KONINKLIJKE DIEVEN M I 4-hout kjbyejtccaA „t. VcuEt nifit '<Ji JdACit Z&w, QjeMALQJbri ^9^ °p j^je/n Op z'n. CL$~ Q/n-^otrocüi itvC tAuuujxC ALLE NEGEN!" Hier is UW Zomerpracht V^XASA^1 Patronenkantoor Panora Twee Afrikaansche prinsen stelen de gouden kroon van hun koninklijken vader, maar laten het groote zonnescherm achter. Misschien gooit U volgende week ook „Alle negen!" Want in ons volgend nummer publiceeren wij de namen van de 520 Panorama-lezers, die door ons werden bedacht met een geldprijs. Al onze vaste lezers komen voor een dezer 520 prijzen in aanmerking. Voorwaarde is slechts, dat zij reeds op 1 Maart j.l. als abonné in onze registers stonden ingeschreven. GeneraalvertegenwoordigïngJ. Winkel J z n Den Haag, Merwedestraat 47, Tel. 772 595 Sir Ofori Attn, opperhoofd van Akim Abuakwa Engelsche Goudkust) bij z'n bezoek aan Londen in 1928. Veel pijnlijker voor den zestigjarigen ebonietkleurigen clief van de Engel sche Goudkust-kolonie, Ofori Atta, dan de tanden van het Shakespeari- aansch serpent, was de ondankbaarheid van twee van zijn zwarte zonen, die korten tijd geleden voor hem stonden, beschuldigd van diefstal van de gouden kroon. (Die kroon was vier duim breed en groot genoeg om tot achter de ooren van den koning weg te zakken.) Birikorang en Bosumphar bekenden tegenover den magistraat van Suhum, toen het regenseizoen was begonnen, dat zij met medehulp van twee Syrische confraters-samenzweerders hadden inge broken in de schatkamer te Kimi, de hoofdstad van Akim Abuakwa, het rijk van hun vader en dat zij hun koninklijken heer hadden beroofd van zijn hoofddeksel, dat in ongemunt goud een waarde vertegenwoordigde van ruim 3000 gulden. Beiden werden in de nor gestopt, de eene voor negen maanden en de ander voor twaalf maanden dwang arbeid. De koning kon die kroon overigens best missen, want hij had nog twee reserve-kronen. De eene droeg hij op den dag van het geding, de andere lag weggeborgen op een veilige plaats. Zijn koninklijke waardigheid zat trou wens niet zoozeer in die kroon als wel in het tentvormige, rijkelijk van franjes voorziene zonnescherm, dat een waardiglieidsbekleeder van het hof -teeds boven zijn koninklijk hoofd hield. Een tweede attribuut zijner koninklijke waardigheid was ook de kleine negerjongen die voortdurend naast hem stond, als zijn „levende ziel" en een levend duplicaat van den koning, en die bij gelegenheid zelfs het voorrecht had een van de koninklij ke kronen op zijn zwarten schedel te mogen dragen. Een derde vertegenwoordiger zijner majesteit die naast hem stond, terwijl hij tranen met tuiten stond te huilen over de ondankbaarheid zijner zonen, was de „gezant-drinker", wien de twijfelachtige taak was beschoren om wanneer zijne majesteit het niet meer tegen den drank kon bolwerken de verdere koninklijke kwantiteit drank naar binnen te slurpen. Er waren in dit geding trouwens geen koninklijke rechten in het ge drang gekomen, daar geen van beide zonen eenig recht kon laten gelden op den troon. Wettelijk en volgens de traditie gaat de kroon via de vrouwe lijke afstammelingen naar den oudsten zoon van de oudste dochter. Bosumphar en Birikorang hadden evenmin recht op den ebonietkleurigen vrij wankelen melkstoel dien hun vader als troon gebruikte in de raadsvergade ringen en die voor een van zijn neven bestemd was. Of de schuldige prinsen echter het plan opgevat hadden om door het bemach tigen van die kroon het Europeesche systeem van troonsopvolging in Akim Abuakwa te introduceeren, is tijdens de terechtzitting niet naar voren gekomen. Maar dat alles belet niet dat Ofori Atta een koloniale figuur is waaraan de Britten al heel wat houvast hebben gehad. Hij was het die tijdens den oorlog de Engelschen voorzag van dragers, strijders en zelfs een vliegtuig om de voormalige Duitsche kolonie Togoland te kunnen inpalmen en die niet minder dan 50.000 gulden uit zijn goudmijnen stortte in het oorlogsfonds. Engeland toonde zijn waardeering door hem uit te noodigen in 1928 naar Londen te komen, bij welke gelegenheid hij tevens werd geridderd en benoemd tot C. B. E. (Commandeur van 't Britsche keizer rijk) en koninklijk werd onthaald. Londen genoot toen hij, gekleed in nationaal costuum, door West-End liep met zijn „levende ziel" en zijn „gezant- drinker" aan zijn zijde en ook de theaters vereerde met een bezoek, waarbij hij zijn gouden kroon aan den kapstok hing, zooals anderen dat met hun vilthoedje doen. Hij werd overladen met giften en geschenken en tal van firma's wisten munt te slaan uit dat bezoek, vooral toen hij, eenmaal terug in zijn land, naar Londen liet weten, dat hij den heelen voorraad jenever dien hij had cadeau gekregen plechtig en ten over staan van het geheele volk had laten wegvloeien en de flesschen had begra ven. Want zelfs met behulp van zijn „gezant-drinker" was hij niet in staat gebleken om het tegen de jenever van het keizerrijk op te nemen. Als U Uw agent of bezorger waarschuwt neemt hij het voor U mee. Als U de 60 ct. op onze girorekening stort of ons dit bedrag toezendt per postwissel of in post zegels (tot een waarde van 6 cent), zenden wij het U per keerende post toe. Nassauplein 1 Haarlem Zomerpracht kost 60 cent, telt 64 pagina's en bevat: 335 modellen dames- en kinderkleeding 20 modellen jabots en kraagjes. 1 handleiding „Van patroon tot japon" Van alle modellen zijn knippatronen ver krijgbaar 20, 35 en 50 cent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 32