31 Swift ~Siüift. oemen en M Fl. 4.95 Fl. 4.95 Geneesmiddelen en Geneeswijzen 39 ,,'t Is een leelijk ding," zei Nancy, „en het is wel eenigszins te begrijpen, dat Bill Jeffries niet tevreden was met dit resultaat. Als die klok nu eens spreken kon, Joe, van hoeveel bloedige zee- rooversgevechten zou zij ons dan kun nen verhalen T" „De hemel mag het weten, juffrouw,"' antwoordde Joe, knipoogend tegen de zon. Hij sloeg met zijn stok tegen de klok, die slechts een dof geluid voort bracht. „Hoort u wel, veel moois is het niet. Maar ik heb haar toch maar opge hangen toen mijn vader stierf en ik in de zaak kwam. Zij had wie weet hóé- lang in een hoek gestaan onder de toon bank en als uithangbord deed zij ten minste nog dienst. Maar ik geloof niet," besloot hij peinzend, „dat zij ooit klan ten aangetrokken heeft Die kennismaking met Nancy had gelukkige gevolgen voor Joe Jeffries. De dagen van honger en gebrek waren voor hem voorbij. Nancy bracht hem eten en in ruil daarvoor bewees hij haar allerlei diensten, 's Avonds, als de winkel ge sloten was en Alf te rekenen zat, haalde zij hem in de keuken en verhaalde hij haar huiveringwekkende avonturen van zijn beruchten voorzaat, die tientallen jaren lang de schrik was geweest van de Stille Zuidzee. Alf lachte om die romantische ver halen. „Joe Jeffries weet wel wat hij doet," zei hij knipoogend. „Voor wat hóórt wat en hij heeft zich met zijn duimzuigerij aardig in je gunst ge drongen." Joe Jeffries mocht zich echter niet lang verheugen in Nancy's gunst. Het werd winter en hij begon te sukkelen. Een paar dagen bleef hij bedlegerig en op een nacht werd Alf gewekt door een aanhoudend geklop tegen den muur. „Joe Jeffries," waarschuwde hij Nan cy, terwijl hij zich vlug kleedde. Hij ging kijken en vond den ouden man adem- snakkend op den vloer. Hij legde hem op zijn schamel bed en een kwartier later verscheen er een dokter. Deze onderzocht den bewusteloozen ouden man en schudde ontkennend het hoofd. „Het hart er zal wel niets meer aan te doen zijn." Toch gaf hij hem nog een inspuiting en tegen den morgen Sloeg Joe Jeffries in derdaad zijn oogen nog eens op. Hij zag Alf en Naney aan zijn bed en knipoogde tegen hen. Toen bewogen zich zijn lippen. „Ik heb het beschreven," fluisterde hij. „Alles moet verkocht worden voor de begrafeniskosten. Wat er overblijft is voor jullie. Toen de morgen doorbrak was Joe Jeffries er geweest. Drie dagen later werd hij begraven en dienzelfden middag ont ving Alf het restant van zijn nalaten schap. Het was negentien pond en hoewel Nancy er niets van wist of ver moedde, beteekende dit geld een uit komst voor Alf. De afbraak van het oude en de opbouw van het nieuwe stadsdeel vorderden slechts langzaam en de zaken gingen dientengevolge alles behalve schitterend. „Het was een goede oude man," zei Nancy met tranen in haar oogen, toen Alf het geld opstreek. „Dat was hij," beaamde Alf en daarop keerde hij zich snel om. Nancy hoefde niet te zien hoe blij hij was met dit geld Toch brak er een dag aan voor Alf Dickson, waarop hij zichzelf bekennen moest, dat hij den waren stand van zaken niet langer voor Nancy verbloemen kón. Zijn geld was op en hij leefde van den eenen dag in den anderen. Hij was een jaar te vroeg begonnen met deze zaak en zjj moest er zich op voorbereid houden, dat elke dag de laatste kon zijn. Het was een zware slag voor Nancy, maar om Alf niet heelemaal te ont moedigen, verdroeg zij hem uiterlijk on bewogen. Doch 's nachts sliep zij niet en peinsde zich moe op een redmiddel. Terwijl Alf sliep, lag zij te luisteren en te staren. De oude scheepsklok van de „Cassandra" bengelde knarsend en schu rend aan de verroeste stang in den gevel 'n geluid dat zij vroeger nauwe lijks had opgemerkt, maar dat haar thans zenuwachtig maakte. Het riep bloedige tafereelen op in haar door zorgen geprikkelde verbeelding, en een levendige herinnering aan verhalen, die haar deden huiveren van angst. De scheepsklok van de „Cassandra' werd een nachtelijke verschrikking en na den derden slapeloozen nacht, toen de schurende geluiden van het metalen gevaarte haar door de ziel sneden als messen, hield zij het niet langer uit. En zoo waren een paar slapelooze nachten de oorzaak, dat de onooglijke scheepsklok van de „Cassandra" naar beneden zou worden gehaald. Alf haalde een ladder en zette deze tegen de stang. Hij klom erop en spande al zijn krachten in, om het slecht hanteerbare gevaarte uit het oog te lichten. Het gelukte hem. maar niet zonder een klein ongelukje. De stang kon zijn lichaamsgewicht èn dat van de klok niet lang dragen zij boog door en de ladder schoot weg. Alf greep zich nog juist bijtijds vast, maar de scheepsklok van de „Cassandra" kwam met een zwaren slag op het pla veisel terecht. Zij viel in wel twintig stukken en brokken en links en rechts rolden glasachtige halveknikkers weg, die zoo groot waren als hazelnoten. Alf sprong op den grond en nam ver baasd een paar van die dingen in zijn handDe eene helft was geteerd, doch de andere zijde flonkerde en flitste in de zon, alsof het diamanten waren. Hij hield zijn adem in en raapte een stuk klokspijs op. De binnen- en buitenkant was eveneens geteerd, maar op de breuken glinsterde het metaal als zuiver goud. „Naney riep hij schor. Maar hij hoefde Nancy niet te roepen zij was allang bezig de resten van de scheepsklok van de „Cassandra" in een paar emmers te doen. Hij greep haar ruw bij den schouder er was een dwaze gedachte bij hem opgekomen, die hem alle zelfbeheersching ontnam. „Begrijp jij er iets van I" schreeuwde hij haar toe, alsof zij honderden meters ver weg stond. Nancy lachte en huilde tegelijk. „We zijn er nog niet zeker van," zei ze. „Maar als het waar is wat ik denk, begrijp ik héél goed waarom Bill Jeffries dien klokkengieter zijn hoofd afsloeg, toen hij klaar was met zijn werk. Zijn klokken- spijs bestond uit goud en diamanten en dat mocht niemand weten. Daarom zit de klok ook zoo dik onder de teer. In dezen onschuldig lijkenden vorm smolt Bill Jeffries den buit van zijn stroop tochten samen. Maak voort, Alf, daar komen menschen aan. Een uur later kwam Alf Dickson met een bleek gezicht zijn winkel binnen hollen. „Goud en diamanten," riep hij opgewonden. „Er is geen twijfel meer mogelijk. Slechts een klein deel van de klokkenspijs bestaat uit andere metalen. Dat was om alles bijeen te houden." Hij wierp zijn hoed in de hoogte en strekte zijn armen naar Nancy uit alsof hij met haar wilde gaan dansen. Doch plotseling bedaarde zijn opwinding. „Wacht even," zei hij ernstig, terwijl hij zijn hoed opzette. „Ik vergat nog iets...." Hij was reeds bij de deur, toen Nancy hem terugriep. „Als je een oogenblik ge duld hebt, ga ik met je mee Joe Jeffries bedanken," zei ze even ernstig als hij. Swift-zomerschoentjes zijn als bloemen. Even mooi, even sierlijk en volmaakt. Men tracht de succesvolle Swift-creaties dan ook na te bootsen. Maar zoomin als een nagemaakte bloem het kan halen bij 'n echte, evenmin kan een nagemaakte Swift de echte Swift-schoentjes nabij komen. Alleen SWIFT geeft U blijvende voldoening. Eischt daarom dat Uw schoenwinkelier U Swift geeft, als U van mooie schoentjes houdt. Het merk staat in de zool. Alle Swift-Zomerschoentjes Annonces betreffende worden in dit blad slechts opgenomen, indien zij vooraf voorzien zijn van het stempel „Geen bezwaar" tegen de plaatsing, afgegeven door de Commissie van Controle op de Aanprijzing van Geneesmiddelen en Geneeswijzen, waar van het Secretariaat is gevestigdSegbroek- laan 33, 's-Gravenhage.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 39