DE PRUIMEN BLOEIEN AL
IN 'T ZUID-BEVELANDSCHE
c'vP&tSk
In den boomgaard achter de kerk van Kwadendamme was 't op
Ooeden Vrijdag al volop voorjaar, en al woei de wind wat koud,
de bloesems straalden al in de Maartsche zon.
Lentevreugd onder den bloeienden pruimeboom in 't land van
Kwadendamme.
r'i '-T
Zoo vroeg kan Paschen niet zijn of
't vindt den bloei al in de Zuid-
Bevelandsehe boomgaarden, 't Zijn
de pruimen, die al bet andere fruit a.1 ver
vooruit, in Maart de vreemd-gestrengelde
takken en knoestige boomen al kleuren
met de blanke bloesems. Ze zijn van jaar
op jaar toegenomen in de Zeeuwsche
boomgaarden. En nog zijn ze er bij lange
niet in zulk een aantal als de kersen, de
appelen en peren, die straks in Mei beel
't eiland overgeuren en roze en blanke meren zullen
schijnen tusscben de polderdijken.
Maar de pruimenbloei treft ons juist, omdat bij
zoo vroeg al Zuid-Beveland in lentestemming brengt.
Want nauwelijks is de sneeuw geweken, de nacht
vorsten zijn nog niet de lucht uit, het werk op den
akker is nog maar juist hervat en uit de grauwe
klei komen nog maar de eerste groene spruitsels
te voorschijn daar staat de lentebruid al in vollen
fleur voor ons, nu de pruimenboomgaarden hun
blanke waas tot een sluier samenweven.
In 't jruitland van 's-Gravenpolder, daar is 't in Maart al een sprookjesland van blanken bloei