SIGAREN ROOKEN ALS BEROEP M 10 Dat iemand er zijn beroep van maakt sigaren te rooken, mag op het eerste gezicht 'n beetje onwaarschijnlijk klinken, toch zijn er twee tijd stippen van het jaar waarop een dergelijk eigenaardig beroep weelderig bloeit. Dat is in de lente- en de herfstmaanden, als de grootc Amsterdamsche tabaks- makelaars zich gereed maken om hun geurige waar In eindelooze rijen liggen de geproefde sigaren naast eikaar en bij elke groep ligt bovendien een briefjedat nauwkeurig aangeeft tot welke sigarensooii deze of gene groep behoort. Bij nadere keuring worden de verschillende bevindingen zorgvuldig opgeschreven en aan de hand hiervan volgt dan de order of.. blijft ze uit. aan den man te brengen. Dan loopt het vol in de groote toonzalen, waar de kost bare waar aan allerlei smaak- en reukproeven wordt onderworpen. In een aparte zaal zit 't zg. rookcollege, bestaande uit twintig, dertig, soms vijftig mannen, die niets anders te doen hebben dan de eene sigaar na de andere te rooken. Natuurlijk behoeven ze de heele sigaar niet op te rooken, slechts enkele centimeters, want de asch mag niet van de sigaar afgeklopt worden. Heeft men de vereischte lengte „ver- ascht", dan wordt het aldus gekeurde product afgeleverd aan eeu beambte, die het op een specialen standaard steekt, waar het door de fabrikanten zoowel op kleur als op elasticiteit wordt onderzocht. Vallen deze beide eigenschappen mee, dan kan men er zeker van zijn dat er een aanzienlijke order wordt geplaatst, valt het tegen, dan wcrdt het product onvoorwaardelijk afgekeurd. De proefrookers hebben zich verder niet met die keuring te bemoeien. Zoodra zjj met een soort blaar zijn, ligt er al een andere sigaar voor hen gereed om gedeeltelijk verrookt te worden. Onder een gemoe delijk praatje wordt de vonk in het nieuwe product gezet en zoo gaat het verder, den heelen dag door, totdat er duizenden en duizenden sigaren op de vereischte lengte zijn verascht. Niet zelden treft men onder de rookers geroutineerde proe vers aan die twee, drie sigaren tegelijkertijd roo ken en aldus hoe langer hoe meer routine opdoen in het onderscheiden der kleuren en smaken van allerlei tabakssoorten. Ze ker en vast een beroep dat om zijn eigenaardige zeldzaamheid 'n oogenblik de aandacht verdient. Om den goeden smaak te behouden, drinken de rookers nu en dan wat melk. Een zitting van het z.g. rookcollege. Onder een ge zellig babbeltje wordt de eene sigaar na de andere geproefd, zoodat er op één zoo'n dag ettelijke duizenden sigaren den vuurdoop on dergaan. De geproefde sigaar wordt uiterst zorgvuldig rechtop gezet, waarna de fabrikant komt en de asch van elke sigaar onderzoekt. D\

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 10