CAMBRIDGE hij. En toen begon hij eensklaps over zijn film. Jane luisterde. En terwijl hij sprak kwam zij op de gedachte, dat het eigenlijk heelemaal niet vreemd was, dat zij hier met hem zat en dat hij haar als een gelijke behandelde. Zij had een gevoel alsof zij hem allang kende, al herinnerde zij zieh niet, dat zij dit jonge gezicht met die expressieve trekken al eens ooit eerder had gezien. De maaltijd liep ten einde en langzamerhand werd zij vervuld van een groote geruststelling. John Warden zou zijn ideeën niet met haar bespreken, als hij niet voornemens was haar een plaats bij de pro ductie te geven. De tijd van ellende scheen achter den rug het geluk begon haar opnieuw toe te lachen. Eensklaps zag zij hem opkijken. „Ik heb om twee uur nog een belangrijke bespreking, miss Norman," zei hij levendig. „Het is dus afgesproken u komt morgen. Zij glimlachte. „Dan is dit de afspraak. U hebt er me nog niets van gezegd, mister Warden." Hij keek haar verwonderd aan. Toen begon hij te lachen. „O, maar dat was toch vanzelfsprekend na dat telegram U komt dus morgen vroeg proefspelen. Daarna zullen we verder afspreken." „Figuratie...." dacht ze. Zij zag hem naar de schrijftafel loopen en een bankbiljet van tien pond opnemen. Haar hart popelde van blijdschap, maar naar haar wangen steeg een vurige blos. „Ik mag u misschien wel van dienst zijn met een voorschot," zei hij, alsof het de gewoonste zaak van de wereld betrof. „Maar u moet me één ding beloven," vervolgde hij met een glimlach. „En dat is V' informeerde zij werktuiglijk. „Dat u zich niet overvoedt. Ik moet u hebben, zooals u bent. Datzelfde gezicht en,diezelfde oogen. Wind u dus niet op en maak u niet al te blij." „Een rol vroeg zij met schitterende oogen. „Ziet u wel die oogen moet ik niet hebben," lachte hij. „Denk dus aan mijn waarschuwing. Na tuurlijk, een rol. U bent hét type, dat ik zocht voor de vrouwelijke hoofdrol. Toen begon het Jane Norman te duizelen. Het spotzieke geluk wil ook wel eens verkwistend zijn met zijn gunsten. Het wds verkwistend, toen Jane Norman een paar maanden later op een Zondag avond naast John Warden door Hydepark liep. Hij had haar iets gevraagd, dat overbodig was te vragen en zij had hem een antwoord gegeven, waarvan hij zich allang zeker wist. Want soms schijnt het inder daad, of twee menschen uitsluitend voor elkaar en voor géén anderen geschapen zijn. „Ben je gelukkig vroeg John Warden. „Volmaakt gelukkig," antwoordde Jane met een droomenden glimlach. Zij liepen hand in hand en bij een verlaten bank hield John Warden zijn schreden in. „Een bedelaar zal je geluk aanbrengen," zei hij eensklaps. Zij keek hem hoogst verbaasd aan. „Die voorspel ling is niet uitgekomen. Maar hoe weet jij dat Hij lachte. „Die voorspelling is wèl uitgekomen. Een van die bedelaars was ik. „Jij V' Ze lachte ongeloovig. „Ja, ik. Dat was in den tijd, toen ik pas aan die film dacht. Ik zocht schooierstypen uit Dickens' roman. En die vond ik het gemakkelijkst door me voor een paar dagen tusschen hen op te houden." Jane dacht aan dien eersten maaltijd in hotel Alexandra en aan het merkwaardige gevoel dat haar toen bekropen had, dat zij John Warden allang kende. „Was jij het, die me die voorspelling deed V' vroeg ze. De geschiedenis was haar nog niet heele maal helder. „Neen, dat was de zwerver, die op de punt van de bank zat," antwoordde John Warden vroolijk. Jane fronste haar wenkbrauwen. „Maar vind je het dan niet merkwaardig, dat die voorspelling letter lijk uitgekomen is I Ik was eerzuchtig, niet gelukkig en een bedelaar zou me geluk aanbrengen. 1 oen begon John Warden te grinniken. „Weineen, heelemaal niet merkwaardig. Die profeet heette Dick Hall en hij was mijn helper. Hij kon heel gemakkelijk voorspellen. Je had kort tevoren aan alle studio's ge solliciteerd naar een betere positie en we wisten dus, dat je niet tevreden was met je plaats bij Thomas 'cto''. We hadden je óók al vaak zien spelen en herkenden je onmiddellijk, toen je voorbij de bank kwam. En juist een dag tevoren had ik tegen Dick gezegd, dat ik van plan was je te vragen bij mij te komeu. Maar toen ik Thomas Victor een paar dagen ater opbelde, omdat ik je adres niet wist, hoorde ik, bij juist een contract met je geteekend had. DE WERELD IN j VOGELVLUCHT Een stad, die evenals Cambridge op een twintigtal oude en zelfs zeer oude universitaire colleges lean is wel een zeldzaamheid. En het eigenaardige van deze eeuwenoude universiteitsstad, die de rivale is va/n het nog iets oudere Oxford, is wel, dat ieder college een zelfstandige eenheid vormt, met eigen gewoonten en eigen wetten. Elk college heeft zijn eigen kapel, zijn eigen leszalen en vergaderzaaldoch de meeste ruimte wordt in beslag genomen door de appartementen van de studenten, die hier undergraduatesivorden genoemd. Zooals uit den naam valt af te leiden, is de stad Cambridge gegroeid uit een nederzetting bij een brug over de rivier „Cam"Deze dateert reeds uit den Komeinschen tijd, en is dus van respectabelen ouderdom, al heeft ze haar belangrijkheid eerst gekregen met de stichting der eerste universiteit in de eerste helft der dertiende eeuw. Zij is de hoofdstad van het graafschap Cambridgeshire, gelegen ongeveer negentig kilometer ten Noord-Oosten van Bonden en telt 'n goede zestigduizend inwoners, waarvan de studenten ongeveer het tiende gedeelte vormen. Het grootste gedeelte van de stad, zooals men dat op onze luchtfoto ziet, ligt op den rechteroever van de zooeven reeds genoemde rivier de Cam, een zijrivier van de Ouse, terwijl op den linkeroever het nieuwere stadsdeel zich nog steeds uitbreidt. De oude stad ontleende haar belangrijkheid aan haar ligging aan de rivier, waarop zij reeds ten tijde van Hendrik I het uitsluitend tol- en havenrecht bezat. Een uitgebreide scheeps- bouw-industrie vest igde zich reeds van den beginne af langs de boorden der rivier, doch werd langzamerhand verdrongen door de speelterreinen der groote colleges, op onze foto reikend tot aan den gordel van groen, van links naar rechts op de bovenste helft goed te volgen. De eerste scholen met universitaire opleiding, of, zooals men dat toen noemde, waar 'n „studium generalekon worden gemaakt, dateeren zooals reeds gezegd van het begin der dertiende eeuw, toen de religieuze orden, zooals die der Dominicanen en Carmelieten, daar inrichtingen voor algemeen hooger onderwijs vestigden,waarvan 't eerste het z.g. Peterhouse was, in 1284 geticht, naar het voorbeeld van het Merton-college te Oxford. University HaU, gesticht in 1326, werd in 1336 omgedoopt in Clare HallPembroke werd een jaar later en Gonville-hall drie jaar later opgericht. Het beroemde Trinity-hall verrees in 1350, Corpus Christi twee jaar daarna. Het King's college dateert van 1441, Queen's college, oorspronkelijk St. Bernard College, van 1446, her-opgericht in 1475, St.Catharina- college in datzelfde jaar. Het zoogenaamde Jesus-college is van 1497, het Christ's college van 1505, samengesmol ten met t God's house, dat in 1441 was gesticht. Verder heeft men nog: 't St. John's college, 1511Magdalena- college, op de plaats van een vroegere stichting, 1542; Trinity-college 1546, waarin verschillende vroegere stich tingen werden opgenomenEmmanuel-college van 1584Sidney-Sussex, 1588Downing, 1800: Selwyn, 1882. De niet in een college wonende studenten hebben een gemeenschappelijk tehuis, bekend als het Fitzwïlliam House. Van de beide colleges voor vrouwelijke studenten werd het Girton-college in 1873 gesticht en het Newnham-college in 1875. Evenmin echter als Oxford is hier voor de dames-studeerenden het werkelijk behalen van een graad mogelijk, wél van de aanspraak op een graad. Het grootste college van Cambridge is het Trinity-college, een stichting van Hendrik VIII. Tot de meest beroemde leerlingen, die deze school bezochten, behoorde Sir Isaac Newton, die een observatorium had op de hoogste verdieping van den vierkanten toren, op onze foto rechts boven in den rechterhoek van het vierkante binnen plein met de fontein, dateerend uit 1602. Een ander groot college, beroemd om den zoogenaamden perpendiculairen stijl waarin de kapel is opgetrokken, is het King's College, begonnen in 1446. Men ziet het hooge, smalle bedehuis op onze foto links, met er voor het uitgestrekte grasveld. Onmiddellijk achter deze kerk ligt het Glare-college, met de brug, die aan de overzijde voert in de z.g. „backs"de parktuinen, behoorende bij de er tegenover gelegen collegegebouwen. Achter liet Irinity-college ligt het St. John's College. Ook op den voorgrond bevinden zich. tal van college- uwen, terwijl ongeveer middenrechts op onze foto duidelijk de marktkramen zijn te ontdekken op het markt- t, de zg. Marktheuvel Markot HiU), en het hooge, koepelvormige dak van de Guildhall, het oude stadhuis van Cambridge. Heuvelig is overigens Cambridge volstrekt niet, want 't hoogteverschil tusschen de laagste en de hoogstgelegen stadskwartieren bedraagt niet meer dan zes meter, terwijl de stad nergens meer dan vijftien meter boven den zeespie gel ligt. Het is dan ook een eldorado voor fietsers, en de studenten van Cambridge, die verspreid in de stad iconen of er buiten, „fietsen" dan ook veelal college. Men kan aldus vaak de belangrijkheid van een of anderen cursus of de populariteit van een lector of professor afmeten naar de massa ijzeren karretjes, welke in de onmiddel lijke omgeving van het leslokaal geparkeerd staan. De omgeving van de universiteitsstad is zeer idyllisch en lokt uit tot romantische ontboezemingen. Aan dichters heeft het dan ook in den loop der jaren onder de collegebezoekende bevolking niet ontbroken. Doch men moet hier toch ook weer niet de gevolgtrekking uit maken, dat de universiteit zich niet zou bemoeien met den meer practischen kant van het leven. Want dit is inderdaad niet het geval. Waar men ter wereld ook gaat, men zal er oud-Cambridge-studenten vinden op de hoogste en belangrijkste posten. De colleges van Cambridge 'telden onder hun leerlingen groote dichters en prinsen, geleerden en staatslieden van beteekenis, wetgevers, kerkelijke hoogwaar- digheidsbekleeders en professoren van naam, en nog steeds zet de universiteit er haar eeuwen geleden begonnen werk voortden geest ent hart te vormen van de mannen die mee arbeiden aan de grootmaking van 't Engelsche volk. 1F11 rr-TOr-^— af"-- /SS3T» - 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 5