DETROIT
IN
muni: m""
In lijden van beproeving of malaise
zijn er in Amerika steeds bepaalde
steden geweestwaar de misère plotseling
als een bom uiteenbarstteen vanwaar de
economische rampen zich dan met razende
snelheid over andere steden uitstortten. Een dergelijke rol vervulden in den loop
der laatste tientallen jaren Boston. Philadelphia, Charleston, New York en
Washington. In de jaren der laatste economische wereldcrisis was de stad
Detroit in den staat Michigan het centrum, waar de economische en politieke
wanorde haar beginpunt vond, waar de dingen scheef liepen en scheef bleven
loopen, zelfs tot op heden.
Heel in het begin der economische depressie werd de aandacht op Detroit
gevestigd door de formidabele ineenstorting der groote automobielbedrijven, met tot
gevolg een enorme werkloosheid. In Maart 1933 werd heel
Amerika opgeschrikt door de sluiting van de banken, wat op zich
zelf ook weer 'n gevolg was van de malaise in de automobielindus
trie. Stakingen en stakingsbedreigingen waren aan de orde E R E L D
van den dag en verstandige lieden twijfelden er geruimen tijd
uit tot. een zielental van 285.000 (1900),
om in de laatste dertig jaar te stijgen tot
het reeds genoemde getal van 1.175.000,
als gevolg van den reuzengroei der auto-
mobiel-industrie, en alle daar successie-
ichjk mee satneiigegroeide neven-industrieën. Gedurende de eerste tien jaren waren
de werklieden in deze industrieën hoofdzakelijk Amerikanen en de betere soort
buitenlandsche vaklieden. Met de voortschrijdende mechaniseering van het bedrijf
evenwel en de minder hooge bekwaaniheidseischen, aan de arbeiders in deze indus
trieën gesteld, zag men n snellen aangroei van personeel, afkomstig uit alle staten
van Amerika en Europa, en zelfs uil andere werelddeelen. Op dit eldorado van
hooge loonen kwamen, als vliegen op een suikerpot, allerlei kleinhandelslieden en
groentenboeren af. negers en kleurlingen, Canadeezen en Mexicanen, Polen,
Duitschers en Hongaren. Slaven en Skandinaviérs. En met de
automobielen, welke zij voor de rest van de wereld maakten en
met die, waarmee ze zelf rondtoerden bijna iedere werkman
in de auto-industrie had zyn „eigen" wagen hebben deze dui
zenden het aanzicht en karakter van den geheelen omtrek veran -
aan, of Detroit, de. wereldstad der automobiel-industrie, er nog j VOGELVLUCHT J derd. Detroit groeide in zeer korten tijd, omhet'eenspop'tdair uit
¥.er^.vr^ dit drukken, uit zijn jasje, en de nederzettingen arbeiders
en bedienden strekten zich weldra mijlen ver uit buiten de eerste
eigenlijk wél voor een stad is, die in staat is zulk een enormen
invloed uit te oefenen op den gang vam zaken met haar bank-
moeilijkheden, met haar stakingsmethoden, en die daarnaast toch zooveel beroemde,
uit haar midden voortgekomen burgers telt, als een Homer Martin, een Murphy, een
Father Coughlin, een Ford, een Chrysler en een Couzens f
De Arnerikanen zeggen, dat er drie Detroits zijn, drie steden in één stad, die een
opeenhooping zou zijn van schoonheid en leelijkheid, en wier historie even krachtig
als kleurrijk en ex/plosief is. De eerste dan dier drie steden is het Detroit der auto
mobielindustrie, dat hiervan als het ware de spreekbuis is. Dan krijgt men de eigen
lijke stad met een bevolking van een en driekwart millioen zielen in 1933, en tenslotte
dat gedeelte met Dearborn, Highland Park en Fiver liouge, waaraan de naam van
Henry Ford onafscheidelijk verbonden zal blijven, zooals te onzent de naam,
Philips steeds met Eindhoven als in één adem wordt genoemd.
Detroit is, hoewel een industriestad, geen uit den grond gestampte stad, zooals
tal van andere op Amerikaanschen bodem. Het werd reeds in 1701 gesticht door
Antoine de la Mothe Cadillac en is zoodoende de oudste stad van eenige beteekenis
indeVereenigde Staten ten Westen van de allereerste nederzettingen aan den zeekant.
Als zoodanig heeft het een voorsprong van een eeuw op Buffalo en telde het reeds
honderdzevenendertig jaar voordat Chicago zijn stadsrechten verkreeg. In die eerste
eeuw van zijn bestaan als een kleine, maar strategisch gunstig gelegen grensplaats,
vochten Engeland, Frankrijk, Spanje en de kersversche Vereenigde Staten om het
bezit van Detroit.
Zélfs de Indianen waagden er nu en dan 'n aanval op de laatste moord
partij vond plaats in 1814 maar ten slotte konden oorlog noch schermutselingen
den groei der stad tegenhouden. De staombooten, de bouw van het Erie-kanaal en
de spoorweg openden nieuwe mogelijkheden voor de stad Detroit, zoodat, toen de
eerste spoorwegverbinding in 1854 tot stand kwam met het Oosten, het reeds een stad
was van veertigduizend inwoners. De bevolking groeide in minder dam vijftig jaar
aan den rand der stad gevestigde automobielfabrieken.
Een mooie stad is er, mede door de ontzettende haast, waarmee men overal zoo n
beetje m het wilde-weg heeft gebouwd, van Detroit niet geworden, Eenheid van stiil
moet men er al evenmin zoeken. Er is in het stadsbeeld, zooats men ook op onze
luchtfoto duidelijk kan zien, een sterke afwisseling in hoog en laag, iets wat nog
te meer opvalt, wijl de stad in een absoluut vlakke streek ligt. Verder domineert
er, als in een blokkendoos, de nuchtere rechte horizontale en vooral de verticale lijn
der wolkenkrabbers van soms veertig en vijftig verdiepingen, Veel leélifks ziet men
er dus naast weinig architecturaal schoons, goedkoopen bouw naast peperduren.
En zooals bij tal van andere Amerikaansche steden het geval ie. wordt een groot
gedeelte van het z.g. waterfront bedorven door dokken en pakhuizen.
Verspreid als Detroit is over een groote oppervlakte, is de stad voor '1 trans
port aangewezen op trams, autobussen en automobielen.
Vanuit het hartje der stad op onze foto het groote plein „Grand Circus"
met het monument links leiden tal van breede autowegen naar 2?oord en Zuid,
naar Oost en West. Nochtans vinden er dagelijks, vooral s morgens en 's avonds
groote verkeersopstoppingen plaats, en vooral ook tegen den Zaterdag, wanneer
duizenden met hun families of kennissen naar buiten trekken, naar bosch en veld
of naar de Canadeesche meren, om er het weekend door te brengen.
Doch Detroit zou geen echte groote Amerikaansche stad zijn, wanneer 't niet,
naast zijn industrieels centra, ook zijn cultureels eentra telde een universiteit
en vijf colleges, een openbare bibliotheek en een Instituut van Schoone Kunsten.
Dat is, in groote lijnen uitgestippeld, de gesehiedenis en de samenstelling van
deze piomei -stad uit het Midden-Westen, door 'n moderne Amerikaansche industrie
gedurende een periode van voorspoed uitgegroeid tot een centrum van macht, niet
alleen vam geld en industrie, maar ook in sociaal opzicht van zeer groote en invloed-