KONING GEORGE VI
E'
Yen waardig opvolger
vaders
zijns
door Fr. Raskay
De officieele bruidsfoto van Engelands koningspaartoenmaals hertog en hertogin van York, genomen in een der zalen van t Buckingham I al-eis. .l.n.)
graaf en gravin van Strathmnre, de ouders van lady Elizabeth Bowes-Lyon, het bruidspaar, koningin Mary en wijlen koning George T
^erst thans, nu Albert, hertog van
York, als George VI den troon
van Groot-Brittannië heeft be
klommen, beseffen we eigenlijk
goed, hoe weinig we weten van dezen
slanken, rustigen, ietwat droefgeestig glim
lachenden, jongen man die zoo plotseling
den troon van Engeland besteeg.
De massa wist misschien te veel van
Edward, prins van Wales, en te weinig van
Albert, hertog van York. Albert was steeds in
de schaduw gebleven van de innemende persoon
lijkheid van zijn broeder, wiens sociale eigen
schappen er veel beter op berekend waren de
fantasie van het volk te treffen, dan zijn eigen
verlegen, terughoudend karakter.
Albert werd in de zeevaartscholen van Osborne
en Dartmouth voorafgegaan door Edward, die, als
vanzelfsprekend, de grootste populariteit voor
zichzelf in beslag nam met de faam van een groot
sportman, een faam die niet verminderde tijdens
zijn verblijf te Oxford. Albert was maar een matige
student, bovendien was zijn gezondheid wisselvallig
en zijn gereserveerde houding was niet bijzonder
geschikt om hem aanstonds veel vrienden te doen
verwerven
Terwijl Edward, met een volkomen natuurlijke
gratie en zelfvertrouwen, zijn maatschappelijke
plichten vervulde vanaf het oogenblik dat hij op
zeventienjarigen leeftijd op het slot van Carnavon,
op 3 Juli 1911, tot prins van Wales werd uitgeroe
pen, toonde Albert een hartgrondigen afkeer tegen
elk openbaar optreden, en wel zoodanig, dat het
koninklijk hof ernstig hierover bezorgd was.
EEN KONINKLIJK LEVEN BINNEN EEN
GELUKKIGEN HUISELIJKEN KRING
Daarop brak de oorlog uit en Albert van York,
bekend als prins Albert, vervulde zijn plicht als
adelborst aan boord van het oorlogsschip, de „Col-
lingwood", waarop hij tijdens den slag van Jutland
een der geschutstorens bediende. Een inwendige
ziekte kwelde hem toen en terwijl de prins van Wales
den heelen oorlog kon meemaken aan het westelijk
front en duizenden nauwe banden kon leggen
tusschen zich en het volk, deden de dokters in Londen
hun uiterste best om Albert weer op krachten te
brengen en zijn geknakte gezondheid te herstellen.
Na den oorlog verliet hij de marine en trad toe
tot de luchtmacht. Waarschijnlijk voelde hij zich
meer in zijn element in de eenzaamheid der wolken
dan op aarde, waar hij gedwongen was in het volle
licht en openbare aandacht te staan.
Waar dit mogelijk was, hield hij zich verre van
openbare plechtigheden en vermeed het gezelschaps
leven. Eens. voor het einde van het Londensch
seizoen, onttrok hij zich aan alle feest
gelegenheden om een tocht te maken
naar Schotland.
Terwijl hij het programma van zijn
tocht vaststelde drukte zijn familie hem
op het hart in geen geval na te laten het
historische slot Glamis te bezoeken.
En zoo stopte de wagen van den hertog op
zekeren dag voor de zwaar met ijzer be
slagen poorten van het kasteel. Hij wist dat-
de eigenaars van 't kasteel afwezig waren, doch
werd ontvangen door de knappe jongste doch
ter, lady Elizabeth Bowes-Lyon, die met ge
noegen haar gast tot gids diende. Na een rond
gang door het slot geraakten ze in een vertrou
welijk gesprek. Lachend vertelden ze over hun eerste
ontmoeting op een kinderfeestje, veertien jaar
tevoren. Elizabeth droeg haar Schotsch-nationaal
costuum en verschilde in alle opzichten van elk
ander meisje dat de prins ten hove had ontmoet.
Ze was veel natuurlijker, gezonder, ze begreep hem
beter dan de anderen en voor het eerst in zijn leven
voelde de prins zich op zijn gemak in gezelschap van
een vreemde.
Misschien wist de prins ook wel waarom men hem
op het hart had gedrukt een bezoek te brengen aan
het kasteel Glamis.
Ladv Elizabeth Bowes-Lyon wist het heel zeker.
Zij had oogenblikkelijk de bedoelingen van dit
„toevallig" bezoek doorzien. Zij gedroeg zich onge
kunsteld, vriendelijk, voelde misschien wel sym
pathie voor dezen terughoudenden, vriendelijken
koningszoon. Door haar aderen vloeide echter het
trotsche Schotsclie bloed der Strathmores en zij