LINNEN ONTBIJTLAKEN
SNOEZIG
BABYJURKJE
wel zóó, dat men aan weerszijden hot gedeelte voor
de mouwtjes vrij laat, zoodat dit gedeelte dubbel
komt te zitten, daar men voorpand en rugpand aan
elkaar vasthaak!..
Boven de 14 figuurtjes van voor- en rugpand
worden 17 toeren gehaakt, steeds volgens hetzelfde
patroontje. Tenslotte nog 1 toer vasten met. do Witte
zijde.
Ku met do mouwtjes beginnen boven 5 figuurtjes
in de rondte haakt men 4 toeren volgens hetzelfde
patroontje als van het rokje. Tenslotte het mouwtje
met 1 toer vasten inhaken (wol) en als laatston toer
nog 1 toer vasteu haken met zijde.
Tusschen de stokjes van het pasje haakt men
randen van zijden kettingsteken, zoo ook tusschen
de laatste 3 toeren van het rokje. Bovenaan langs
het halsje wordt nog een open patroontje gewerkt,
dat bestaat uit afwisselend 2 stokjes in de stokjes
van den len toer, 2 lossen, waarbij men 2 stokjes van
den len toer overslaat, dan weer 2 stokjes in de
stokjes van den len toer, enz.
Boven dezen toer nog 1 toer vasteu met de witte
zijde. Door dezen gaatjestoer wordt een gehaakt
koordje gehaald, dat van een dubbelen draad wol
uit lossen gewerkt wordt en aan de uiteinden mot
kwastjes is versierd.
MET SMAAKVOL BORDUURWERK (125 x 125 cm.)
VinqerdoekjesDeze zijn,
afgewerkt, ongeveer 32 em.
grootde zoom is ongeveer
2 cm. breed, terwijl de rand
uit 8 vierkantjes bestaat.
VAN WITTE WOL
Maar al te dikwijls wordt er gedacht, dat al die
schattige babykleertjes, die wij in de etalage onzer
handwerkzaken dikwijls zoo kunnen bewonderen,
in het geheel niet of maar moeilijk zijn na te
maken. En toch is de bewerking in de meeste ge
vallen zóó gemakkelijk, dat we in een ommezientje
van tijd zulk een prachtexemplaartje binnen ons
bereik kunnen hebben.
Vooral het losgewerkte patroontje van dit jurkje
maakt, dat bet. haakwerk vlug opschiet en toch zal
het er niet minder mooi om zijn.
Als materiaal nemen we 150 gram vutte twee-
draads wol of zephirwol van een soepele kwaliteit
twee bolletjes witte haakzijde en een haaknaald
nr. 3 y2. We beginnen bij het
Pasje en zetten 75 lossen op. Vervolgens haken we:
le toer: 75 stokjes in iedere losse van den opzet-
rand. Daarna omkeeren met 3 lossen.
2e toer: 4 stokjes in ieder volgend stokje van den
vorigen toer, daarna 2 stokjes in het 5e stokje van
den vorigen toer. Vanaf het begin telkens afwisselend
herhalen.
Se, le, 5e toer: als de 2e toer.
Oe toer: Bij dezen toer beginnen we met het rokje
en haken 1 nopje, 1 stokje overslaan, 3 stokjes in
ieder stokje van den vorigen toer, 3 stokjes in één,
daaropvolgend stokje, 3 stokjes in ieder daaropvol
gend stokje. 1 stokje overslaan, 1 nopje. Voor 1 nopje
haal t men als volgt: men slaat den draad om de naald,
zooals men dit voor een gewoon stokje zou doen. De
lussen, die gevormd zijn (of worden), laat men echter
op de naald staan. Hetzelfde herhaalt men nog 2 x
dus in het geheel krijgt men 6 lussen op de naald.
Deze 6 lussen worden tegelijk met de lus, die al op de
naald was, in één keer, dus tegelijkertijd, afgewerkt,
waarna men nog 1 losse haakt.
Bij dezen fien toer wordt het werk meteen verdeeld
voor het voorpand, rugpand en de mouwtjes.
Men rekent voor het. voorpand en rugpand elk
7 figuurtjes. Voor elk der mouwtjes rekent men 5
figuurtjes.
Het rokje wordt in de rondte verder afgehaakt en
Open -zoompjeswerk
en platsteek zijn vrij
wel de eenige technie
ken, die als versiering
voor dit mooie ont-
bijtlaken, met bijpas
sende vingerdoekjes,
dienst deden.
We kiezen een on
dergrond va n oud-rose
linnen en borduren
met witte splitzijde.
Op deze combinatie van kleuren kun
nen tal van variaties worden bedacht.
Zoo zal bv. een crèmekleurig linnen
heel goed kunnen worden opgewerkt
met een zacht tintje groen of goud
geel zalmkleurig materiaal zal prach
tig tot zijn recht komen met geborduurde motiefjes
in zacht lila, echter ook in wit.
Zoo zijn er nog veel meer mogelijkheden te beden
ken, waarbij men echter op de eerste plaats rekening
dient te houden met «1e kleur van het servies. Kond-
om langs het kleed, dat,
afgewerkt, 125x 125 cm.
groot is. wordt een breede
zoom gemaakt, waarvoor
men, daar deze dubbel geno
men moet worden, nog 10 cm.
aan alle kanten méér rekent
(9 cm. voor den zoom en 1
cm. voor den inslag).
Op een afstand van 10 cm.
vanaf den buitensten rand
gaat men nu eerst draden-
bundels uithalen ter breedte
van ongeveer 4 mm. Dan
het open-zoomsteekje langs
den rand werken.
Den rand met motiefjes
teekenon we met behulp van
potlood en liniaal en met
behulp van de hierbij afge
beelde teekening op ware
grootte.
We trekken daartoe langs
alle kanten op een afstand
van 16 y2 cm. vanaf den bui
tensten rand een rechte lijn,
verdeelen den rand in 31 ge
lijke vierkantjes, zetten op
deze vierkantjesde puntjes en
brengen door middel van car
bonpapier, in de daartoe
bestemde hoekjes, de motief
jes op het linnen over.
Puntjes, zoowel als bloem
pjes, worden in platsteek uit
gevoerd in het midden van
ieder bloempje wordt een
klein gaatje "in Engelscli
borduurwerk gecordonneerd
Het middelste randmotief
is 66 y2 cm. in het vierkant
en bestaat uit 19 figuren,
die weer op dezelfde wijze
als de buitenste geborduur
de rand worden gewerkt.