DE VERMISTE KNOOP Guy Gil MENEER GLENCANNON Een Glencannon-verhaaldoor EEN NIEUWE HUMORISTISCHE FIGUUR: 4 Wat Sherlock Holmes is in de wereld der detectiven, wat Mickey Mouse is op de teekenfilm en Sjors van de Rebellen club in de kinder-literatuur, dat is me neer Glencannon geworden in het rijk der korte verhalen. Meneer Glencannon is een nieuwe figuur, die bezig is wereldroem te beha len; die in Amerika en Engeland al een zeer populaire verschijning is, pittiger, geestiger, slimmer, avontuurlijker dan Popeye the Sailorman. Ook een zeeman; eerste machinist op een wrak schip, de Inchcliffe Castte; een Schot, zuinig op alles, behalve op zijn whisky; een slimmerd een leukerd, een rakker Hij is geboren in het brein van den schrijver GUY GILPATRIC en vaart de zeven zeeën der aarde rond, overal zijn streken uithalend en zijn handigheid be wijzend, maar soms zelf het slachtoffer van zijn vrienden en vijanden. U gaat kennis met hem maken, want wij hebben ons verzekerd van het publi catie-recht voor Nederland van de Glen- cannon-verhalen en ieder verhaal zal hem een beetje beter doen kennen, hem en zijn collega's, den gemoedelijken kapi tein Ball, den eersten stuurman Mont gomery, met wien hij eeuwig overhoop ligt, en menig ander. Maar ieder verhaal staat op zichzelf, is, afzonderlijk ge lezen, een spannend en amusant geheel. De schrijver, Guy Gilpatric, is New Yorker van geboorte en oorspronkelijk piloot van beroep. Hij was jarenlang houder van het hoogte-record voor passa giers-vliegtuigen. Hij diende twee jaar in Frankrijk en werkte toen in het adver tentie-wezen, tot het schrijversbloed hem drong, alleen met meneer Glencannon en zijn kornuiten te leven hij ging aan de Riviera wonen en doet nu niets anders dan schrijven, gestadig-aan zes uren per dag. In zijn vrijen tijd doet hij aar schermen, jagen en visschen, maar me studie en het te boek stellen van Glen cannon's avonturen gaat het leeuwendee van zijn tijd schooi. En een ieder zit in spanning en lacht als hij de Glencannon-verhdlcn leest. Wij handhaven den naam van den held, den onvertaalbaren Schotschen naam, maar melden hier even voor den belangstellende, dat glen een nauw berg dal beteekent, terwijl can non herinnert aan het Schotsche woord ravijn. De heele naam zou dus, ver taald, ongeveer luiden Dalkloof. Maar Glencannon heet de man voor heel het wereldpulliek Glencannon moge hij ook in Nederland heeten GUY GILPATRIC Dertig graden zuiderbreedte vijftien graden wester lengte is 't midden in het zuiden van den Atlantiselien oceaan, en dus het eenzaamste punt in 't eenzaamste deel dei- zeven zeeën. Het meest nabije land (als je 't land wenscht te noemen) is Tristan da Cunha, en het vasteland van Zuid- Amerika ligt even ver achteruit als Afrika vóóruit dat wil zeggen ongeveer tweeduizend eentonige, natte, stormachtige mjjlen. Het ss. Inchcliffe Castle, van Rio naar Kaapstad, deed zijn best om de eenzaamheid te verjagen, door zijn zwakke lichten te doen uitstralen in den nacht, en, slingerend op de deining, de stilte te verstoren met gepiep én gekraak en ge kreun van allerlei schakeeringen. Met acht glazen had Draad een ijsschip ergens in 't noordwesten gesproken, maar de signalen kwamen zoo zwak door, dat hij zijn toestel had afgedraaid en zich tot sluimeren had gezet. In zijn hut, meer naar achter, legde meneer Glencannon, de eerste machinist, de Presbyteriaansche Kerkbode neer, dronk een scheut van drie vingers Duggan's Dauw, slingerde de leege flesch door de patrijspoort en wikkelde knus het einde van zijn nachthemd om zijn voeten. Toen luisterde hij even naar de slagen der machines, geeuwde en kneep het licht uit. ..Drieënveertig omwentelingen per minuut," sprak hij het duister in. „Zeven en '11 kwart knoop. We schiéten gewoon vooruitHij liet zijn hoofd op bet kussen zakken en sloot zijn oogen. „We gaan maar es onder zeil," mompelde hij en mét de woor den kwam de slaap over hem, diep en zacht. Nu had meneer Glencannon in den natuurlijken gang van zaken die aan boord héélemaal geen natuurlijke gang is, maar een strikt volgehouden inenschelijke instelling ongestoord moeten door sluimeren, tot hij geroepen werd voor zijn morgen- wacht. Maar ergens in de magere, bloedarme uren voor den dageraad kwam er geklop op zijn deur. Hij ging rechtop zitten, draaide het licht aan, luisterde naar zijn machines, en greep naar zijn broek, onderwijl roepend „Binnen De deur ging open en omlijstte de uitvoerige gestalte van kapitein Ball, pet achterover op zijn hoofd, bloote tieenen onder zijn overjas uit en scha duw van donkere zorg op zijn ronde, roode gezicht. „Ik kom praten over den stuurman," viel hij met de deur in huis, op een stoel neerzinkend. „De arme kerel is er leelijk aan toe, meneer Glencannon, heel leelijk. Ehja, merci, graag dat wil zeggen, als je meedoet. „Dat doe ik zeker," zei Glencannon, den kurke- trekker draaiend. „Maar zegt u es wat mankeert meneer Montgomery „Hooge koorts, en 'n razende pijn in z'n inge wanden. Ik heb bieren daar m'n duim ingezet, zooals in 't boek stond, en hij vloekte me zoowat blauw. Hij heeft blindedarmontsteking, meneer Glencannon, zoo vast als een huis." „Da's niet zoo mooi," vond meneer Glencannon, en hij veegde zijn mond af en greep nog eens naar de flesch. „Iedereen weet natuurlijk" - hij rolde vroom met zijn oogen ..dat meneer Montgomery en ik nooit erg van één ziel zijn geweest, kaptein, maar ik vin 't toch lam voor 'm. Weet u, hoe ie an die misère komt, kaptein Door die vertjoepte afschaf- ferij van 'm. Ik heb 'm minstens miljoen maal ge waarschuwd, dat 'n mensch z'n binnenwerk door 't voortdurend inademen van zoute lucht in 'n soort cornedboef verandert as ie tenminste de noodige alcoholische voorzorgen niet neemt. Maar meneer Montgo mery is koppig, reuzekoppig, hij wou niet eens naar m'n welgemeenden raad luisteren Ik zeg maar zoo 'n mensch is net 'n machine. Hij mot...." „Jawel," viel kapitein Ball hem in de rede. Hij had de zoute-luclittheorie van meneer Glencannon al tot vervelens toe gehoord. „Dat zal best. Maar we staan nu voor de vraag hoe redden we den armen kerel z'n leven „Ja," peinsde de machinist. „Kennen we geen schip oppik ken met 'n dokter an boord en '111 laten opereeren Kapitein Ball schudde het hoofd. „Volgens Draad is er op geen duizend mijl afstand '11 scheepsdokter te bekennen. Ik begrijp best, dat ik, als kapitein, eigenlijk verplicht ben, 't karweitje zelf op te knap pen. Ik heb 'r in verloop van tijd al menige kies uitgewipt met '11 hamer en '11 draadnagel, maar. Kijk eens, meneer Glencannon ik ben niet zoo piepjong meer, ik heb niet meer zoo'11 vaste hand. Dus had ik gedacht, of ueh. enfin, wil u 't voor me doen f' „Ik f Reken maarriep meneer Glencannon verheugd. „Geef mijn de sleutels van de medicijn kist maar effetjes, kaptein ik beloof u, dat ik meneer Montgomery z'n blinde darinpje d'r in drie tellen uit heb En hij zwaaide zijn voeten op den vloer en begon snel zijn kleeren aan te trekken. „Gelukkig," zuchtte kapitein Ball. „Ik wist wel, dat je me helpen zou. Als je 't, goed bekijkt is 't meer werk voor iemand met aanleg voor techniek, en ik weet geen beteren machinist dan jij." „Dank je wel, kaptein," zei meneer Glencannon. ,.'t Was te wenschen, dat meneer Montgomery me net zoo apprecieerde as u. Daten we nou nog één wippie nemen, kaptein, dan gaan we es naar den patiënt kijken." Zij kwamen bij meneer Montgomery, die met pijnlijk verwrongen gezicht op zijn kooi lag. „Hollagroette Glencannon op zijn vroolijksten slaapkamertoo 11„Wat heb je nou uitgespookt, me neer de stuurman '11 aambeeld ingeslikt „Ga m'n kamer uittierde de maat. „Wie eeft je gevraagd om je walrussengezicht ier binnen te steken, leelijke Schotsche dronkelap Glencannon keek hem medelijdend aan. „Lieve hemeltje," zei hij tegen den kapitein, „de stakker is gek van de koors. Nou. blijf maar es een minuutje stilleggen, stuurman, dan zal ik je onderzoeken... doet 't hier zeer Gillend sprong meneer Montgomery van zijn smarten bed en krachtig schoot zijn vuist uit naar zijn kwelgeest. Meneer Glencannon hukte, de patiënt had zich uit zijn evenwicht gestooten en sloeg zij waarts op zijn kooi, waar hij vloekend bleef liggen. „Nou nou, kabbel zachies, lieve lieek," suste meneer Glencannon. „Je heb absoluut ruzie met je blindedarm, niaar je hoeft je nergens ongerust over te maken. Kapitein Ball, ik zou graag uw ge- neeskundeboek effetjes inzien, dan ken ik pools hoogte nemen." Vóór in 't boek stond een gekleurde en herhaal delijk opklapbare plaat, een heer voorstellend, die in 't belang der anatomische wetenschap allen ijdelen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 4