Een markttafereeUje.
behoeften kon voldoen en men koste wat kost
aan geschikte arbeidskrachten moest komen, ging
men er in die jaren toe over negerslaven uit Afrika
in te voeren een maatregel, die voor de toekomst
van Haïti en van West-Indië in 't algemeen vai
geweldige beteekenis zou worden.
Vanuit West-Indië toch hebben zich in de latere
jaren de negers over tropisch Amerika verspreid; op
de Antillen en de Bahama-eilanden vormen zij thans
zelfs het overgroote deel der bevolking
De bewogen geschiedenis van het eiland Haïti in
den loop der jaren op den voet te volgen zou te ver
voeren en slechts een uiterst verwarden indruk achter
laten. Reeds vroeg voegde zich bij de Spanjaarden
een groot aantal Fransehe kolonisten, die voorname-
lijk het Westelijk gedeelte in cultuur namen en zóó
veel invloed wisten te verkrijgen, dat dit gedeelte in
1697 bij den vrede van Rijswijk door Spanje aan
Frankrijk werd afgestaan. Tot op 't einde der acht
tiende eeuw beleefde het eiland een tijdperk van
lioogen bloei.
Doch het geringe aantal blanke kolonisten in ver
houding tot het groote aantal negers en mulatten
werd de ondergang van de kolonie.
In 1791 brak een opstand uit van negers en mulat
ten, die, heimelijk door de Fransehen gesteund, wel
dra over 't gelieele eiland woedde, waarbij nagenoeg
alle blanken meedoogenloos werden vermoord. In
1795 kwam ook 't Oostelijke gedeelte bij den vrede
van Bazel aan Frankrijk, waar de revolutie was uit
gebroken, terwijl in 1794 de Nationale Conventie den
Zoo rommelig als de straten van Port au Prince
zijn, zoo rustig en zuiver is de omgeving der regeerings-
gebouwen, die in een prachtigen parkaanleg gelegen
zijn. Port au Prince telt 125.000 inwoners.
Vereenigde Staten in 1929 zich genoopt zagen tot
het doen van concessies. In 1934 vertrok ook de
Amerikaansche troepenmacht, die sinds 1925 op 't
eiland aanwezig was.
De „Haïtisatie", het streven naar nationale auto
nomie, houdt allen gebonden vrijheid en volkomen
onafhankelijkheid is het nationale doelen is die
vrijheid eenmaal herkregen, dan begint wellicht de
oude geschiedenis van voren af aan
Het is 'n eiland van bloed er is misschien nergens
ter wereld zóó aanhoudend en zóó bloedig de heele
geschiedenis door gestreden.
De Indianen verdrongen de beschaving van den
onbekenden volksstam, die vóór hen het eiland be
woonde. Daarna kwamen de Spanjaarden, gevolgd
door de Franschen, die op hun beurt voor de negers,
dien zwarten import uit Afrika, moesten wijken.
Thans heeft de Engelscli-Amerikaansche cultuur
de laatste teekenen der vroegere beschavingen ver
drongen, al blijft het uiterlijk der steden van Haïti
een haast komisch mengelmoes van negers, kleur
lingen en blanken vertoonen. De hierbij geplaatste
foto's brengen daarvan enkele typische staaltjes in
beeld.
Het „regeeringskwartier" van Port au Prince.
Een straattooneeltje uit Port au Prince. De muildieren vormen het hoojdverkeersmtddel
negers in de Fransehe volksplantingen volkomen
vrijheid en gelijke rechten met de blanken had
geschonken.
Toen in 1802 de Franschen evenwel de slavernij
trachtten te herstellen, brak opnieuw een algemeene
opstand uit onder leiding van den neger Dessalines,
die de Franschen van 't eiland verdreef en dit geheel
onafhankelijk maakte. Dessalines hergaf 't eiland zijn
ouden Indiaanschen naam Haïti, dat is bergachtig
land, verklaarde het in 1804 tot republiek, maar liet
zich in December van ditzelfde jaar als Jacobus I tot
keizer uitroepen.
In October 1806 werd Dessalines tijdens een oproer
vermoord twee groote partijen stonden tegenover
elkander, de mulatto i in het Oosten, de negers in het
Westen. Keer op keer slaagden de negers erin de
mulatten te overwinnen en
hun land onder 't bestuur
van Haïti te brengen, tot
dat in 1844 San Domingo
zich voorgoed van de re
publiek Haïti afscheidde en
het eiland staatkundig in
twee deelen gesplitst bleef.
Haïti ging nu 'n tijdperk
van welvaart en betrek
kelijke rust tegemoet. Het
scheen dat de bodem van
het eiland verzadigd was
van het bloed. Wel bleef 't
tusschen San Domingo en
Haïti nog dreigend grommen en vonden er gere
geld kleine schermutselingen plaats, totdat in 1883
het lieve leven opnieuw aan den gang ging met
burgeroorlogen, anarchie, den eenen opstand vol
gend op den anderen, zoodat de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika, die zich op Haïti 'n belangen
sfeer geschapen hadden, zich in 1915 genoodzaakt
zagen bet eiland te bezetten.
De republiek Haïti kwam onder volledig protecto
raat, met, Amerikaansche controle op de' staatsfinan
ciën, een militairen gouverneur, Amerikaansche
ingenieurs in de bedrijven, etc.
Doch de vrijheidsgeest, die sinds den oertijd over
het eiland woei, dreef de negers opnieuw tot, ver
bitterden tegenstand. Burgertwisten en verzet tegen
het opgelegde gezag bleven woeden, zoodat de