De procureur-yeneraal mr. L. 6'. Desier. Daadsheer mr. 6. Kirberger. Het „geleende" decor vermag geen afbreuk te doen aan de plechtstatigheid van een zitting. De boden in rok, de deurwaarder getooid met een oranje lint om hals en borst met de teekenen van zijn waardigheid, advocaten, die in toga de hun toege wezen kamer in- en uitgaan of in de wandelgangen hun pleidooien loopen te overdenken, enkele jour nalisten en belangstellenden, zooal geen belang hebbenden 't is een levend organisme, dat al dade lijk, bij het betreden van het gebonw, eenige van zijn facetten toont. Bij het enkele Woord van den deurwaarder: „De zit ting verandert plotse ling de sfeer. Het wordt ernst Buiten de zittingszaal wordt enkel nog schaars en dan fluisterend gespro ken op de teenen loopend betreedt de leek de publieke tribune. Op een verhooging achter een groen-bekleede tafel zitten de president en eenige raadsheeren met den procureur-generaal en den griffier, die een der drie kamers [vormen van den Hoogen Raad der Neder landen. Iedere voorkeur voor bepaalde hoogere bedrij vigheid van den geest drukt een te onderschei den stempel op het gelaat van den mensch. Scherpe, schrandere juristen-kop pen staan boven het flat- teerend zwart van de to ga's, de president en de procureur-generaal zijn me de getooid met hermelijn. Een advocaat treedt binnen, schrijdt tot het midden van de zaal vóór den president en maakt een diepe buiging. Jhr. mr. Iih. ïeith, president van den Hoogen Daad der Nederlanden. Stukken worden voorgelezen, pleidooien gehouden, de datum van de uitspraak wordt medegedeeld. Het laatste woord in een rechtsgeding zal gesproken worden Tn een beschaafd en dus geordend land is een der allerkostbaarste goederen voor ieder onderdaan van den staat, dat hij volledig deel heeft aan de recht matig gestelde rechtsorde. De Nederlander heeft een traditioneel gevormd rechtsgevoel en een ingeboren neiging dit levendig te. ervaren. In de eigen geschiedenis én in die van de wereld kwam zijn zin voor recht meermalen en onder de meest verschillende omstandigheden en uitingen als een voorbeeld naar voren. Nederland bezit dan ook, van hoog tot laag, een voortreffelijk werkende rechtspraak, die nergens overtroffen, hoogstens in de beschaafde landen ge- evenaard wordt. In artikel 166 van de Grondwet wordt aan den Hoogen Raad der Nederlanden de taak toegewezen Daadsheer mr. J. E. van der Meulen (links) en de substituut-griffier mr. J. Suyling.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 7