De deur van den eenigen toegang tot den 28 meter diepen put. De deur na tuurlijk van staal is tachtig centimeter dik en zoodanig geconstrueerd dat noch dynamiet, noch eeltig ander ontplojfingsmiddel er ook maar den minsten vat op heeft. kunnen rustig en veilig doorgaan met liet bevoch tigen van de vingers, die ongestoord de briefjes van duizend betasten en ver schuiven naar de vele bun deltjes de wagentjes met de glinsterende staven van twaalf tot veertien kilo kunnen verder rollen de moderne techniek beschut hier op volmaakte wijze tegen het moderne geweld in welken vorm ook. Binnenkant van ee/u in beton uitgemetselde goudkamer. De goud- Achter veilige stalen hekken wordt het goud zorgvuldig gewogen. Alles geschiedt echter klompen zijn zorgvuldig genoteerd en van een nummer voorzien. toezicht van streng c.ontroleerende beambten. Een kijkje op de tallooze pijlers die de gewelven steu nen en ter zelfder tijd als afvoerbuizen dienen voor 't water. Een beambte roll 'n goudvoorraad naar de vei lige kluizen. geduurd. Begonnen in 1924, werd het werk voltooid in 1927. Een laag zand, een laag rotssteen, een laag water, weer een laag rotsdat zijn de vier lagen, die door den diepen put, die naar bene den voert., worden door boord. Het water der voor malige „Grange Batelière" stroomt thans rustig bo ven de goudkamers en het doorsijpelende water vloeit weg via de 500 pijlers in de ondergrondsche leidin gen onder de voeten van den bezoeker. Er zouden Een kleine tachtig gouden staven die getoetst zijn op hun goudgeludte en klaar liggen om te worden opgeborgen. vele pagina's noodig zijn om alle bizonderheden te vermelden van die uiterst secure installaties, die klei ne lampen op accu's, die alle storingen melden, de gemakkelijkheid waarmee die deuren van acht ton worden bewogen door een simpelen druk van den vinger, enz. Dit is inderdaad de Ma- ginot-linie van 't Fransclie goud. De opstand moge komen, de revolutie los barsten, bommen mogen uiteenspatten de beamb ten van de Fransclie Bank onder

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 3