HET WILD EN DE
VAL
de drie van Coty.
32
UW
SPIEGEL ZEGT
Met geen andere schoonheidsprepa
raten bereikt U op zoo eenvoudige
wijze een zoo charmant effect. Een
weinig Crème de Coty, gevolgd door
een waasje Poudre Coty - dat is het
geheim van een altijd welverzorgd
uiterlijk. Voeg daarbij de uitmun
tende Colcrême Coty en U hebt
'n volledige dagelijksche schoon
heidsbehandeling. Daarbij
zijndeCoty-preparaten in
prijs en gebruik zeer
voordeelig!
REME DE COTY
fijn geparju
a I'M
COLCRÉME COTY
h'ijclijkcleinisimj
cold, in tuben
2ö en S)Ciut
POUDRE COTY,
zachte
die zoo prettig ,Jioudt
op de huid,
fraaie tinten verkrijgbaar
door A. F. SmHhson
To^ Koe*t by cüen. toAuto/uti
oxrt arujst op z'n. fouAt Zat tz
&xa Ay dat on* dtaoi
bum. 'n dot.
dxuL l'n ktMpiffx- aoAvmtAJe'-tijk i/VitouJUon
Reeds op 22 April publiceeren wij de namen van 520
Panorama-lezers, die door ons werden bedacht met een
geldprijs. In het geheel wordt een bedrag van f2000.-
beschikbaar gesteld, verdeeld in tien prijzen van f50.-,
tien prijzen van f25.- en vijfhonderd prijzen van f2.50.
Eiken Vrijdagmiddag prompt twee
uur stapte meneer Staunton, de
kassier van Hamilton's Scheeps
bouw-.Maatschappij, voor de deur van
het kantoor in een taxi, om kasgeld
voor de uitbetaling der loonen aan de
bank te gaan halen. Hij keerde terug
met twee zakken zilver en een tasch
klein bankpapier, bij elkaar een som
van ongeveer twaalfhonderd pond.
Om half zes 's avonds reed hij met dit
geld in een taxi naar zijn vrijgezellen-
woning, die in een buitenwijk van
Birmingham gelegen was. Zoodra het
geld binnen was, kwam Staunton de
deur niet meer uit vóór den anderen
morgen zeven uur. Dan verscheen er
opnieuw een taxi, waarmee de kassier
naar de scheepswerf aan den oever van
de Severn reed. Om negen uur betaalde
hij de loonen uit, keerde om half twaalf
weer in Birmingham terug, sloot om
twaalf uur zijn kas en ging naar huis
tot Maandagmorgen. Alles met de regel
maat van een klok jaar in, jaar uit.
Tom Shelly préós den dag in zijn
leven, toen hij achter deze gewoonten
van Staunton kwam. Er viel een goede
slag te slaan. Staunton verbleef 's nachts
alleen, hij had géén hond en zijn huis
was niet beveiligd met die verraderlijke
electrische apparaten van den modernen
tijd. Hij vertrouwde uitsluitend op
eigen waakzaamheid en wellicht het
meest op de revolver, die hij altijd bij
zich droeg.
Al die bijzonderheden had Tom
Shelly ontdekt na wekenlang geduldig
en voorzichtig speuren. De eenige moei
lijkheid was een middel te vinden, om
Staunton Vrijdagsavonds een uurtje
het huis uit te lokken. Wekenlang peins
de hij vergeefs op zoo'n middel totdat
het toeval hem op zekeren dag deed
ontdekken, waar de eenzaam levende
kassier zijn weekeind doorbracht.
Eiken Zaterdagmiddag nam hij den
trein van vier uur naar het stadje
Stoke. Hij had er een oude tante wonen,
bij wie hij verbleef tot Zondagsavonds.
Evenals hij heette zij Staunton en zij
leefde met een huishoudster, die Cum-
mings heette. Toen Tom Shelly ook
achter déze bijzonderheden gekomen
was, achtte hij alle moeilijkheden uit
den weg geruimd. Hij reisde op een
avond naar Stoke, had een kort onder
houd met een verdacht uitziend per
soon en nam afscheid met de woorden
„Vrijdagavond, precies zeven uur. Drin
gend telegram, vergeet het niet."
In den trein naar Birmingham ging
hij alle bijzonderheden van zijn plan
nog eens na. Vrijdagavond tusschen
zeven uur en half acht zou Staunton
een dringend telegram krijgen, dat zijn
tante op sterven lag. Het leed geen twij
fel, of hij zou hals over kop naar Stoke
vertrekken. De trein ging om acht uur
en niet voor negen uur zou hij tot de
ontdekking komen, dat hij onder een
valsch voorwendsel uit zijn huis was
gelokt. En een vol uur was ruimschoots
voldoende, om het hujs binnen te drin
gen, zich van het geld meester te maken
en kalmweg naar de stad terug te keeren.
Het plannetje kón niet mislukken
Den volgenden avond bevond Tom
Shelly zich reeds bijtijds in Birmingham
aan het station. Binnen weinige mi
nuten zou blijken, of Staunton in de
val geloopen was. Traag verstreek de
tijd. Tom Shelly was een en al ongeduld
en onrust. I)e trein van Daventrv reed
al binnen, maar Staunton was nog niet
te zien. Hij begon reeds te vreezen, dat
de kassier argwaan gekregen had, toen
hij hem eensklaps met groote haast liet
perron op zag rennen. Hij stapte den
eersten den besten coupé binnen de
deur wérd achter hem gesloten en het
volgend oogenblik vertrok de trein.
Het wild zat in de val....
Tom Shelly spoedde zich zoo haastig
hij kon naar Staunton's woning. Op
eenigen afstand nam hij haar even op.
Alles was donker en daarmee verdween
zijn laatste vrees, dat de kassier de be
waking van het geld aan een ander zou
hebben toevertrouwd. Om zeker te zijn
belde hij echter aan, tot tweemaal toe.
Niemand deed open en geen gerucht
deed zich liooren. Alles was veilig
hij zou meteen maar aanpakken
Hij liep om het huis heen en paste
zijn valsche sleutels op de keukendeur.
Bij de vierde poging sloeg de schoot
terug. De deur was open en een oogen
blik later stond hij in de donkere keu
ken en zocht op den tast zijn weg
naar de gang. Daar knipte hij kalmweg
het, licht op.
Het eerste vertrek, dat hij binnentrad,
scheen Staunton's zitkamer te zijn.
Er stond een schrijfbureau en een boe
kenkast. Op het bureau lag een bos sleu
tels. In de haast scheen Staunton ze
vergeten te zijn. Tom Shelly glimlachte
alles zat hem mee.
Hij knielde voor het bureau neer,
ontsloot de laden en doorzocht ze vlie
gensvlug. Het eerste onderzoek was
vruchteloos, zelfs geen penny vond hij
in de laden. Toen doorzocht hij de boe
kenkast. Het resultaat was echter gelijk
aan het vorige. Zijn blik zwierf door liet
vertrek. Neen, hier was geen enkele
ruimte meer, waar de zakken zilver
geborgen konden zijn. Een andere
kamer er waren er wel vier of vijf.
En het was pas tien minuten voor
half negen
Hij opende een deur en ging het naast
gelegen vertrek binnen. Het was er
aartsdonker, maar op den tast vond
hij den schakelaar van het licht. Een
kort, klikkend geluid en het licht
brandde. Maar op hetzelfde oogenblik
deinsde hij verschrikt terug. Aan weers
zijden van de tafel zaten twee lieeren
en ze hielden allebei een pracht van
een browning op zijn borst gericht.
„Het wild zit in de val," zei er een
barsch. „Handen op
Tom Shelly hief vliegensvlug zijn
handen boven het hoofd. „Ikik
ik...." stotterde hij. lieelemaal ont
daan.
De anderen lachten hem uit. „Goed
verzonnen maar je moet den dag
nooit prijzen voor het avond is. Je
snapt er zeker geen spaan van, vriend t"
„N....nee," hakkelde Tom Shelly,
met een zucht berustend. „Ik dacht, dat
het zaakje gesmeerd liep."
„Dat liep het," grinnikte de man van
de politie, terwijl hij hem de handboeien
omdeed. „Maar je had een klein on
gelukje. Kijk maar eens om."
Tom Shelly kéék om. In den hoek
stond een sofa. En op die sofa zat een
stokoude dame met een gerimpeld ge
zicht. Zij scheen verlegen te worden als
een jong meisje onder zijn verbluften
blik.
„Ik ben de tante," lispelde ze met
een glimlach. „Toevallig ben ik hier
vanmorgen komen logeeren