DE ROMAN VAN EEN JEUGDDROOM door Philip Hilverton Alle mensclien, rijk of arm, droomen in hun leven hun geluksdroom, die schooner lijkt naarmate zij rijker zijn aan verbeelding. Tracy Perkins was een doodarm jongetje, maar rijk aan fantasie, en hij koesterde zich aan twee van die droomen. In den eenen trouwde hij met Margaret Lauriston en trok met zijn bruid onder trompetgeschal en tromgeroffel het oude kasteel van de hertogin van Ealing binnen. In zijn tweeden droom was hij een beroemd dokter, die bij het ziekbed werd geroepen van keizers en koningen. Die eerste droom was de oudste. Margaret Lauris ton was een nichtje van de hertogin van Ealing. Zij woonde op het groote, sombere kasteel nabij Ealing en daarachter stond het huis van Tracy's vader, dat weinig ooglijker was dan een hut. Soms, als Margaret kans zag aan het strenge oog van haar tante te ont snappen, speelden die twee wel eens samen. Of beter o-ezegd Margaret spéélde en Tracy kromde zich voor haar als een slaafsche hond. Dat deed hij echter met plezier, want in zijn verbeelding was Margaret met haar blank gezichtje en haar lange, zijige pijpekrullen een soort hemelsch wezen en het groote kasteel de hemel, waar zij troonde. Margaret was verwend en een kleine dwingeland in die jaren. Slechts zelden was zij aardig voor Tracy. En daarom vergat hij nooit den dag, toen zij hem te hulp riep tegen een denkbeeldigen aanval van een hond en werkelijk eens lief voor hem was. Het dier deed haar niet het minste kwaad, doch blafte haar alleen wat luidruchtig aan. Angstig gilde zij om hulp en toevallig was Tracy in de nabijheid. Tracy was lang geen held als het een grooten hond betrof, doch op dit oogenblik voelde hij den ridder lijken moed en de doodsverachting van een man in zich opstaan. Hij snelde toe en ontzette Margaret met een hoop misbaar en een steen. In een opwelling van dankbaarheid sloeg zij spontaan een arm om zijn hals en kuste hem. En daarop trok zij hem mee naar het tuinhuis van het kasteel, waar kasten Vol afgelegd speelgoed stonden. Tracy keek zijn oogen uit naar al die heerlijkheden. „Je mag kiezen wat je wilt, Tracv, wees zij in het rond. Maar hoe begeerlijk al dat schoons hem ook leek, thans schudde hij het hoofd. Hij voelde zich een man na de bedreven heldendaad en verhief zich boven die kinderachtige verlangens. „Als ik zelf geld verdien wil ik wèl met je trouwen," zei hij ernstig. Hij was toen acht jaar en van die trouwerij had hij op school gehoord. Bijna alle sprookjes eindigden met een trouwpartij en dat scheen dus zelfs voor prinsen en prinsessen het top punt van zaligheid te zijn. „Goed," zei Margaret heel gedwee na den schrik, dién zij doorstaan had. „Maar neem dan nu alvast dezen bal, dan heb je voorloopig óók wat. Die bal raakte zoek mettertijd, maar de droom week niet uit zijn gedachten. Zélfs niet toen Margaiet naar een voorname kostschool ging en hij haar jaren lang uit het oog verloor. Als hij zelf geld verdiende, zou hij met haar trouwen. Zijn tweede droom viel hem in, toen hij een paar jaar ouder was. Een klein zusje van hern was ziek en hij was er toevallig getuige van, hoe de dokter haar onderzocht met behulp van een stethoscoop. Hij hoorde hem een vreemd woord prevelen en zag vol bewondering toe, hoe hij zijn receptenboekje bekiabbelde met raadselachtige letterteekens. Dat bezoek bracht hem een diep ontzag bij voor de ge heimzinnige macht vair de medische wetenschap en vanaf dien dag droomde hij ervan ééns een beroemd dokter te zullen zijn De gedachte dat Tracy's toekomstdroomen, waar in hij zijn hoogste geluk belichaamd zag, ooit eens werkelijkheid konden worden, leek te bespottelijk om er ernstig bij stil te blijven staan. Maar op de woelige wateren des levens is de mensch vaak niet meer "dan een speelbal van wind en golven. En niemand kan weten op welken wind zijn toekomst huikje nog eens zeilen zal. Van Tracy Perkins stond echter geschreven, dat liij dien wind voorloopig mee zou krijgen. Tracy was dertien jaar, toen het kleine huisje in de schaduw van het trotsche kasteel op een dag bezoek kreeg van mr. Goffrey, den onderwijzer van Ealing. „Tracy gaat van school af," begon hij zonder in leiding. „Dat gaat ie," zei John Perkins, die geen man was van veel woorden. „Ik kom eens vragen wat je van plan bent met hem te doen." „Van plan? Hij gaat het land in, net als z'n vader. Wat dacht u Mr. Goffrey schudde zijn grijs hoofd. „Het zou zonde zijn," vervolgde hij spijtig. „Hij kan goed lee ren een beetje te gemakkelijk zelfs, vind ik wel eens. Als je de verdienste zou kunnen missen, weet ik een weg, om hem iets te laten worden in de maat schappij En daarop weidde hij breedvoerig uit over het oude statuut van Ealing, dat in een beurs voorzag waar uit een begaafde leerling geheel gratis zijn eigen be roepskeus kon volgen. Het was een zorgvol pro bleem voor John Perkins. Tracy had tien broertjes en zusjes en elke farthing was welkom in zoo'n gezin. „Vader, mag ik V' bedelde Tracy met schitterende oogen. „Ik zou het liefst dokter willen worden." John Perkins aanschouwde de. geestdrift van zijn zoon en legde zich erbij neer. „Van mij mag ie," zei hij met een zucht. Tracy juichte, maar dat was wat voorbarig. Vol gens het statuut moest ook de hertogin van Ealing haar toestemming nog geven. Zij was een oude, trotsche dame, die nog middeleeuwsche denk beelden aanhing en de dorpsbewoners zoo'n beetje als haar lijfeigenen beschouwde. Toen zij mr. Goffrey s aanbeveling onder de oogen kreeg was juist Margaret met. vacantieeen vroolijk, levenslustig meisje, dat zich gruwelijk verveelde op het oude kasteel. „Perkins is dat niet de naam van den man daar in dat huisje vroeg de oude dame haar nichtje. Margaret was Tracy allang vergeten. „Perkins Ja, dat kan wel, tante," zei ze onverschillig. „Tracy Perkins," vervolgde de hertogin. „Hij schijnt de bolleboos te zijn voor de beurs van het statuut." De naam Tracy hielp Margaret op weg. Zij her innerde zich eensklaps het armoedige jongetje, dat vehoorzaam als een slaaf vier passen achter liaar fiep, als zij met liaar poppenwagen reed. Haar lakei.... Zij schoot in den lach. „Tracy, tante? 0, dien ken ik wel. Is hij de knapste van de school Koddig voor zóó snugger had ik hem nooit aangezien. Als zij één woord ten nadeele van Tracy had ge zegd, zou de oude hertogin een streep door zijn naam hebben gehaald. Maar zij sprak noch in zijn voordeel, noch in zijn nadeel. Het liet haar volmaakt onver schillig wat er van hem werd Langzaam en zorgvuldig zette de hertogin haar liandteekening onder de aanbeveling. En thans lag het slechts aan Tracy zélf, of hij een van zijn geluks- droomen nog eens verwezenlijkt zou zien. Het rad van den tijd wentelde rusteloos voort. Tracy Perkins bezocht een andere school en ver huisde naar liet College in Cambridge. Met geest- driftigen ijver wierp hij zich op de studie. Hij schreef enthousiaste brieven naar huis en naar mr. Goffrey en eik jaar met Kerstmis kreeg ook de hertogin een brief, waarin hij haar nauwkeurig op de hoogte hield van zijn vorderingen en haar zijn gevoelens van dank baarheid vertolkte. Hij ontving nooit iets van haar terug, maar dat viel ook niet te verwachten. Elk jaar kwam hij in de zomermaanden met vacantie naar Ealing. Het kasteel stond dan ver laten Je hertogin vertoefde in een Engelsche badplaats, of op het vasteland van Europa. Hij zag haar in ieder geval nooit en evenmin Margaret. Zoo verstreken er jaren. Bij toeval kreeg hij op een dag een portret van Margaret onder de oogen. Zij stond afgebeeld in de „Graphic", als een van de meer derjarig geworden dames van den Lngelsehen adel, die dat jaar aan de koninklijke familie zouden wor den voorgesteld. Thans was zij een lady „The Honourable Margaret Lauriston" las hij onder haar beeltenis. Zij was een knap meisje geworden, in wie hij onmogelijk hot hemelsche wezen niet de lange pijpekrullen van vroeger wist te herkennen. „Een aardig meisje, vind je niet vroeg hij een vriend, terwijl hij hem het portret wees. „Lady Margaret Lauriston hm, ja, heel aardig." „Ze heeft beloofd met me te trouwen," zei Tracy met een komiek gezicht, maar in zijn stem klonk de weemoed door, die hem bij die oude herinnering be kroop. „Te trouwen met jou vroeg de ander ver baasd. „Ja, is dat zoo gek f" deed Tracy beleedigd. „Ik heb haar leven eens gered en als belooning kreeg ik een hal en haar jawoord. Zij was zeven en ik acht. „0, zit het zóó. grinnikte zijn vriend. Tracy knipte de foto uit en prikte haar op den wand van zijn kamer. Zijn éérste geluksdroom was allang in rook opgegaan, maar de herinnering aan Margaret deed hem goed. De een of andere grappen maker vond echter, dat zij op die foto precies op een van zijn geliefde filmsterren leek en kaapte haar weg. En toen verbleekte ook weer de herinnering. En nogmaals verstreken er vijf jaren. Op een prach- tigen zomerdag keerde Tracy in Ealing terug. Maar nu voorgoed. Zijn doktersbul werd opgeluisterd dooi de woorden summa cum laude (met hoogsten lof), maar hij kon haar géén van zijn weldoeners meer toonen als bewijs, dat hij zich hun bescherming waard had getoond. Mr. Goffrey was dood en de herto gin was reeds vóór hem ter ziele gegaan. Ook zijn vader was gestorven en zijn broers en zusters waren her en der over liet platteland verspreid. Ealing Castle stond verlaten en waar ladv Margaret zich be vond wist niemand. Alle oude banden waren ver broken en Tracy zat alleen in de oude dokterswoning, die als laatste zorg van het statuut van nieuwe meu bels en van een keurig instrumentarium was voor zien. Eén van Traey's droomen was verwezenlijkt. Hij heette „dokter" Tracy Perkins al ontbrak dan ook de roem nog aan dien naam. Op een laten, regenachtigen avond reed liij met zijn auto van Maidenhead naar Ealing terug, toen hij in de hocht van den weg bij Cranford plotseling een zwaaiend lichtje voor zich uit ontdekte. Hij moest zóó krachtig remmen, dat liet lichte wagentje naai den wegkant slipte en bijna over den kop was gegaan. Boos opende hij het portier. „Hallo wat betee- kent dat voer hij uit tegen een onduidelijke ge stalte in een glimmende leeren jas, die midden op den weg met- een zaklantaarn had postgevat. „Wilt u ongelukken maken „Liever niet," antwoordde een rustige, heldere vrouwenstem. „Maar dat zou ervan gekomen zijn, als u doorgereden was. Mijn auto is geslipt, tegen een boom gereden en over den kop geslagen. Hij barri cadeert precies het middengedeelte van den weg. Zou u misschien kans zien het gevaarlijke obstakel tussclien de boomen te sleepen Tracy was terstond bedaard. Hij stapte uit en nam de situatie in oogenschouw. Twintig meter verder lag liet zwaargehavende overschot van wat eens'n luxueuze Mercedes was geweest. Verbaasd liep hij erom heen, terwijl het meisje hem vertelde hoe het ongeluk zich had toegedragen. Er viel geen spoor van zenuwachtigheid in liaar stem te be kennen, hoewel zij aan een bijna zekeren dood was ontsnapt. „Ik geloof dat we allebei van geluk kunnen spre ken," zei liij ernstig. „Mankeert u niets Ik ben dokter Perkins van Ealing." Onder het behuilde oog van een lantaarn ontdekte liij dat het meisje onder haar leeren jekker een ver- pleegsterscostuum droeg, met het insigne van het Elizabeth Garrett-Vrouwenhospitaal. Zij was slank en knap, hoewel niet meer zoo héél jong. „Dokter Perkins van Ealing vroeg zij. Tracy hoorde niet den toon van verrassing in haar stem. „Jawel, Tracy Perkins," zei hij wat ongeduldig. „Aangenaam, dokter ik ben zuster Margaret van het hospitaal aan Euston Road," hernam liet meis je met een glimlach. „U bemerkt wel, dat ik er vrij goed afgekomen ben. Behalve een snijwondje aan mijn arm en een geschaafde knie mankeer ik niets. Dat wondje bloedt nogal, hebt u misschien een verbandtrommel bij u

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 4