MARTINI
vermouth
Opwekkend
Smakelijk
Gezond
itHg j
bianco
23
verweet hij zichzelf bitter, dat hij uiet
om boter gedacht had. Dit verzuim
trachtte hij goed te maken, door de
boterhammetjes in een fraai figuur op
de kussenlooze voorbank te rang
schikken, en alle spiertjes hooi weg te
halen, die in den wagen waren geraakt.
Toen lokte hem de zon en zijn
morgensigaret. Hij had er nog maar drie
in zijn koker den koker, waar de
woorden op stonden „S.S. Lucania.
Van M.S. voor G.K."
Maria kwam terug. Zij ging achter
in den wagen zitten om haar haar af
te werken.
„Ik heb die jonge rat een uit
brander gegeven," zei ze. „Hij keek
kwaad. Verder mankeert er hier niets
dan warm water."
Geoffrey lachte. „En badzout, en een
kop chocola, en een telefoon
„Allemaal onnoodig," zei Maria.
„Houd jij nu 't spiegeltje even vast
iets liooger," zei ze, zijn hand besturend.
„Ik heb ruzie met die lok."
Een veldmuis, op weg naar de echte
lijke woning, bleef staan, keek ver
baasd naar het ongewone tafereel en
vluchtte.
Plotseling vielen er twee lange scha
duwen vóór hen op het gras.
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK
Je hebt gelijk gehad, Jenkins. Dat
spaart me een massa moeite."
Maria en Geoffrey keken snel op.
Vóór hen stond detective Greet met
den man, waar Geoffrey den vorigen
avond mee gewandeld had.
Met een woedenden uitroep sprong
Geoffrey op. Onmiddellijk werd hij dooi
de twee mannen gegrepen.
„Maak geen poespas," zei Greet,
streng, „dan zul je het goed bij ons
hebben. Als je drukte maakt krijg je
de boeien."
Geoffrey voelde een scheut van er
gernis en beschaming. Wat was hij een
dwaas geweest - de man had zich
natuurlijk maar gehóuden, alsof hij
hem niet verdachtHij had zich met
den auto uit. de voeten moeten maken,
zoodra hij van zijn wandeling terug
kwam. Maria had zijn hulp ingeroepen,
en hij had gefaald. Hij wendde het
hoofd naar Greet.
„Het is een abuis," zei hij. „Die juf
frouw is
„Denkt u er om al wat u zegt, kan
als bewijs tegen u gebruikt worden
„Er is een abuis 1" riep Geoffrey.
„Als u die juffrouw arresteert, zult u
er spijt van hebben. Als u mij niet ge
looft, vraag dan aan mijn vader, kolo
nel Kingsward."
„Zullen we doen," zei Greet. „Be
looft u, dat u zich kalm houdt Ik
moet u zoo gauw mogelijk naar Londen
terugbrengen. Misschien wil de juf
frouw opschieten met haar haar."
Geoffrey knarste met zijn tanden
en keek den man, die Jenkins heette,
zoo kwaadaardig aan, dat hij onmid
dellijk weer vast werd gegrepen.
Greet veroorloofde zich een tikje
humoristisch medelijden. „Ik kan me
indenken, hoe u u voelt," zei hij. „Ik
weet nog goed, hoe u me gisteren aan
gepakt hebt. Maar nu kunt u niets
beginnen, dus ik zou me maar schikken."
De detective keek met scherpen blik
naar Maria. Was het mogelijk, dat
zóó'n meisje tot een bende behoorde,
waar de justitie het oog op moest hou
den Hij schudde zijn hoofd naar het
tweetal. ,,U krijgt gelegenheid om u
te verdedigen. Als 't u lukt, vragen
we u netjes excuus, en gaat u volko
men vrij uit. In 't tegenovergestelde
„In het tegenovergestelde geval V'
vroeg Maria.
„Ziet 't er leelijk voor u uit," zei Greet.
„Gaan we
„Hoor eens," zei Geoffrey, naar de
stevige handen kijkend, die hem vast
hielden, „ik zou wel gek zijn, als ik
probeerde weg te komen. Ik zie nu in,
dat ik 't heelemóól niet had moeten
probeeren. We hoeven nergens bang
voor te zijn. Ik zal 't u zoo makkelijk
mogelijk maken. Eerewoord."
Greet keek Geoffrey strak aan. Hij
knikte tegen Jenkins. „Laat maar los,"
zei hij.
Geoffrey was vrij. Hij liep naar Maria.
,,'t Spijt me ontzettend, prinses," zei
hij. „Ik had je niet hier moeten bren
gen. Ik had je niet mee moeten nemen
Londen uit."
„Als je dat niet gedaan had," zei
Maria, „was ik 't leukste gedeelte van
mijn dagboek misgeloopen."
„Je kunt me voortaan wel missen,
prinses. Je hebt niets aan me."
„Zou je graag hebben, dat ik je weer
riep, als ik je weer noodig had
„Natuurlijk 1"
„Ik zou je tóch roepen, of je 't graag
had of niet."
Geoffrey keerde zich snel om. „Wilt
u me helpen, den wagen buiten te bren
gen t" vroeg hij. „Moet ik sturen
Greet trok zijn schouders op. „Zoo
als u wilt," zei hij. „Jenkins kan 't
ook doen, als u liever binnen zit."
„Merci," zei Geoffrey. Zwijgend reed
hij den wagen de wei op. Toen nam
hij een draai en zwenkte door 't open
hek den weg op.
Wat, hij toen zag, vervulde hem met
verbazing. Naast den auto, die hem
buiten Londen vervolgd had, stond
'n jongeman, die in Oxford gestudeerd
had, maar weg was gestuurd, niet voor
iets misdadigs, maar wegens „onge
neeslijk onverstand". De vroolijke
klant had zich in geen reglementen
en voorschriften kunnen schikken, en
met een vindingrijkheid, die aan genie
grensde, had hij 'n serie schitterende
dolle streken uitgehaald, waarna hem
verzocht was, elders in den lande zijn
talent ten toon te spreiden. Geoffrey
had hem in geen maanden gezien.
Hij leunde tegen de heg, met een
gezicht vol blanke onschuld en een
sigaret tusschen zijn tanden. Hij droeg
de klep van zijn pet in zijn nek, 'n grijs
flanellen pak, een zijden overhemd en
lichte zijden sokken. Hij was onmis
kenbaar, bijna tè echt, Aubrey Row-
landson
Hij sprong naar Geoffrey toe. „Hé,
kerel riep hij. „Waar kom jij van
daan Geoffrey antwoordde met een
wedervraag. „Heb jij dien knaap van
Scotland Yard mee laten rijden
„Om u te dienen," zei Aubrey luch
tig. „Altijd bereid, de politie te helpen
of dwars te zitten, zooals je weet. Hoe
zoo
Vóór Geoffrey kon antwoorden was
Greet bij hem. „Hoe gauwer we weg
zijn hoe beter," zei hij.
Aubrey Rowlandson maakte 'n dans
pas. „Hè brulde hij Geoffrey opge
togen toe. „Ben jij de vluchteling?"
„Ként u dien jongen man, meneer
Rowlandson kwam Greet er kalm
tusschen.
Rowlandson zette zijn oogen wijd
open. „Of ik hem ken Geoff Kings
ward, roei-kampioen van Oxford, alom
gezien en geëerd, toekomstig lord-kanse-
lier van Engeland
Greet keek nadenkend en een beetje
ongeduldig. Rowlandson sloeg zijn arm
om den schouder van den detective.
„Mag ik je voorstellen, meneer de tec,
mijn vriend Geoffrey Kingsward, op
raadselachtige wijze hier beland...."
„Ik reed den wagen, waar je achter
aan hebt gezeten," zei Geoffrey.
Vervolg op pag. 26
VI NO
outer;
rusiNO
r/o/W
*""l