KONING, DEGENSLIKKER VUURVRETER EN VIJF DAGEN KONING VAN ALBANIË 35 Otto i t t e ehaa.ESnig v.Albanian Otto Witte voor het beroep van mo narch. Daarna volgden onrustige jaren. Witte maakte aan de zijde der Trans valere den Boerenoorlog mee tegen de Engelschen, maai- werd met een groep strijders op Portugeesch gebied terug gedrongen en ontwapend. Witte nam vervolgens deel aan verschillende expe dities naar Abessinië en de bronnen van den Nijl, viel in handen van werfagenten voor het vreemdelingen-legioen, ont kwam na een avontuurlijke vlucht uit den woestijndienst, en bevond zich ten slotte bij het uitbreken van den Bal kanoorlog weer in Constantinopel, waar hij onmiddellijk als spion in dienst trad. Uit afkeer tegen Servië, dat hem vroe ger had uitgewezen wegens een door hem gedane en in vervulling gegane voorspel ling, nam hij later dienst in het Turksche leger. Hij maakte vrij snel promotie ge durende den veldtocht, werd zelfs be velhebber van een troepenmacht, doch kwam ten slotte tot de conclusie, dat het beroep van vuurvreter veel rendabeler was, wijl hij, in plaats van een geldelijke belooning, slechts ridderorden kreeg. Ten laatste werd hij zelfs benoemd tot majoor in het keizerlijk Ottomaanscli leger. Doch het voor uitzicht, later het hiervoor vastgestelde salaris te kunnen opstrijken, ging in rook op, wijl de Turken den oorlog verloren. In Albanië evenwel bevonden zich toen nog twee georganiseerde legerbenden, die, zonder eenigen samenhang met de nog onder Turk sche heerschappij staande gebieden, om zoo te zeggen in het luchtledige opereerden. liet waren het Noor delijke Albaansche leger onder Essad Pascha, en het Zuidelijke Albaansche leger, dat onder bevel stond van Pascha Janina. Intusschen poogden de Serviërs het vrije Albanië te veroveren, om via Durazzo den lang begeerden toegang tot de Adria- tische zee te verkrijgen. Voor den eersten keer kwam toen bij Otto AVitte het avontuurlijke plan op, zelfstandig iets te onder nemen, want als majoor zonder soldij kon hij toch niet eeuwig blijven leven. Toen hij nog als spion werkte, was hem op zekeren dag een plan in handen gevallen, dat tot dusverre in het bezit was geweest van een Servischen generaal. Het behelsde de ver deeling van Albanië. Een gedeelte van het land zou aan Montenegro vervallen, een ander deel aan Griekenland en de rest, het middelste gedeelte met Durazzo, zou aan Servië worden toegewezen. Bijna tegelijkertijd echter hadden de Europeesche grootmachten besloten, den onrustigen Balkan tot rust te brengen door er een sterken heersclier heen te zenden, in den persoon van den vorst von Wied. Er werd nog druk beraadslaagd, toen uit Albanië sensationeele telegrammen binnenkwamen, die zoo wel de plannen der Serviërs als van de andere staten plotseling in de war stuurden. Immers, Albanië had zich zelf een koning gekozen de Turksche prins Halim Eddin had de waardigheid aangenomen, het volk juichte hem toe, en alles scheen prachtig in orde, totdat nieuwsgierige berichtgevers, die van uit Budapest en AVeenen onmiddellijk naar Albanië waren gereisd, het bedrog ontdekten. En de oude kermis-artist, vertelt, u deze doldrieste, aanvankelijk zoo wel gelukte overrompelingspoging, de inbezitneming van den Albaanschen troon, met een grijnslach van genoegen. „Tijdens een mijner laatste Afrikaansche expedities was ik in kennis gekomen met een Turkscli officier. En zooals dat gaat in de wildernis, waren wij dikke vrienden ge worden. Volta werd tijdens den oorlog mijn adjudant, en met hem samen werkte ik het plan uit. Afijn gelijkenis met. prins Halim Eddin benuttend, wilde ik de koninklijke waardigheid overnemen, om eens en voor altijd vrede te stichten. Bij een verhuurder van tooneol-costuums te AA Venen bestelden wij twee prachtige uniformen. Zooals men aan het adres op dezen- officieelen brief omslag ziet, erkent het Duitsche Eijk Otto Witte' s kwaliteit als ex-koning. De ex-koning van Albanië in bnrgarkleeding. Dan zonden wij van Constantinopel uit een telegram naar Durazzo, waarin de aankondiging vervat was, dat de prins het opperbevel der zich in Albanië bevindende troepen zou overnemen. Als ondertee- kening kozen wij die van den sultan. Toen ik dan ook enkele dagen later met mijn klein gevolg in Durazzo het land betrad, onderwierpen de bevelhebbers zich onmiddellijk aan mijn gezag. Ik reorganiseerde de troepen, wierf vrijwilligers aan, en maakte mij mijn kennis van den opmarsch der Ser viërs ten nutte. De voorbereidende maatregelen voor het offensief tegen het Servische Alacedonië namen slechts enkele dagen in beslag. Atol begeestering door den frisschen geest welke thans onder de troepen heerschte, kwam Essad Pascha, aan het hoofd van een leger-deputatie, mij ten slotte de kroon van het Albaansche koninkrijk aanbieden, welke ik na eenige aarzeling aannam. Den 15en Februari 1913 werd ik in de oude koningsstad Tirana plechtig gekroond tot koning van Albanië. Bedrog was uitgesloten, want op de eerste plaats wilde ik werkelijk orde scheppen, en op de tweede plaats zou ik gaarne mijn plaats hebben ingeruimd voor den werkelijken prins, wan neer deze mij niet gestoord had in de door mij ge troffen maatregelen. Maar hij vernam uit de kranten berichten hetgeen geschied was, en verscheen in burger, om mij rekenschap te vragen van mijn han delwijze. AVat bleef mij anders over, dan den prins als bedrieger te brandmerken en hem eenvoudig ge vangen te laten nemen 1 Maar de onrust was een maal gewekt, en na vijf dagen zag ik mij gedwongen, bij nacht en ontij mijn biezen te pakken en mijn ko ningstroon te verlaten. Ik begroef mijn uniform in den tuin van het paleis en reisde naar Europa terug. Precies een jaar later zette men den vorst von AVied op de door mij opengelaten plaats. Doch deze hield het er ook slechts vier maanden uit." Een koninklijke droom was voorbij. De Duitsche artist keerde naar Duitsch- land terug, stichtte een gezin, en richtte een vil- derij op in den Taunus. In den loop der volgende vijf tien jaren, nadat hij een zeepfabriek had bezeten, die in openbare veiling moest worden verkocht, en nadat hij 't. vermogen, dat hij zich daarna als hotelhouder had weten te verwerven, tengevolge van de inflatie weer had ver speeld, nam hij ten slotte zijn oude vak van rond reizend kermis-artist weer op. En thans is Otto AVitte. de ex-koning van Alba nië, een der meest bekende figuren op de kermissen in Duitschland. De ex-koning voor zijn rijk en onderdanen: twee kermiswagens, vrouw en kleinkinderen. Wat beteekenen oplichtersfiguren als een Harry Domela, een kapitein van Köpenick, vergeleken bij een man, die zijn moedertaal niet eens kan neerschrijven, en toch vijf voBe dagen lang als koning heerschte over een echt land Ze zinkeu er tegen in het niet Deze groote avonturier heet Otto AVitte. 'n Duitsche kermis-artist, en zijn koning schap van Albanië is officieel en ambtelijk bevestigd geworden, zoodat hij met recht den erkenden titel voeren kan van ,,ex- koning van Albanië". Aan den rand van Berlijn, waar 'n stad van woonwagens den overgang vormt naar de provincie, staat voor het oogen- blik zijn rijdende woning, te midden van kermiswagens en vehikels van de meest uiteenloopende soort. In dit kasteel op wielen regeert Otto AVitte nog als ko ning. over zijn gezin. Ondanks zijn 63 jaren is deze rustelooze geest nog vol plannen, en als hij maar eens wat meer verdiende welnu, dan zou de wereld nog eens wat belevenDan zou men nog eens verbaasd staan over het irlitiatief van dezen Duitschen kermis-artist. Alaar nu wachten de plannen nog voorloopig op uitvoering, en zelfs een weddenschap om 100.000 dollar wacht op betere tijden om gewonnen te kunnen worden. Door de natuurlijke properheid, die dezen Duit schen kermisreiziger kenmerkt, is de woonwagen bijna een idyllisch tehuis geworden. Voor bij de deur de miniatuurkeuken, dan de woonkamer met canapé, tafels en stoelen, en ten slotte, achteraan, de slaap kamer, welke door de Alitropa ingericht zou kunnen wezen. Naast den grooten woonwagen een kleinere, het slot en tegelijk het heiligdom van Otto Witte. Hier bewaart hij zijn uniformen en herinneringen, hier bergt hij zijn werktuigen, want het beroep van „ex-koning" was slechts een geluksmoment, dat een grillig levenslot hem onverwacht deed beleven. Het hoofdberoep toch van dezen geboren en getogen kermisgast is dat van degenslikker en vuurvreter. Alaar helaas voeden doen deze beide beroepen hun beoefenaars blijkens het onderhavige geval al zeer slecht. Het was in 1898 dat zijn beroep hem voor het eerst in Servië bracht. In Belgrado was hij juist weer eens slecht bij kas, en om 's voormiddags ook nog wat te verdienen, liet hij zich aannemen als opperman op het werk aan 't koninklijk slot. De koningin-moeder, Natalia, die van den jongen, veelzijdigen man een en ander had vernomen, liet hem 's avonds voor de koninklijke familie als toovenaar optreden. Op dezen avond ontstond waarschijnlijk de voorliefde van

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 35