door ddichard Connell
ZESDE
VERVOLG
22
RIDDER ZONDER
VREES OF BLAAM
Rosa drukte zich angstig en bevend tegen
hem aan.
„Kom, kom, Rosa," trachtte hij haar
te kalmeeren, terwijl hij haar stevig in zijn
armen knelde. „Je mankeert toch niets, hoop ik f"
Rosa glimlachte alweer. „Ik niet. Maar Galahad
„Ik geloof, dat hij juist vóór het ravijn afzwenkte,"
stelde hij haar gerust.
„En waar is Fin McCoal vroeg zij.
„Ik denk in Londen, of misschien in Schotland.'
Rosa verbleekte even. „Ben je nergens gewond,
Ernest
„Alleen in mijn trots," lachte Ernest.
„Ik ook," zei ze kort. „Ik weet warempel niet wat
die oude Galahad zoo plotseling mankeerde. O,
Ernest, nu ben ik geblameerd."
„Jij geblameerd Waarom
„Wel, ik kom toch ook zonder paard thuis Lk
had de eer nog kunnen
redden voor de Bingley's.
Jammer, Ernest. Esmc zal
verschrikkelijk boos zijn."
„Esmó kan naar de maan
loopenviel Ernest barsch
uit.
Zij keek hem met verbaasde oogen aan. „Zóó
heb ik je nog nooit zien kijken, Ernest. Zóó kwaad
en vijandig."
„Neem me niet kwalijk," zei Ernest. „Anders ben
ik nooit zoo. Maar ik zou dien Esmó wel eens door
zeventig vossen nagejaagd willen zien."
Rosa lachte. „Het zou wel een koddig gezicht zijn,
Ernest."
„Dat zou het zijn. Maar zouden we nu niet ver
standig doen, als we afdaalden en naar Bingley
Castle terugwandelden
Er kwam eensklaps een peinzend licht in Rosa's
blik. „Wacht nog even," zei ze langzaam. „Ik heb
je eerst wat te zeggen."
Haar ernstige toon vervulde hem met onrust.
Ernest, ik haat menschen die voorgeven iets te
zijn, wat ze in waarheid niet zijn."
Ernest sidderde nu zou het komen, waarvoor
hij dag en nacht heimelijk gevreesd had.
„Wil je me een openhartig antwoord geven op
een openhartige vraag ging Rosa voort. „Wan
neer heb je voor het laatst gejaagd
Er ontsnapte hem een zucht. „Wanneer Laat
'ns kijken.
„Stil maar, je hoeft niet te antwoorden,"
Rosa in. „Ik weet het antwoord al, nog nooit
Ernest ontweek haar blik.
„En hoe dikwijls heb je op een paard gereden
„Op een paard Nu, één keer op Ralph.
„Ik meen 'n paard," zei Rosa streng. „Ralph was
een omnibus."
„O, nou goed," antwoordde hij berustend. „Op
Jacob dan."
„Ken jachtpaard t"
„Neen." zei Ernest en toen werd hij eensklaps
uitdagend. „Jacob was een stuntelige ouwe knol.
Toen ik 'n jaar of tien was, heb ik 'm een paar keer
naar de wei gereden."
„En hoe durf jij ons dan in den waan te brengen,
dat je een ervaren ruiter bent Waarom ben je mee
gegaan op jacht 1 Weet je niet, dat je hoogst roeke
loos gehandeld hebt V'
„Dat kan, maar ik verdraag het niet, dat 'n lang-
beenige lummel me uitlacht."
„Aha, en waagde je daarom je hals V'
„Daarom en nog om een andere reden," zei Ernest
driest. „Ik zou graag hebben, dat een zeker iemand
gunstig over mij dacht."
„Doe niet zoo geheimzinnig, Ernest, lk weet toch
wel wat je bedoelt. Die iemand ben ik."
Voor het eerst keek hij haar aan. „Ja," zei hij met
een zucht. „Ik bedoel jou, Rosa."
Rosa plukte een eikeblad, dat in haar nabijheid
hing en rolde het spelenderwijs om haar vinger.
„Je minacht me," barstte Ernest plotseling los.
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE
Ernest Bingley, van nature een groote droomer en
fantast, woont geheel alleen in hei stadje Bear Falls
staat Iowa in Amerika) en drijft er een zaak in
het opzetten van dieren. Hij is een héél ver familie
lid van den graaf van Bingley hoewel deze van
z'n bestaan niets afweet en hóópt sinds jaren z n
voorvaderlijk kasteel in Engeland eens een bezoek te
kunnen brengen. Een buurman van hem. mijnheer
Slocum, wil de zaak voor een zijner zoons koopcn en
biedt 'n som van vijfduizend dollars. Ernest wint op
de jaarbeurs den eersten prijs met een stand van
geprepareerde vogels en dieren uit den struif Iowa.en
is door de driehonderd dollars, welke hij hiermede
verworven heeft, in staat een bezoek aan het kasteel
zijner voorvaderen in Engeland te brengen. Zijn zaken
worden intusschen waargenomen door den zoon van
mijnheer Slocum. In Pennytan, waar Bingley Castle
gelegen is, huurt hij een ouden, schonkigen schimmel,
waarop hij. gelijk een ridder uit vroeger eeuwen,
naar het oude kasteel rijdt. Hij is nog onbewust van
liet feit, dat de bewoners in dringende geldverlegen
heid zijn. Ze verwachten een rijken Amerikaan, die
het kasteel voor eenigen tijd wil huren. Ernest wordt
voor ilezen persoon aangezien. Lady Rosa, de knappe
dochter van graaf Bingley, maakt met hem een tocht
door het historisch kasteel. Hij besluit z'n zaak in
Bear Falls aan mijnheer Slocum te verkoopen en
voor dit geld het kasteel een maand te huren. In
tusschen komt de werkelijke huurder, mr. Bunder,
opdagen, die het kasteel onmiddellijk wil betrekken.
Graaf Bingley wijst hem met minachting de deur.
Het jaarlijksche jagersfeest zal wederom op de terreinen
van Bingley Castle worden gehouden. Ernest neemt
aan de vossenjacht deel en redt tijdens den rit. hoewel
geheel onbewust, het leren ran lady Rosa Bingley.
Rosa schudde, krachtig haar warrige lokken. „Je
vergist je, neef Ernest. Ik bewonder je."
„Kom nou spotte hij ongeloovig.
„Ik meen het werkelijk," verzekerde ze op zacht.e-
ren toon. „Wij Engelschen zijn 'n vreemd volk
vol tegenstrijdigheden, zal ik het maar noemen.
Wij verachten opsnijders, die zich verbeelden een
heer te zijn en verdragen Tiet gezelschap van heeren,
die zioh aanstellen als opsnijders. Wij verachten
een Punder en mijden iemand, die verwaand is.
„Als ik," vulde Ernest aan.
„Toe, Ernest, val me nu niet telkens in de. rede. Er
is nog verschil tusschen verwaandheid en verwaand
heid en er is één eigenschap, die wjj in een man
hoven alles waardeeren. En dat is durf Houd nu
eens op met op dat blad te kauwen, Ernest. Ik
spreek over jou.
Ernest wierp het blad weg. „Ik heb geen lust nu
al naar Bingley Castle terug te gaan," zei hij. „Maar
je moet vooral niet denken dat het me iets kan sche
len, wat de anderen zullen zeggen. Nu lk jouw goede
meening ken.
„Hoe kan het anders, Ernest vroeg Rosa harte
lijk. „Dacht je dat ik anders over je zou denken Je,
hebt ons tehuis voor ons behouden en redde je ook
zooeven niet mijn leven
„Dat was niets
„O nee, is mijn leven niets, denk je Wacht, ik
herinner me dat ik je nog niet eens bedankt, heb."
Zij kuste hem een vluchtige, kus slechts, maar
die hem plotseling duizelig maakte van ontroering.
Om niet te vallen sloeg hij zijn armen om haar heen
en het volgende oogenblik hoorde hij de stem van
graaf Bingley in zijn oofen.
„Zoo, zijn jullie daar Spelen jullie voor kerst
boomversiering
„Wijwij kwamen elkander hier toevallig
tegen," stamelde Ernest verschrikt.
„En blijf je daar nog lang, Ernest Ik wilde op
jullie wachten."
viel
Ernest daalde beschaamd uit den boom en
was daarna Rosa behulpzaam. Hij verwachtte
een nadere ondervraging, maar graaf Bingley
bleek alleen bezorgd, dat zij te laat zouden komen
voor de lunch.
„We gaan wandelen, maar we houden ons nergens
op om boterbloemen te plukken," waarschuwde hij.
„Ik heb honger als 'n paard, 't Is vreemd, maar als ik
van m'n paard afgeworpen hen, heb ik altijd een eet
lust als een wolf."
De drie paardlooze ruiters vingen den terugtocht
aan. Toen zij Bingley Castle naderden spreidde de
dalende herfstzon reeds een violetkleurig waas over
ilen omtrek uit. Zij lunchten en daarna begaf Ernest
zich naar zijn kamer. Hij zag de jagers terugkeeren
en eenigen tijd later hoorde hij een orkest in tie groote
hal. Bevreesd dat hij het middelpunt zou zijn van een
gefluister had hij zich voorgenomen hot, bal niet bij te
wonen. Maar Walter Scott's „Ivanhoe", zijn beste
vriend, was op Jen duur niet in staat, zijn aandacht
te boeien. Hij zag Rosa rondzweven in de armen van
kapitein Duff-Hooper en sprong eensklaps op.
Hij moest één dans hebben van Rosa en daarvoor
mochten alle gasten hem afsnauwen. Een dans
Neen, voor 'n blik, voor één enkelen glimlach liet hij
zich de hal uitkijken. Terwijl hij zich daarheen begaf,
hoopte hij ongezien binnen te kunnen komen.
Maar het geluk was niet met hem. Toen hij de deur
naderde, kreeg Crump hem in het oog en tegelijk
hield de muziek op.
„De heer Ernest Bingley kondigde Crump met
een stentorstem aan.
Vierhonderd en twee en twintig oogen vestigden
zich op den ingang. Alle rumoer verstomde. Zelfs
geen planeet aan het filmfirmament kon zich een
eerbiediger ontvangst gewensclit hebben. En Ernest
stond daar en staarde het, gezelschap aan, alsof het
een troep stommelingen was. Eensklaps werd zijn oor
getroffen door 'n vréémd geluid. Een der gasten klap
te in zijn handen en Ernest keek snel om, wien dat
applaus gold. Hij zag echter niemand dan Crump en
het volgend oogenblik was de hal vervuld van zoo'n
enthousiast handgeklap en hoerageroep, dat de oude
muren ervan dreunden.
„Allemaal tegelijk hoorde hij graaf Bingley
schreeuwen. „Lang zal hij leven Lang zal hij leven
in de gloria.
Tweehonderd en tien stemmen vormden een dave
rend koor. De éénige stem die ontbrak was die van
kapitein Duff-Hooper, die met een zuur gezicht dien
ruischenden zegenwensch aanhoorde.
Ernest begreep eindelijk, dat die huldigende ont
vangst voor hem bedoeld was. Hij zou heslist niet
méér verbaasd zijn geweest, als het gezelschap een
piano op zijn hoofd had laten vallen om hem te ver
pletteren. Met een half verwezen blik zag hij graaf
Bingley op zich toekomen.
„Dappere kerelbegon deze joviaal tot Ernest's
verbijstering. „Kón niet rijden en dééd het Sprong
tweemaal over Lester's WallEn op welk 'n paard
En redde zélf in een benarden toestand toch nog
het leven van iemand, die hem op dat oogenblik onbe
kend was. Datjs het eenige, oude, echte idee va,n den
werkelijken sportsmanWil je mij de eer aandoen een
dezer dagen met me op de club te lunchen
Ernest kreeg zelfs geen tijd voor een antwoord. De
gasten drongen om hem heen en wilden hem allemaal
tegelijk een hand drukken. Alleen kapitein Duff-
Hooper hield zich afzijdig.
„Spreek een woord," fluisterde graaf Bingley hem
in het oor.
Meer gedwongen dan vrijwillig voldeed Ernest aan
dat verzoek.
„Ik geloof dat ik gelukkig hen," zei hij zwak. „De
gelukkigste mensch van de wereld misschien, lk
geloof dat u allen wel gemerkt zult hebben, dat ik
vanmorgen niet zóó reed als ik gedaan zou hebben,
als ik in 'n zadel geboren was (gelach) maar ik geloof
óók, dat u mij allen zult kunnen toegeven dat ik
geboren ben mét een gouden hoef in mijn mond