Deze dame deed ons blozen. Dobbelmann lebber... man! Deze dame zei„Ik heb 't land aan veel rookwolken in huis; ik houd niet van pijpen- lucht en tabaksgeuren, maar wanneer mijn man IBIS SHAG rookt, zit ik er van méé te genieten, zóó fijn en zóó geurig is die tabak." Wij hebben gebloosd over zóóveel lof uit zóó n lieven mond 1 is en die later de echtgenoote van Czaar Péter zal worden en na zijdood als Catharina de Eerste over Rusland zal beerschen. In het voorjaar van 1704 wordt 'n vloot van dertien schepen op de Zweden ver overd. In Juli dwingen de Russische troepen do stad Derpt tot overgave en eindelijk, op 9 Augustus, is Narwa in Russische handen. De smaad der zware nederlaag van vier jaren geleden is thans gewroken. Roods in 1702 was de verovering v-an Nöteburg aan de Newa gelukt en Peter noemde de stad Scliliisselburg. „Want door dezen sleutel waren wij in staat de poorten van het vijandelijke land te openen", aldus schreef hij. Na de inneming.van Nyenschanz aan den Nowamond is Peter de gedenk waardige plek genaderd, waar door den bouw der Peter-Paulvesting en het zeefort Kronstadt de grondslag gelegd wordt van de nieuwe Russische hoofd stad St. Petersburg. Tijdens de groote feestelijkheden, die naar aanleiding der laatste successen in 't Westen te Moskou georganiseerd worden, trekt een schitterende stoet door de vreemdelingcnwijk van Moskou, de „Njemezkaja Sloboda", als n huide en dankbetoon aan het tweede vader land van Gordon en Lefort, dat Peter den weg naar Europa had gewezen. De stad uit liet moeras Peter, de eerivo«d»<ye Langs do monding van de Newa, in de nabijheid van de Finsohe zee. ontstaat op ^jen moorassigen bodem een nieuwe stad, die de groote dichter Puschkin het „venstor naar Europa" noemt. De stad met den naam St. Po tersburg. Voordat echter de stad zich duidelijk begint af te teekenen, sterven er meer dan tweehonderdduizend arbeiders, die bij den ophouw der nieuwe stad betrok ken zijn, tengevolge van moeraskoortsen en velerlei ontberingen. En wederom staat over allen de onbuigzame wil van den Czaar, voor wien een menschenleven niets beteekent, wanneer het om een groot doel gaat. Langs het. water houwt Peter voor zichzelf een klein, bescheiden huisje, waar hij op een harde legerstede zijn korte nachten doorbrengt. In de vroeg ste morgenschemering reeds schrijdt hij met de bijl in de hand door het reus achtige arbeiderskamp. Zijn stappen zijn gehaast, over zijn gelaat glijdt de nerveuze trek, die hem zijn gansche leven bijblijft. Een houten eetlepel steekt uit zijn laars, die door den Czaar zelf reeds verschillende malen is opge lapt. Peter kan met geen mogelijkheid Vooruit zeggen, waar hij zijn middag- pauze zal houden. Nu eens eet hij met de opzichters en 't eenvoudige werk volk, dan weer heeft hij gewichtige conferenties of werkt onafgebroken door tot den laten avond. Het komt geregeld voor, dat de Czaar, die, om zich van het eene stadsdeel naar het andere te begeven, gebruik maakt van een eenvoudige, rood geverf de cabriolet, den stadhouder van St. Petersburg voorbij rijdt, die zich in een vergulde karos, getrokken door zes prachtige paarden, door de straten laat rijden. Schitterend uitgedoste dienaren, in roode livrei, snellen den wagen van den oppermachtigen stadhouder voor uit. Zes kamerheeren staan op de tree planken en een piket dragonders vormt <le garde-lijfwacht. De eenvoudige, sobere Czaar licht den hoed voor zijn gunsteling. Het is Alexaschka, de vroegere pasteiverkoo- per, thans 'n invloedrijke diplomaat en onlangs tot don adelstand verheven. Zijn naam luidt nu graaf Alexander Menschikow. Terwijl de Cz^iar in zijn eenvoudig houten huisje woont, pronkt de nieuwe graaf in zijn prachtig, weelderig slot, en houdt hij groote ontvangsten. Maar Peter is thans wars van alien pronk ge worden. Hij gunt zijn medewerkers den grootsten glans en weelde, hij gunt hun van harte eerbetoon en gevierdheid,maar terzelfder tijd verbiedt hij het volk voor hem te knielen en hem met diepe buigingen te vereeren, als hij passeert. Vroeger was het een plicht, dat iedere burger hij liet voorbijgaan van het slot, waar de Czaar zich ophield, den hoed lichtte. Thans is dit verboden op hevel van Peter. Het vojk begrijpt dezo liberale opvatting verkeerd. Men is gewoon in den Czaar een uitverkorene Gods te zien en Peter ontneemt door de zen maatregel het volk zijn -geloof aan liet goddelijke van zijn persoon. Peter is niet meer de Russische Czaar, zooals zijn voorgangers dat waren. Hij is van zijn verheven troon afgedaald, hij is een scholier, een leerling van de „Nje mezkaja Sloboda", de gehate vreemde lingcnwijk -te Moskou, oen vreemde Czaar, zonder de waardigheid, die vroe gere Czaren omgaf. Uit het ontoegankelijke moeras groeit langzaam een nieuwe stad. Een stad, ver van het reactionnaire Moskou ge legen, een stad, die niet' gehukt gaat onder valsche, eeuwenoude tradities, daar zij op 'n nieuwe levensopvatting is gebouwd de verbinding met het Westen. De onvruchtbare, van koorts doordrenkte bodem wordt door Peter zijn paradijs genoemd en voor den on vermoeibare begint hier het nieuwe leven. De haven is geopend en er wordt een groote belooning uitgeschreven voor dat buitenlandsche schip, dat 't eerst de haven binnenloopt. Het eerste koop vaardijschip, dat voor den Newamond verschijnt, wordt bestuurd door een Nederlandschon kapitein.De vreugde van Peter over den eersten Nederlandsehen gast is zeer groot. De zeelieden worden door Menschikow feestelijk ontvangen en met :n ruime geldpremie verrijkt. Een Russische loods, die dp Neder- landsohe spraak mhehtig is, neemt de'n koopvaardijer in ontvangst. De kapitein, ten zeerste verrast en tevens verheugd, dat. hij zich in zijn moedertaal hoort toegesproken, neemt, de uit- noodiging van den loods aan om hem te bezoeken. Hij wordt, door de vrouw van den loods in het eenvoudige, houten huisje allervriendelijkst onthaald. Bij het afscheid geeft, de dankbare Nederlander den loods oen stuk Neder - landsch linnengoed ten geschenke. De loods, blij getroffen hierdoor, reikt, 't over aan zijn vrouw. Eerst bij het, verlaten van 't houten huisje wordt het den kapitein duidelijk, wiens gast hij eigenlijk geweest is. Een hoogwaardigheidsbekleeder was binnen getreden en legde tegenover den loods de hoogste onderdanigheid aan den dag. Maar de Czaar blijjt in zijn rol volharden Peter blijjt tegenover den kapitein de rol van eenvoudigen loods spelen, wat hem gemakkelijker valt dan de rol van Rus- sischen Czaar. Rn de vrouw, die op den drempel van 't huisje den kapitein vriendelijk da- wuift., is Peter's nieuwe levensgezellin het arme meisje van onbekende her komst, dat zich onder de krijgsgevange nen der stad Marienburg bevond, nadat Peter's legerscharen Lijfland hadden ver woest. Doch thans heeft noch zij, noch de Czaar er eenig idee van, dat zij voor bestemd is na Peter's dood als gekroonde alleenheerscheres over Rusland te re- geeren. Wordt vervolgd

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 32