t op: Herfb! DE OPSTANDIGE FAKIR VAN IPI IN STRIJD MET BRITTANNIÉ m Jé Sinas© Frambozen zegt de sportsman Hij weet dat Hero-dranken hem fit houden Hero-Perl, Sinas en Frambozen zijn zui- (i vere natuurproducten f'X Bereid uit heerlijk volrijp fruit.... K Jr zuiver van smaak.... verkwikkend en gezond, fjjjjjjj)) Hero-dranken zijn vrij van chemi sche kleurtjes en smaakjes. De voile vruchtensmaak fjS is er door de natuur aan gegeven. venals lange jaren het Atjeh-gebied '_j in onzen Oost-Indischen archipel een haard van onrust en muiterij is geweest, zoo zijn het heden ten dage nog voor Britsch-Indië de Noordweste lijke provincies. Slechts met zeer veel moeite weten de Engelsche troepen in dit onmetelijke, woeste, bergachtige gebied het gezag te handhaven, en al is het dan geen formeele oorlog, welke hier tegen de inlandsche stammen wordt ge voerd, toch hebben de militaire expe dities de handen vol, 0111 de onrustige, maar bovenal fanatieke opstandelingen te bedwingen. Pantser-wagens en machi negeweren bewijzen hierbij onontbeer lijke diensten. De figuur achter de schermen, die nu welhaast twaalf jaar lang de volksstammen tot verzet tegen de koloniale Engelsche macht aan spoort is de z.g. „gekke Moellah", een fakir uit het land van Ipi, op wien thans met alle middelen jacht wordt gemaakt. De op deze bladzijde gereproduceerde foto is de eenige, welke ooit van hem is genomen, en wel zeer duidelijk spreken uit deze woeste trekken de verbetenheid en de fanatieke geloofsovertuiging van den Mohammedaanschen fakir. De allereerste oorzaak van den op stand moet gezocht worden in het feit der ontvoering en bekeering tot den Islam van een Hindoe-meisje, ongeveer dertien jaar geleden. De Hindoes uit de streek verzetten zich tegen deze ontvoe ring en vielen de Mohammedanen aan. Dezen schaarden zich onder hun aan voerder, den fakir van fpi, en er ont stond een guerilla-oorlog, met aan- en overvallen van weerszijden, waarbij door de Mohammedanen meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt werd, om zich te verzetten tegen Groot-Brit- tannië's macht. Het is trouwens niet de eerste maal, dat de Britsche troepen met geweld hebben moeten trachten de oproerige stammen tot rede te brengen. Want de dezer dagen onder leiding van generaal-majoor Robertson uitgezonden expeditie is reeds de derde, sinds drie kwart eeuw naar het Waziristan-district gezonden. Toen de gekke Moellah den fanatieken stam der Dauri te wapen had geroepen in den strijd tegen de Hindoe bevolking, gelukte het den Britten even wel, de Dauristamhoofden te bewegen den fakir in den steek te laten. Maar deze, niet zoo spoedig uit het veld ge slagen, nam de wijk naar den stam der Engeland eveneens vijandig gezinde Tori Kheyl, in het dal van de Khaisora, en zette van daaruit zijn verwoede guerilla tegen de koloniale troepen machten voort. Een wel zeer eigen aardige verwikkeling vond hierdoor plaats. Immers, nog niet zoo lang ge leden hadden de hoofden van de Tori Kheyl in ruil voor een jaarlijksclie uit- keering er in toegestemd, dat een mili taire weg zou worden aangelegd naar het legerkamp te Razmat, langs de Khaisorarivier. Ofschoon zij dus tegen over de Britsche autoriteiten verant woordelijk waren voor de handhaving van rust en vrede in hun gebied, ver klaarden zij nochtans, dat zij niet bij machte waren, de bevolking in toom te houden, wijl de fakir aan zijn fana tieke geloofsgenooten verzekerd zou hebben, dat de kogels en de bajonetten der Engelschen hen niet zouden ver wonden. Men vroeg dus aan de Engel sche militaire macht om hulp. Deze werd naar liet bedreigde gebied ge zonden, en slaagde er inderdaad in, gedurende eenigen tijd de rust te be waren. Maar de fakir van [pi was hier over slechts in grootere woede ont stoken en hitste een derden volksstam tegen de Britten op. Ditmaal waren het de Mahoeds, die vanuit hun schuil hoeken in de woeste berggebieden de Engelsche strijdkrachten met hun moorddadig vuur bestookten. Zelfs slaagden sluipmoordenaars er in twee Britsche officieren te vermoorden. Het is evenwel de vraag, of het Britsche gezag er ooit geheel in slagen zal, in deze moeilijk te beheerschen berg gebieden den vrede en de rust te be waren, welke voor den goeden gang van zaken in een koloniaal gebied on ontbeerlijk zijn. Nog altijd geldt de spreuk, dat het met kwaadwillige honden slecht hazen- vangen is. .De „gekke Moellah", een fakir uit het land van Ipi, die onder de Mohamme- da-ansche bevolking van de Noordweste lijke provincies van Britsch-Indië groote beroering heeft verwekt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 32