en hun bijgeloovigheia j Fedor Ohaliapine is zenuwachtigwanneer hij voor z'n optreden niet hier of daar 'n splinter hout of een stukje kalk heeft kunnen losslaan. kamers, van gangen en pakzolders, van onderaard- sclie gangen en kelders. Maar niet, zoodra zijn de lichten uit, of het ruime amphitheater wordt de speelplaats voor de ver schijningen en spookgeesten, geboren in de verbeel ding en de meestal temperamentvolle geesten der groote kunstenaars, die allerlei hulpmiddelen te baat roepen om deze kwelduiveltjes uit te drijven. Men hoort nog den smartroep van Paljas, het hartver scheurend geweeklaag van een Butterfly klinkt nog na, de liefdezuchten van Romeo en Julia zijn nog hoorbaar, en de kreten der Rijndochters schijnen nog op te klinken in de holle ruimte. Er hangen nog echo's van Caruso's of Gigli's gouden stemmen, en het is.of men nog het ontroerende geluid ver neemt, van een De Reske of een Ecotti, van een Melba of een Galli-Curci, van een Grace Moore of een Jeritza. En dat is geen zuivere verbeelding want opera- artisten mot hun overvloed van temperament en Het. zware fluweelen tooneelgordijn is opgehaald. Parterre en loges van de schouwburgen der verschillende wereldsteden vormen als één schitterend schrijn van flonkerende weelde en schoon heid, terwijl achter het voetlicht de stemmen der wereldvermaarde zangeressen en zangers aan het selecte publiek dien roes en dien zwijmel van ont roering en geluk bezorgen, waarvan alleen enkele uitverkorenen het machtig geheim bezitten. En terwijl het selecte publiek geniet, van de mu ziek der eeuwen en alleen de geesten, door de toon dichters opgeroepen, de schouwburgruimte ver overen, houden de andere geesten, die ieder opera gebouw bewonen, zich verscholen in de duistere schuilhoeken van requisietenbergplaatsen en kleed- Maria Jeritza, de Oostenrijksche zangeres, zal nooit het tooneel betreden zonder de gouden medaille, haar door de Oostenrijksche regeering toegekend, in de hand te hebben genomen. ZANGSTERREN Grace Mooredie volstrekt niet bijgeloovig is, maar toch gesteld is op een Rose Rampion draagt een engelentraanin den vorm van een kiezelsteentje in gelukskus van haar secretaresse voor elk optreden. haar zakdoek als amulet. - t Het ongeluk dat nog niet zoo lang geleden den groo- ten Amerikaan- schen zanger Law- j rence Tibbett trol, die tijdens een re- j petitie zijn mede- speler Sterezini met J 'n degen verwond- f de, terwijl deze 'n j paar dagen later, zij 't dan niet ten gevol- J ge van de verwonding, Lawrence Tibbett. doch door te hoo- gen bloeddruk na den bekomen schrik overleed, was ons aanleiding om eeni- ge documentaire gegevens te ver zamelen, welke de bijzondere bijge- loovigheid in het licht stellen, waar mee zooveel kun stenaars, zangers en too- neelspelers zijn behept.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 30