HOE ZETTEN WE EEN STUKJE IN? 44 steeds rechthoekig uitgeknipt. Het verstellapje wordt in precies denzelfden vorm geknipt, alleen in liet rond twee naden breeder. Voor huisvrouwen die weinig bedreven zijn in dit werkje verdient het misschien aanbeveling, do plaats der naden even in de stof te krassen, zoodat ze er zeker van zijn, dal het stukje recht en glad wordt ingezet. Noodig is dit echter absoluut niet. Door nauwkeurig te werk te gaan, en den naad overal even breed te nemen, kan toch een keurig effect worden boreikt. We hebben den goeden kant van het te verstellen stuk voor ons en leggen het in te zetten stukje nu met den verkeerden kant boven langs een der vier kanten van het gat, waarbij we er op letten, dat het aan beide zijden even veel oversteekt. We steken de stof met behulp van enkele spelden op elkaar vast en kunnen dan niet het naaien beginnen. Aan de hand van enkele foto's zullen wij verder duidelijk maken, hoe het inzetten moet geschieden. Voor alle zekerheid maken wij er nog even op attent, dat het in te zetten stukje bovenop ligt. We t-relcken alles goed glad en slaan den nog onge veer anderhalven centimeter breeden rand van het ingezette, stukje, in, waarna we hem met spelden op de onderlaag' vaststeken. Wie dit werk nog maar weinig gedaan heeft, loet verstandig dit ook nog even te rijgen alvorens met de machine te gaan naaien of met de hand te gaan zoomen. We naaien stikkentot aan den hoekof liever gezegd: een naadbreedte verder. De twééde kant komt dan aan de beurt,. Maar alvorens we dien goed kunnen leggen, moet het hoekje, van de onderste stoflaag, dus van de oude stof, tot aan de naald schuin worden ingeknipt. Hierbij zorgen we, dat de naald in de stof zit. Wanneer we het stikken met de naaimachine doen, kunnen we hierbij het voetje even oplichten. Als de stof schuin is ingeknipt. kunnen we den tweeden kant stikken; we geven op den tweeden hoek weer. een schuin knipje in de onderste stoflaag, stikken dan den derden kant, enz., tot we het vierkant „rond" gestikt hebben. Het inzetten van een stukje is een werkje, dat eenige kennis en vaardigheid vereischt. Maar wie er zich dan ook even ernstig op wil toe leggen, zal zeker al heel gauw een keurig resultaat bereiken. Natuurlijk kunnen heel wat dunne en kapotte plekken in lakens enz. uitstekend met de machine of desnoods met de hand worden gestópt, wat zeer zeker evengoed netjes kan zijn. Maar in bepaalde gevallen, wanneer er b.v. in het een of andere stuk een groot gat zit, is het toch beter, een stuk in te zetten. Hierbij moeten we altijd op versoliillende dingen letten. Ten eerste moet de stof van het in te zetten stukje altijd in overeenstemming zijn met de oude We draaien nu het werk om, strijken den naad goed/uit en knippen vervolgens het grootste gedeelte van den naad van de oude stof weg. stof. Daarom verdient liet in be paalde gevallen ook aanbeveling, het nieuwe lapje stof tevoren even te was- sclien. Wanneer het een ruit, streep of een ander patroontje betreft, komt het er natuurlijk op aan, dat het patroontje van het in te zetten stukje precies aanpast bij het lieele stuk. Ook de draad moet denzelfden kant uitloopen. Zoo noodig moet natuurlijk ook op den goeden en verkeerden kant van de stof worden gelet. Hier over aanstonds meer. Het gat of de versleten plek wordt De rand wordt nu op de machine gestikt, waarbij we speld voor speld weghalen. Dit laatste mag echter niet te vroeg gebeuren, daar de stof dan gemakke lijk krom zou trekken. Willen we hei stukje zoo onzichtbaar moge lijk inzettendannaaien we dezen naad met de hand, met kleine zoom - steekjes. Vooral heel klein en weinig van de stof opnemen, daar het anders aan den goeden kant nog te veel zicht baar zou worden. Voor al bij geruit goed kun nen we op deze laatste manier onzichtbaar een stukje inzetten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 44