GEBREIDE KINDERKLEEDINC JONGENSTRUITJE (3-4 JAAR) Materiaal: 250 gram turquoise-blauwe koordwol, 100 gram witte koordwol, naalden nr. 2, haaknaald nr. 2 en 18 witte boenen knoopen. Evenals voor het jurkje wordt ook hier weer een proeflapje gebreid om de juiste verhoudingen te verkrijgen 7 steken in de breedte moeten 2% cm. meten en 10 naalden in de hoogte moeten eveneens 2 cm. zijn. Rugpand: Zet 78 steken op en brei 2% cm. hoog, telkens afwisselend 1 r., 1 a. Brei vervolgens in tri cotsteek, dus heengaande recht en teruggaande averecht, in het geheel 22% cm. hoog, gerekend van af den opzetrand. Eindig met 1 naald a. Armsgat: 3 st. afkan ten bij het begin van de 2 volgende naalden, dan 1 steek minderen aan weers zijden van iedere naald, totdat er 66 st. overblijven. Doorgaan zonder minderen totdat de armsgaten 10 cm. hoog zijn en eindigen met 1 naald averecht. Schouders: 8 st. afkanten telkens bij het begin van de volgende 6 naalden. Dan de overblijvende 18 st. afkanten voor den hals van het rugpand. Rechtervoorpand: 30 st. opzetten en 2% cm. hoog breien, telkens afw. 1 r., 1 a. Dan het geschulpte randje als volgt breien le naald: 2 r. breien van den len steek recht tot op het einde van de naald. 2e naald: a. tot op 1 st. na. Dan 2 a. breien van den laatsten st. Herhaal deze beide naalden nog 1 maal. ■5e naald. 3 r., 3 st. afkanten recht. 6e naald: a. tot er 3 st. overblijven 3 st. opzet ten 3 a. 7e naald: 2 r. te zamen recht. 8c naald: a. tot er 2 st. overblijven2 a. te zamen. Herhaal de laatste beide naalden nog 1 maal. 11e naald: recht. 12e naald: averecht. De laatste 12 naalden her halen totdat het werk 22% cm. hoog is, gerekend vanaf den opzetrand. Eindigen met 1 naald recht. Armsgat: 3 steken afkan ten aan het begin van de volgende naald, dan 1 steek minderen bij de volgende naald aan denzelfden kant als waar men afgekant heeft. Doorbreien zonder minderen, totdat het arms gat 3% cm. hoog is en eindigen met 1 naald a. Hals: minder 1 steek aan het begin van de vol gende naald, dan aan denzelfden kant van de vol gende naald. Doorgaan zonder minderen totdat liet armsgat 10 cm. hoog is en daarna eindigen met 1 naald recht. Schouders: 6 st. bij het begin van de volgende naald afkanten, vervolgens bij iedere volgende naald 6 steken afkanten, totdat alle steken afgekant zijn. L inkervoor pandDit wordt gelijk aan het rechter voorpand, maar dan in tegengestelde richting ge breid. Mouwen Begin bovenaan en zet 22 st. op. Brei in tricotsteek en zet telkens bij het begin van iedere volgende naald 2 st. op, totdat er 70 st. op de naald zijn. Brei dan 5 naalden zonder meerderen en minder vervolgens aan weerszijden van de volgende en iedere 8e volgende naald 1 st., totdat er 46 st. overblijven. Doorgaan zonder minderen totdat het werk, gerekend vanaf de laatste meerdering, 23% cm. hoog is Welk aardiger modelletje dan dit kinderjurkje met het ronde kraagje en de goed afkleedende raglan-mouwtjes zou beter voor onze poppenmoedertjes als speeljurkje geschikt zijn Het jongenstruitje met wit wollen vestje, kraagje en man chetten is niet zoozeer bedoeld als speelpakje, maar zal meer bij feestelijke gelegenheden ge dragen worden. Wordt het wit wollen garni- tuurtje door een van linnen vervangen, dan zal het een bij uitstek zomersch pakje zijn, dat onze jongens van 35 jaar alleraardigst zal kleeden. GEBREID JURKJE (2-4 JAAR) Voor het jurkje heeft men noodig ongeveer 200 gram gele zephirwol en 100 gram groene wol van dezelfde dikte en kwaliteit. Men breit met naalden nr. 2 en nr. 2%. Om een juiste verhouding te krijgen wordt eerst een proef lapje gebreid. Hiervan moeten 13 steken in de breedte 5 cm. zijn, terwijl 9 naalden in de hoogte 2% cm. meten. Het proeflapje wordt in tricotsteek gebreid, dus heen gaande recht en teruggaande averecht. Rugpand: Begin onderaan bij het rugpand en zet 118 steken op met de gele wol en naalden nr. 2. Brei 1 naald afwisselend 1 r., 1 a. en brei vervolgens le. naald: 2 r., omslaan 1 af halen den draad naar achteren leggen. Herhalen vanaf het begin en eindigen met 1 r. 2e naald: la.,* 1 r., 2 a., herhalen vanaf tot op het einde van de naald. 3e naald: lr.,* 2 r., omslaan, 1 afhalen den draad naar achteren leggen. Herhalen vanaf tot er nog 3 st. overblijven, dan 3 r. 4e naald la.,* 2 a., 1 r. Herhalen vanaf tot op het einde van de naald. 5e naald: 1 r., omslaan, 1 afhalen, den draad naar achteren leggen, 2 r. Herhalen vanaf tot op het einde. 6e naald: 2 a., 1 r. Herhalen vanaf tot op het einde en eindigen met 1 a. Herhaal deze 6 naalden totdat het werk 27 cm. hoog is. Eindig met het werk zóó, dat de rechter kant naar u toegekeerd is. Hu verder breien in tricotsteek (zie boven) waar voor men heengaande r. en teruggaande a. breit. Pasje le naald: 5 r., 3 r. te zamen 1 r. Her halen vanaf totdat er 5 st. overblijven. Dan 5 r. (64 st.). 2e naald: averecht. Armsgat: le naald: 1 r., 2 r. tezamen; dan r. tot op 3 st. na. Nu nog 2 r. te zamen en 1 r. 2e naald: averecht. Deze beide naalden herhalen tot er 30 st. overblijven, dan breit men den Hals: le naald: 7 a., 16 st. afkanten, dan 6 a. 2e naald: 1 r., 2 r. te zamen 1 r., 2 r. te zamen 1 r. (5 st.). 3e naald: averecht. 4e naald: 1 r., 2 r. te zamen, 2 r. te zamen (3 st.). 5e naald: averecht. 6e naald: 3 recht te zamen breien. Hecht den draad aan de andere zijde van den hals aan en minder op dezelfde wijze voor dit gedeelte als voor het le gedeelte, dat boven werd beschreven. Voorpand: Brei op dezelfde wijze als voor bet rugpand werd beschreven tot aan de minderingen van het armsgat. Minder vervolgens 1 st. aan weerszijden op het einde van de naald zooals voor het armsgat van het rugpand werd beschreven en ga op deze wijze door met minde ren, telkens bij 1 naald recht, totdat er 50 st. overblijven. Eindig met 1 naald a. Hals: le naald: 1 r., 2 r. te zamen 19 r., 6 st. af kan ten 18 r., 2 r. te zamen, 1 r. (21 st. aan weerszijden). 2e naald: averecht tot aan den hals. 3e naald: 1 r„ 2 r. te zamen 15 r., 2 r. te zamen, 1 r. (19 st,.). 4e naald: averecht tot aan de zijde van den hals. 5e naald: 1 r., 2 r. te zamen 13 r., 2 r. te zamen 1 r. (17st.). Da op deze wijze door met minderen aan weerszijden van iedere naald, die recht gebreid wordt, totdat alle st. weggemin- derd zijn. Minder aan de andere zijde van den hals op dezelfde wijze. Mouwen: Zet met naalden nr. 2% (groene wol) 66 st. voor het boordje op en brei 1 r., 1 a., in het geheel 8 naalden. 9e naald: 1 r.. 1 a,., 3 r. te zamen 1 a., 1 r., 1 a. Herhalen vanaf Ten slotte nog 3 r. te zamen en 1 r. (44 st.). Nu nog 5 naalden 1 r., 1 a. breien en dan doorgaan met naalden nr. 2. 15e naald: .1 r., 1 a., 3 r. te zamen 10 st. telkens afw. 1 r., 1 a. breien 1 a. Herhalen vanaf tot op bet. einde en eindigen met, 1 a. Dan nog 4 naalden 1 r., 1 a. breien. 20e naald: 3 a. te zamen 15 a., 2 a. te zamen 15 a., 3 a. tezamen (33 st.). Nu verder breien met, de gele wol en volgens hetzelfde patroontje als voor liet rokje werd beschreven. Tegelijkertijd aan weerszijden van de naald, waarbij het patroontje gebreid wordt, 1 steek meerderen en vervolgens bij iedere 6e naald ook telkens aan weerszijden 1 st. meerderen totdat er 57 steken op de naald zijn. Nu doorgaan met breien volgens patroontje, zonder meerderen tot het mouwtje 26% cm., geme ten vanaf den opzetrand, lang is. Vervolgens min dert men voor het bovenste gedeelte als volgt, Brei in tricotsteek en minder aan weerszijden 1 steek bij iedere naald, die recht gebreid wordt totdat er 15 st,. overblijven. Afkanten. Maak het andere mouwtje op dezelfde wijze. Kraagje Brei met de groene wol en naalden nr. 2. Zet 106 steken op en brei telkens afw. 1 r., 1 a., 3 naal den hoog. Volgens hetzelfde patroontje vervolgens met naalden nr. 2%, 2 naaldenmet naalden nr. 3, 6 naaldenmet naalden nr. 2 4 naalden en met naalden nr. 2, 11 naalden breien, waarna de steken losjes worden afgekant. Het in elkaar zetten Naai de schuine kanten der mouwen aan de schuine kanten van het voorpand en het rugpand. Ver bind vervolgens de mouwnaden en de zijnaden. Naai het kraagje aan elkaar en bevestig dit langs den rand van den hals, waarbij men er op letten moet, dat de naad aan den achterkant (midden) komt te zitten. Strijk alle naden met een warm ijzer uit en vouw het kraagje langs den hals naar den buitenkant om.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 36