. Carter heeft natuurlijk zijn eigen kunstgrepen en methoden, die hij op zijn tegenstanders toepast. Wie hem gadeslaat, verwondert er zich over, dat hij het zoo lang heeft kun nen bolwerkenWat niet wil zeggen dat hij niet ooit op 't nippertje aan den dans is ontsprongen. Veertien litteekens herinneren hem aan oogenblikken, waarop hij te kort. schoot aan snelheid. Carter vangt zijn alligators in troebel water, modderachtige rivieren en in de diepe moerassen van Zuid-Florida. Als hij u meeneemt naar de moerassen wijst hij u, onder water, de holen der alligators aan, die tot vijftien voet onder de dijken doorloopen. Carter legt een lus over den ingang van het hol en loopt over den dijk, terwijl hij op den grond stampt met een ijzeren roede. Het scherpe uiteinde van den stok vindt dan soms een gat en port, den alligator in den rug. Zoodra het ondier zijn hol verlaat, hangt het als het. ware zichzelf in den strop. Dan moet Tommy vlug zijn. Hij trekt den strop vast, om den muil en dan begint feitelijk het gevecht. De alligator wentelt zich om, rukt en trekt, en slaat woest met, zijn staart. Carter moet scherp letten op dien puntigen, hoornachtigen staart. Er zijn jagers, die met een vreeselijken klap van dien staart zijn gedood. Corns slaagt 't ondier erin aan de lus te ontkomen en zich vrij te maken. Dan gaat Carter achter hein aan en in de eenzame diepten van 't moeras wordt tusschen hem en het beest een zware strijd geleverd, de strijd van 'n ongewapenden jongeman tegen een blazend en brullend monster, met tanden, die '11 man in één hap kunnen uiteenscheurenHon derdvijfenveertig pond tegen vierhonderd en meer. Beiden duiken en vechten in het kolkende water. Carter houdt zich wanhopig vast op den rug van den alligator. Plots schiet, Tommy's rechter hand onder de onderkaak van het reptiel, in den vorm van een uppercut. Mist hij zijn slag, dan is 't met hem afgeloopen. Zoo is Tommy Carter. Als hij zijn rechter hand onder de kaak heeft zitten, komt, zijn linker neer op den kop en beide han- den sluiten den muil dicht. Zijn handen glijden bliksemsnel naar den top van den muil, waarbij de alligator echter geen schijn van een kansje krijgt om zijn bek te openen. Lichaam en staart, gaan door en slaan V vi Florida Musa-dorp. Fog een kijkje op de alligator - kweekerij van Anastasia-eiland. Het kost heel wat inspanning om de kaken van elkaar te krijgen Typisch is de manier waarop de Indiaan zijn been gebruikt. en wringen, totdat Carter er in slaagt zijn gevangene op het droge te brengen. Nog steeds met zijn handen op den bek, zit hij op den rug van zijn vijand, vlak bij den kop, en met een specialen greep tracht hij den alligator op zijn rug te werpen. In die positie verliest 't ondier het grootste gedeelte van zijn strijd lust. Carter houdt den muil met een hand dicht, legt er bliksemsnel een touw rond en blijft meester van het terrein. Soms wrijft Carter's hand zachtjes over den witten, zachten buik en hoe wonderlijk het ook moge heeten het ondier valt onmiddellijk in slaap. Dit trucje is werkelijk verbluffend. Carter noodigde mij eens uit, later, dit ook eens te probeeren. Ik deed het niet zonder angst of schoon mijn „verovering" maar een baby-alligator was van één voet, en het lukte. Maar ik hield den slaper toch maar scherp in de gaten. Tijdens zijn vroege tochten in 't moeras leerde Tommy gauw genoeg, dat de groote, loom-uitziende monsters lang zoo langzaam en lomp niet zijn als ze er uitzien. In werkelijkheid zijn ze zeer snel. Een alligator kan, niettegenstaande zijn korte pooten, een gemiddeld snellen man gemakkelijk de loef afsteken, vooral in de moerassteppe, waar men niet zoo gemak kelijk vooruitkomt. Carter was twaalf jaar oud, toen hij eens door een krokodil werd achtervolgd. Het dier had hem bijna te pakken en zou hem ongetwijfeld in stukken hebben gescheurd, wanneer Tommy's makker niet precies met zijn lasso had gemikt en het ondier had weten te vangen. De grootste alligator, dien Carter ooit gezien heeft, mat zestien voet (plm. 4.80 m.). „Monsters van vijftien voet waren geen zeldzaam heid," zei hij, „maar thans zijn ze niet zoo gemakkelijk te vinden. Zelfs de Seminolen slagen er thans moeilijk in, dergelijke knapen te bemachtigen. „Indien ik woonde in het verre Oosten," vertelt, hij, „of in sommige streken van Afrika, zou ik vermoede lijk alle neiging om alliga tors te vangen of ermee te vechten verliezen. Daar ginds bereiken sommige krokodillen een lengte van dertig voet (negen meter.) Wat ik doe, is spelen met, babies." Florida. Musa-dorp. Een Indiaan, verwikkeld in een gevecht met een alligator op de alligator-kweekerij van Anastasia-eiland, waar meer dan 6000 alligators samen - troepen. Je legt jeeenehand onder zijn onderkaak en de andere op zijn kop en houdt rast. Zoolang je vasthoudt blijft hij aan t wringen en trekken, omdat hij 't niet prettig vindt, maar zoolang ben je ook veilig.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 29