KRUSCHEN VOELDE ZICH ELLENDIG ALLEMAAL KOLONEL! SALTS IttM 32 Nu rheumaüsche pijnen verdwenen en V goede humeur teruggekeerd Gekweld te worden door spit, jicht of rheumatische pijnen, daar is zelfs het beste humeur niet tegen bestand, zonder Kruschen Salts tenminste! Hier is een bekentenis, die voor zichzelf spreekt: ..Voordat ik Uw merkwaardig Kru schen Salts nam. voelde ik mij oud en ellendig. Ik had aan vallen van spit in mijn rug, rheumatische pijn in mijn beenen, knieën en één arm. en zenuw- rheumatiek van mijn rechterschouder langs mijn geheelen arm tot aan mijn vin gertoppen toe. Een paar maanden geleden begon ik met 's ochtends in mijn eerste kop thee Kruschen Salts te nemen. Spit en rheumatische pijn zijn nu aan handen gelegd, en ik blaak van gezondheid. Mijn vrouw zegt dat ik geheel verjongd ben, en onlangs werd nog bij een oudleerlingen- diner van mijn school door verscheidene ..veteranen" in hun toespraken opge merkt, hoe goed ik er uitzag. Voor men- schen op mijn leeftijd (fiO) is Kruschen Salts een zegen. A. B. te W." (Origineele brief ter inzage.) Rheumatische pijnen ontstaan maar al te dikwijls door onvoldoende ver wijdering van afvalstoffen uit het lichaam, waardoor schadelijke stoffen als urinezuur gelegenheid krijgen zich op te hoopen. De zes minerale zouten, waaruit Kruschen Salts bestaat, sporen de afvoerorganen, lever, nieren en in gewanden, op geheel natuurlijke wijze aan tot actievere werking, zoodat de gevaarlijke afvalstoffen snel en af doende worden weggevoerd. Het bloed wordt hierdoor gezuiverd, Uw rheu matische pijnen zullen langzaam maar zeker geheel ophouden, om niet meer terug te keeren. is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apo thekers en erkende drogisten a 0.40, ƒ0.75 en ƒ1.60 per flacon, omzetbelas ting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buiten verpakking de naam Rowntree Handels- Maatschappij, Amsterdam, voorkomt. Shirley Temple speelde een rol ..De kleine kolonel". Maar buiten dien is zij kolonel I Bij den staf van Kentucky Het wemelt in Amerika van kolonels Kentuckiaansehe kolonels. Heeren, die amper weten, hoe een sabel of een geweer er uitziet Will Rogers, Paul Whitenian en Eddie Cantor bijvoor beeld (lino mannenmoed niet te na gesproken) dragen den kolonelstitel, hun door den gouverneur van Kentucky vereerd en dames óók de danseres Sally Rand, de befaamde Mae West, en de beroemde Shirley Temple De staat Kentucky heeft nu al meer kolonels dan miliciens en er worden er iedere maand een vierhonderd bijge maakt door den ijver van gouverneur Ruby Laffoon. Het kantoor van den assistent-staatssecretaris C. W. Wilson is een kolönelsfabriek. De machinerieën zijn een blauw machine-lint, twee doozen zegels, een stempelmachient je en een aantal stapels blanco aanstellings- brieven, die 14 dollarcenten per stuk hebben gekost. Gouverneur Laffoon is natuurlijk niet inééns zoo diep gezonken, dat hij een danseres of een leuk kind aan "t. hoofd stelde van een brigade. Hij is afgegleden langs een hellend vlak. Hij begon met den kolonelsrang te verlee- nen aan een paar beroemdheden, om reclame te maken voor Kentucky aan mannen als Farley, postmeester- generaal, Tom Mix, Jack Dempsey, Carl Laemmle, Morton Downey, den tenor. Maar de beroemdheden, die in aanmerking kwamen, schijnen eerder op te zijn geweest dan de voorraad aan- stellingsbrieven. Zonde van die 14 centen per brief I Dus ging de gouver neur maar door, hij strooide de snelle promoties als confetti uit over het land. Jansen en Pietersen en Van Dijk, iedereen werd kolonel bij den staf van den gouverneur. De aanstellingen han gen aan de wanden bij voorname zakenlieden in Chicago, New York en Los Angeles, maar ook aan de muren van kruidenierewinkels, kappers-salons en garages. Gouverneur Laffoon heeft, sinds het begin zijner ambtsvervulling in 1931, meer kolonels aangesteld dan alle vorige gouverneurs van Kentucky samen. En die staat kreeg in 1792 zijn eersten gouverneur, Isaac Shelby, die geen geschikten persoon voor de kolonelsfunctie bij zijn staf kon vinden. Die aanstellerij in 't groot lijkt een soort ontwijding, het lijkt een koddige dwaasheid maar het is in werkelijk heid een slimme politieke zet. De Kentuckianen zijn rare luitjes zij plegen een gouverneur met muziek en kromme ruggen in te halen, en met een storm van smaadredenen weg te sturen. De populariteit van Ruby Laffoon echter volgt een stijgende lijn. Hij heeft een machtig leger van kolonels gemobili seerd Er is niet. één kolonel in Kentucky en er zijn er daar duizenden - - die tégen hem zou stemmen. En ook buiten zijn eigen staat is zijn populari teit groot. Toen zijn vrouw eens in New York kwam, werd zij ontvangen als een koningin. Haar kamers stonden vol bloemen. Auto's stonden voor haar klaar. Schouwburgkaartjes (loge) wer den iederen middag bezorgd. Deftige lieden kwamen op bezoek en noodden tot bezoek. Kunstenaars wilden haar schilderen, de eerste modisten wilden haar kleeden. Zij vond het prettig maar Ruby zelf was 't om geen voordeeltjes te doen. ..Ik zou kunnen krijgen, wat ik heb ben Wou," zei hij eens, ,.maar ik wil niets dan een goed bestuur. Ze zeuren me gek met uitnoodigingen voor dit en voor dat. .Maar ik heb geen kolonels aangesteld, om er door te profiteeren alleen otn Kentucky meer aanzien te geven In het begin van zijn ambtsvervulling had hij moeilijkheden met de ambtenarij. Er waren er al velen, die zonnen op mid delen, om den gouverneur te wippen. Maar Laffoon benoemde een iegelijk, wiens steun hij noodig had, tot kolonel van zijn staf, en zijn aanhang werd groot en machtig. Wie liet kolonelsbaantje te gewoon vond, mocht zijn eigen titel kiezen. Een jonge man, Floyd Clark gelieeten, werd al dat ge-kolonel om hem heen beu. Hij ergerde zich, omdat die kolonels vanuit de hoogte op een normaal burger neerzagen. Mij beklaagde zich daarover bij een vriend van Laffoon, en kreeg ten antwoord „Wacht maar de dag der wrake is nabij Veertien dagen later kreeg Floyd van gouverneur Laffoon een aanstelling als admiraal, volslagen admiraal van de Kreupelhoutvorkkreek, 'n klein stroom pje nabij zijn woonplaats, Carlisle. De stad brulde van den lach. De vloot van Kentucky bestond toen uit vier jongedames, die zich bekwame kano-vaareters getoond hadden, en drie matrozen. Zij zijn de hoofdfiguren van de vloot, want zij zijn slechts met drieën. Van iederen anderen rang luitenants, kapiteins, commandanten, admiraals enz. zijn er massa's. Ieder kreekje heeft zijn admiraals. Het aantal marine-officieren loopt in de duizenden. Natuurlijk rees er verzet ook een klacht, dat Laffoon de grondwet schond. Maar een staats-inspecteur, door den gouverneur aangesteld, toonde aan, dat de gouverneur zelf zijn staf mag aanstellen tien officieren, maar in geval van nood zooveel hij maar wou. „Geval van nood Ja Kentucky moest broodnoodig meer bekend wor den, meer vrienden maken En Ken tucky wérd meer bekend, kréég meer vrienden er kwamen toeristen, Ken tucky kwam in de krant en op de film. bij de wedrennen te Louisville werd het steeds drukker. Bravo riep heel de staat. Gouverneur Laffoon wist zijn tegen standers weg te werken, of door een titel in vrienden te veranderen zoo kreeg hij stevig de macht in handen, en toen gebruikte hij die, om te verbeteren, wat verbetering behoefdehet onderwijs, de belastingen, de ambtenarij. Bij iederen maatregel vlogen de kogels om hem heen, maar iederen kogel beantwoordde hij met een aanstelling tot kolonel, en de schutter werd zijn vriend Iedere verdienstelijke Kentuekiaan kan ie mand voordragen voor een kolonelsbe- noeming. De naam wordt goedgekeurd door den gouverneur of diens secretaris, en de aanstellingsbrief wordt ingevuld door meneer Wilson, bedrijfsleider van de kolonelsfabriek. Ieder lid van den staf wordt automa tisch lid van de „Hooge Orde van Kentuckiaansche Kolonels", een or ganisatie, die zich met ijver pleegt te wijden aan het jaarlijksch diner te Louisville. Niet iedereen heeft tijd en geld, om daaraan deel te nemen, maar tot de aanwezigen behoort stééds gouverneur Laffoon, hoewel hij onge veer de eenige voorname persoonlijk heid in de Vereenigde Staten is, die geen kolonelstitel bezit

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 32